20 daadkracht en verantwoordelijkheid geïnspireerd door sociale grondslag 75-JARIG BESTAAN overplanten is onmogelijk. Reeds in 1898 werd ingezien, dat een los naast elkaar blijven bestaan van al die zelfstandige banken versnippering van krachten betekent en een chaotisch con glomeraat zou dreigen te vormen. Vandaar nu de coöperatieve bankorganisatie met haar Centrale Bank. Bij de structuur van de Centrale Bank, evenals bij die van iedere plaatselijke bank, valt op de democratische opbouw van onze organisatie. De afgevaardigden van de leden-banken kiezen in de alge mene vergadering de leden van de raad van beheer, de raad van toezicht en de hoofddirectie. Jaarlijks wordt door deze organen verantwoording afgelegd aan de algemene ledenvergadering. Maar er is meer. Door de Centrale Kringvergadering, die minstens vier maal per jaar bijeen komt, is er volop gelegenheid mee te spreken over en te adviseren in alle zaken, die voor onze organisatie van belang zijn. De leden van die Centrale Kringvergade ring worden aangewezen door de verte genwoordigers van alle lokale banken, gegroepeerd in 44 kringen. Ik meen, dat wij hier kunnen spreken van een zeer moderne structuur. Zoals ieder lid van een afzonderlijke bank in zijn algeme ne vergadering en door zijn gekozen be heerders mee kan spreken in het beleid van de bank, zó zijn de aangesloten ban ken zelf betrokken bij hun Centrale Bank en hun organisatie. Dit is een unicum in ons Nederlands bankwezen. Ook dit is één van de redenen, waarom onze organisatie zo levend is gebleven en zo krachtig is geworden. Er moet echter nog iets essentieels bij gezegd worden om de opmerkelijke groei in die 5 jaar te verklaren. Churchill zei van de democratie: 'het is de slechtste rege ringsvorm die ik ken, maar ik weet geen betere!' Ook een democratisch opge bouwde bankorganisatie verstaat deze churchilliaanse paradox. Wij hebben daarom bij alle ruimte door inspraak en overleg altijd voor ogen ge houden, dat er een duidelijk en modern beleid gevoerd moet worden, op lange termijn en ook van dag tot dag. Inspraak mag geen belemmering zijn voor snelle besluitvorming. Dat geldt voor iedere aangesloten bank afzonderlijk, maar zeker ook voor de Cen trale Bank. De beleidsorganen van een bankorganisatie moeten krachtig en slag vaardig werken, anders kan zeker in onze tijd geen bankbedrijf worden uitgeoefend. Daarom komen de betreffende beleids organen alle bevoegdheden toe om dat beleid waar te maken. En omdat zij over de geëigende bevoegdheden beschikken, kunnen zij die verantwoordelijkheid voor hun beleid dragen maar ooker op worden aangesproken. Met dit laatste is de cirkel van het beeld van onze organisatie rond. Verankerd in de plaatselijke gemeenschappen, alom in den lande, omsluit deze cirkel de span ning tussen inspraak en beleid, overleg en beslissen, daadkracht en verantwoordelijk heid. Een heilzame spanning, die inspi rerend werkt! En waarvan de krachten in evenwicht worden gehouden, natuurlijk ook door de statutaire en reglementaire voorschriften, maar veel meer nog door het onderling vertrouwen, zonder hetwelk dit 75-jarig jubileum ondenkbaar zou zijn geweest. De grote armoede en uitbuiterij van de boerenstand op het einde van de vorige eeuw, die de reden vormden voor oprich ting van het coöperatief landbouwkrediet, behoren mede dankzij de werking van de toen opgerichte coöperatieve banken, reeds lang tot het verleden. Maar ook in deze tijd blijft de sociale grondslag van het coöperatieve krediet wezen de basis van onze doelstelling. In aangepaste vormen blijft het streven in het bijzonder gericht op de versterking van de sociale en de financieel-econo- mische positie van het agrarisch- en niet- agrarisch midden- en kleinbedrijf. Ook de bevordering van de individuele vermo gensvorming en het eigen woningbezit horen thuis in deze conceptie. Dat in deze tijd alle bankzaken en wat daarmede direct of indirect verband houdt tot het door de bank aangeboden pakket van diensten behoort, is duidelijk. Wij hebben wel eens de opmerking horen maken, dat getwijfeld moot worden aan de bestaansmogelijkheid van een coöperatie ve bankinstelling, die sterk wordt geïn spireerd door een sociaal beleid, demo cratisch van opzet is en het maken van winst slechts nastreeft ter versterking van het noodzakelijke eigen vermogen en niet ter uitdeling aan aandeelhouders. Ik meen te mogen aannemen, dat 75 jaar coöperatief kredietwezen in Nederland heeft aangetoond, dat die twijfels volstrekt ongegrond waren. Er is dan ook geen enkele reden waarom onze organisatie in de toekomst haar ka rakter zou veranderen of verliezen. Wij zijn niet alleen dankbaar voor wat in deze 75 jaar tot stand is gebracht, maar zien ook vol vertrouwen de toekomst tegemoet."

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 22