Dr. Zijlstra pleit voor een zo praktisch mogelijke benadering van de verschillende vraagstukken, die wij op de weg naar een voltooide unie ontmoeten. Het „in leven houden van de slang" zal stap voor stap een verdergaande coördinatie en harmonisatie nodig maken. Tot dusver is eigenlijk te weinig aandacht besteed aan de coördinatie op het geldmarktbeleid en aan het instrumentarium van de monetaire politiek in de ruimste zin en de hantering daarvan. Het gevolg is dat men zich te vroeg in grote schema's dreigt te verliezen en het dagelijkse geduldwerk verwaarloost, dat essentieel is voor het bereiken van het uiteindelijke resultaat. onderweg naar de economische en monetaire unie 28 ^7!^ARI^3ES^AN De voltooide economische en monetaire unie binnen de Europese Gemeenschap is een doel, dat de lid-staten zich voorstellen in 1980 te bereiken. Wij bevinden ons nu in de overgangsperiode en in zijn rede verdiept dr. Zijlstra zich in de problemen die deze overgangsfase oplevert. Door een korte schets van de voltooide unie liet hij duidelijk zien hoeveel er in de komende jaren nog gebeuren moet: „In een voltooide economische en monetaire unie zijn de problemen uiteraard tot een oplossing gekomen. Er is dan eenheid van instrumentarium. Er kan geen verschil in doeleinden meer zijn. Het bankwezen zal onder toezicht staan van een Europese centrale bank die op haar beurt onder de verantwoordelijkheid van een Europees politiek gezag zal functioneren. Om enkele punten van dit eenheidsregime te noemen: a. de landen van de Gemeenschap hebben één extern regime met vaste pariteiten of door de markt bepaalde koersen; b. er bestaat een bepaald regime met betrekking tot de invoer en uitvoer van kapitaal, eventueel in de vorm van vrije koersen voor kapitaalmarkttransacties binnen een stelsel van overigens vaste pariteiten; c. er is een bepaald geldmarktbeleid, dat is de regulering van de liquiditeiten van het bankwezen; d. de liquiditeiten in handen van niet-banken worden gereguleerd, waarbij dan nader zal moeten worden aangegeven of dit gebeurt door wat wij tegenwoordig plegen te noemen de indirecte dan wel de directe (dat is de plafond-jmethode".

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 30