wob 3 nu blijkbaar helemaal naar de andere kant doorslaan en de samenwerking met de P.T.T. zo opzetten, dat het zwaartepunt volledig bij een overkoepelende organisa tie komt te liggen. In onze organisatie ligt het accent van ouds zowel op het een als het andere. De Rabobanken en hun Centrale Bank staan in een uitgebalanceerde organisato rische verhouding tot elkaar: de velen maken door samenwerking een eenheid, die de ze fstandigheid van de enkeling als basis heeft. Het is ons niet bekend of die gedachte de Bondsspaarbanken of een deel daarvan aanspreekt. Mocht dit echter het geval zijn, dan zou dit naar ons inzicht kunnen leiden tot oplossingen, die als wij ons niet ver gissen, ock beter zullen aansluiten bij de gedachtenwereld van zeer veel spaarbank bestuurders. Dit is alles wat hierover thans gezegd kan worden. Wij hebben er ook geen behoefte aan ons verder in deze aangelegenheid te mengen. Het is zaak voor de Bondsspaar banken om over eigen toekomst te beslis sen: de buitenstaander dient zich daarbij afzijdig te houden. GAT GEZAMENLIJK GEDICHT Wie er acht op geeft, zal het opvallen, dat in de landelijke pers onze organisatie de laatste tijd veel vaker als een geheel naar voren komt dan vroeger. De korte nieuwe naam werkt dat natuur lijk in de hand en zo zie je „de" Rabo bank in kranteberichten verschijnen naast namen als de AMROBANK, de A.B.N. en andere. In onze eigen advertenties zetten we trouwens ook met duidelijke letters „Rabobank'om daarmee de aandacht te vestigen op al onze rabobanken en hun organisatie. Niemand zal daar bezwaar tegen maken. Het zal echter ook opgevallen zijn, dat in onze advertenties tot nu toe nooit de rente tarieven voor spaargelden en andere cre- ditsaldi werden genoemd. Is het niet vreemd, dat zo'n „Rabobank" wel adver teert, maar niet zoals andere instellingen zijn tarieven erbij vermeldt? In een tijd zoals nu, waarin banken zich er toe in spannen om creditsaldi aan te trekken, zou men dat toch mogen verwachten? Nog vreemder wordt het, wanneer men in de regionale en plaatselijke pers veel adver tenties van plaatselijke rabobanken tegen komt, waarin de tarieven wel met naam en toenaam worden genoemd. De buiten staander zal er niet goed wijs uit kunnen worden. Nu kun je dit gemakkelijk uitleggen. Im mers in onze organisatie is de rentevast stelling een taak van de plaatselijke ban ken. Zij doen dat weliswaar met in acht neming van het advies van de Centrale Bank, maar omdat de plaatselijke omstan digheden kunnen verschillen, kan het ge volg zijn, dat bepaalde tarieven niet over het gehele land voor al onze banken ge lijk zijn. Voor centrale landelijke publici- Nu de eerste Centrale Kringvergadering in dit najaar is gehouden, wil ik in deze ko lom ingaan op de gevoelens die bij mij leefden toen ik de vergadering verliet. Ik moge dan beginnen te zeggen dat het ge voelens van voldoening waren. Deze voldoening had twee oorzaken. De eerste oorzaak was dat de behandeling van verschillende agendapunten, waarover ver schillen van inzicht optraden - ik zou wil len zeggen: moesten optreden - steeds uit mondden in een zakelijke gedachtenwisse- ling. Dit is nodig wil het overleg tussen de verantwoordelijke leiding van de Centrale Bank en de lokale banken in hun belang rijkste overleg- en adviesorganen vrucht baar zijn. Ik kom daar bij een kort rele veren van enkele agendapunten aanstonds nog op terug. De tweede oorzaak van de prettige gevoelens waarmede ik in de auto stapte was, dat de discussie niet alleen zakelijk was, maar steeds weer blijk gaf van de wil om elkaar te verstaan, ook wan neer er verschil van inzicht bestond en dit niet geheel uit de weg kon worden ge ruimd. Dit vind ik in wezen het belang rijkste. Ik geloof dat wij in het fusiegebeu- ren gekomen zijn tot uitnemende statuten en reglementen, die de communicatie bin nen de organisatie zeer kunnen bevorde ren. Ik schrijf met opzet kunnen" omdat het werkelijke bevorderen van overleg niet alleen van statuten en reglementen af hangt, maar vooral van de gevoelens, waarmede men elkaar benadert. Wanneer die benadering menselijk is in de ware zin des woords, dan kan men inderdaad zeg gen dat niet alleen de letter het overleg van beneden naar boven en omgekeerd goed mogelijk maakt, maar ook de geest. Deze gedachten kwamen op naar aanlei ding van de behandeling van verscheidene agendapunten. Dat was niet zo zeer de samenstelling van de Structuurcommissie, omdat wij het over de taakstelling daarvan reeds in een eerdere vergadering eens waren geworden. Deze commissie zal on der meer bezien of de communicatie mogelijkheden, die ik hierboven prees, nog verbeterd kunnen worden. Ik dacht met name aan de gedachtenwisseling, naar aanleiding van de mededelingen omtrent de gang van zaken, over de hoogte van de door de Centrale Bank aan de aangesloten banken uit te keren rente. De teleurstelling die in het bijzonder in het begin van de discussie hierover naar voren werd ge bracht, was begrijpelijk. Toen aan het eind van de gedachtenwisse ling veel meer begrip was gekomen voor de beslissingen van de leiding van de Centrale Bank - waarmede ik niet wil suggereren dat iedereen geheel overtuigd was - kwam er een voorstel om in de toekomst een begrijpelijke teleurstelling zo goed mogelijk te voorkomen. Het voor stel kwam hierop neer, dat gevraagd werd om regelmatiger en vroegtijdiger informa tie over wat men kan verwachten. Dit voor stel, dat nader door de beleidsorganen moet worden overwogen, getuigt er van dat men bij alle zakelijkheid er op uit is - ook bij verschil van inzicht - misverstan den en ongenoegen uit de wereld te hel pen. De geest die hieruit sprak bracht mij tot het schrijven van de eerste alinea's van deze kolom. Ik ga aan de rest van de gedachtenwisse ling op één punt na voorbij, omdat ik het samenvattend verslag en de reactie van de hoofdredacteur van dit blad niet behoef te herhalen, tk wil echter nog even ingaan op de mededelingen inzake de ontwikke ling van het buitenlands bedrijf. De feite lijke inhoud daarvan was reeds bekend, onder meer uit een hoofddirectiekolom in het vóór-vorige nummer van dit blad. De mededelingen in de Centrale Kringverga dering waren wat uitvoeriger en hebben aangeduid dat wij er krachtig naar streven om een buitenlands bedrijf, ter ondersteu ning, niet alleen van wat ik noem de agri- business, maar ook van de leden van de aangesloten banken, op te bouwen. Er is heel duidelijk bij gezegd dat hiermede ja ren zullen zijn gemoeid. De instemming waarmede deze mededelingen werden ontvangen duidde er op dat de Centrale Kringvergadering zich er volledig van be wust is dat het meegaan in nieuwe ont wikkelingen bij handhaving van de aloude doelstelling noodzakelijk is, niet alleen voor het uitbouwen van onze organisatie, maar vooral om de ons toevertrouwde be langen zo goed mogelijk te dienen. Ook dat gaf mij grote bevrediging en ver sterkte - indien nog mogelijk - het ver trouwen in de toekomst van onze organi satie. A. J. Verhage

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 5