10 marketing de benaming „marketing" marketing en management groeiende vraag naar marketing marketing en bankwezen naar de beste marktstrategie twee hoofdsegmenten retailbanking wholesale banking de kostenanalyse Het woord 'marketing' hangt samen met het Nederlandse woord 'markt' en met het Engelse woord 'market', dat - zoals be kend - eveneens markt betekent. Het Engelse werkwoord 'to market' of 'mark ten' kan worden verstaan in dezelfde zin waarin wij spreken van 'markten' of bij voorbeeld 'winkelen', dat wil zeggen de markt (respectievelijk een winkel) bezoe ken als mogelijke koper, maar 'marketing' kan ook betekenen: op de markt brengen, ten verkoop aanbieden. In het gebruikelijk geworden vakjargon echter duidt men met 'marketing' een bepaalde denkwijze aan: een zich instellen op de markt, dat wil zeggen op de cliënt. Het is duidelijk dat een dergelijke oriëntatie van de producent op de wensen van zijn eventuele cliëntèle in het bedrijfsleven van invloed zal zijn - en behoort te zijn - op het bedrijfsbe leid. Men excusere hier nog éénmaal een klein stukje vakjargon, want in de vaktaal wordt dat doorgaans anders gezegd, namelijk als volgt: 'de marketinggedachte behoort te worden geïncorporeerd in het bedrijfsma nagement'. Eenvoudiger, en met een voor beeld, kan men dat ook zo zeggen: door een juiste instelling op zijn cliëntèle kan een bedrijf komen tot bijvoorbeeld de keuze van een bepaalde, meest geschikt geachte vestigingsplaats, tot een bepaalde kan toorinrichting, maar ook tot een bepaald pakket van diensten of tot een bepaald relatiegeschenk, of, in de handel, tot bij voorbeeld een kleurige verpakking. Dat is immers de hoofdzaak van het gestelde: de marketing-gedachte heeft invloed op het bedrijfsbeleid. Dit was ook de centrale ge dachte in het betoog van dr. Verhage, die daarbij uitvoerig inging op de zin van marketing in het bankwezen, en met name bij de coöperatieve banken. Hoe sterk de behoefte aan marketing is toegenomen, laat zich afmeten aan de aantallen marketing-afdelingen die in het bedrijsleven zijn opgericht, maar ook aan de aandacht die het onderwerp tegenwoor dig krijgt in de bedrijfseconomische lite ratuur, aan het aantal vakbladen, dat op dit terrein verschijnt, aan de aantallen bureaus die de markt onderzoeken en op basis daarvan adviseren. Ook in de pro gramma's van heel wat economische fa culteiten in de hele wereld is 'marketing' als een apart vak opgenomen in het to tale studiepakket. Speelt dat alles nu ook een rol in het bankwezen? Ja, want ook de banken ont moeten in hun werkterrein steeds meer markten - of 'deelmarkten' - die meer ver zadigd zijn dan vroeger en waarin zich de concurrentie steeds meer verscherpt. In dat verband spreekt men tegenwoordig zelfs wel eens van een zekere mate van 'overbanking'. Door die grotere verzadiging en grotere concurrentie doet zich ook bij de banken de noodzaak voor van een sys tematisch en voortdurend onderzoek naar de marktbehoeften, waarop zich ook de banken meer moeten gaan instellen. Want ook in het bankwezen is in vroeger jaren de aandacht te sterk gericht geweest op de administratieve opzet van het bedrijf zelf, evenals in de produktiebedrijven, en daardoor is ook in het bankwezen het dienstenpakket nog al te zeer beïnvloed door de traditionele administratieve gang van zaken, evenals door de wijze, waarop de banken waren ingericht - plechtstatig, ongeriefelijk en ongezellig, door werkme thoden die vanouds werden gevolgd en door de vaak eenzijdige manier, waarop de medewerkers van de bank waren ge schoold. Ook in deze branche moest de aandacht ten dele worden verschoven van de interne organisatie naar de aard en de omvang van de vraag - ook naar de nog schuilgaande vraag - bij de cliënten. Alleen door voortdurend marktonderzoek, waarbij men de markt indeelt in continu nageplozen marktsegmenten, kan men ko men tot een verantwoorde marktstrategie, dat wil zeggen: tot de in het benaderen van de markt meest juiste taktiek. Evenals elk ander bedrijf moet ook een bank kie zen uit diverse mogelijkheden op de markt. Die keuze wordt op de eerste plaats be paald door het doel van het bedrijf zelf. Een coöperatief bankbedrijf - wij komen daarop nader terug - heeft als typisch eigen doel: het dienen van de belangen van de leden, met name door voorziening in hun financieringsbehoeften. Uiteraard moet die voorziening zodanig geschieden, dat zowel de continuïteit van het bedrijf als ook de verdere belangen van leden en geldverschaffers gewaarborgd blijven. Dat houdt niet alleen eisen in inzake de ren tabiliteit, liquiditeit en solvabiliteit van de bank, het eist in wellicht nog sterkere mate een creatieve visie op de mogelijk heden en groeikansen op de diverse par tiële markten. De bankmarkt bestaat uit twee hoofdseg menten: de 'retailmarkt', dit is de markt van de particulieren, en de 'wholesale markt', die de dienstverlening aan het be drijfsleven omvat. Beide groepen van cliënten, bedrijven zowel als particulieren, moeten op een eigen manier worden be naderd. Particulieren kan men in het algemeen be naderen via publiciteitsmedia, zoals fol ders en advertenties. In wezen is hier in hoge mate sprake van standaardwerk, want de behoeften van talloze particulie ren zijn van dezelfde aard: zij wensen een behoorlijke rentevergoeding op hun spaar tegoed, zij maken gebruik van de bank diensten in het betalingsverkeer, wellicht hebben ze te eniger tijd behoefte aan een persoonlijke lening of een woningfinancie ring, en dergelijke. In zekere zin is hier sprake van 'confectiewerk'. Bij de kredietverlening aan bedrijven daar entegen zou men - om de vergelijking voort te zetten - van 'maatwerk' moeten spreken. In de wholesale markt is geen, of veel minder sprake van dienstverlening in gestandaardiseerde vorm, want elk be drijf heeft een eigen denkwijze, een eigen financiële structuur met een eigen finan ciële omloopsnelheid, een eigen risico scala enzovoort. Ook de coöperatieve ban ken moeten in hun onderzoek nagaan aan welke segmenten van de wholesale sector zij de voorkeur moeten geven, waarbij te vens de te verwachten kosten en opbreng sten een rol spelen. En ook de in de di verse sectoren te verwachten groei speelt bij die keuze een rol van betekenis. De bij dat alles benodigde analyse van kosten en opbrengsten is in het bank wezen veel moeilijker dan bijvoorbeeld in een producerend bedrijf. Daar vindt men immers een stroom van goederen, die als grondstoffen binnenkomen en dan in de diverse opeenvolgende bedrijfsfasen wor den verwerkt tot eindprodukt-met-verpak- king-en-al. Elke afdeling levert daaraan

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 12