unicum in ons nederlandse bankwezen 19 De heer Mertens overziet in zijn welkomstrede 75 jaar coöperatief bankwezen: „Waardoor is dit alles mogelijk geweest? Wat zit er achter die coöperatieve banken, dat zij zo'n vlucht hebben kunnen nemen? vergroeid met werkgebied, betrokken op elkaar „Wanneer we", zo begon de voorzitter van de Raad van Beheer, de heer C. G. A. Mertens na een welkom aan de gasten zijn rede, ,,de geschiedenis van het coöpe ratieve bankwezen wat nader beschouwen en thans, in het jaar 1973 de actuele situatie opnemen, dan valt het op, dat vele van de oorspronkelijke ideeën van Fried- rich Wilhelm Raiffeisen ook na 75 jaar nog uitstekend bruikbaar zijn. Veel is er in die 75 jaar veranderd op maatschap pelijk, kerkelijk en politiek terrein; het gehele levenspatroon van onze bevolking wijkt thans sterk af van dat van vroeger. Hoezeer echter de samenleving ook is veranderd en ingewikkelder is geworden, hoezeer ook heel andere en veel rijker geschakeerde behoeften zijn ontstaan en hoezeer wij thans ook over oneindig veel meer technische en andere mogelijkheden beschikken; het coöperatieve bankwezen is door al die jaren heen niet slechts blij ven voortbestaan, maar heeft zich hand in hand met die maatschappij mee ontwik keld. In de breedte en in de diepte! Want de Centrale Bank en de aangesloten banken hebben door al die sociologische en andere veranderingen van de samen leving heen, hun werk- en groeiklimaat steeds tijdig weten aan te passen. Zij hebben de ingrijpende technische voor uitgang in hun eigenlijke bedrijf (organi satorisch en banktechnisch) nooit ge schuwd maar zich die volkomen eigen gemaakt. Een blijk van soepelheid en levenskracht! Een teken daarvan is ook onze recente fusie-operatie, waardoor de oorspronke lijke Utrechtse Raiffeisenbanken en de Eindhovense Boerenleenbanken nu zijn verenigd in de ene Rabobankorganisatie. U zult zich kunnen voorstellen dames en heren, dat wij met dankbaarheid vervuld zijn nu wij zó op de thans verstreken 75 jaar mogen terugzien! Waardoor is dit alles mogelijk geweest? Wat zit er achter die coöperatieve banken, dat zij zo'n vlucht hebben kunnen nemen? Bij sommigen bestaat het misverstand, dat de Rabobanken met hun Centrale Bank één monolitische, centraal gereglemen teerde bankinstelling zouden vormen. Dit is inderdaad een misverstand, want onze organisatie van rond 1100 plaatselijke banken met de Centrale Bank geeft veel eer het beeld van eenheid in veelheid. Wel zijn die aangesloten banken zelfstandige, plaatselijke banken. Van hun ontstaan af tot heden toe zijn zij er volledig op gericht de belangen van hun leden en hun cliën ten te behartigen. Zij zijn uit de plaatselijke gemeenschap opgekomen en zij zijn er onveranderd stevig in geworteld gebleven. Het is dan ook geen wonder, dat nagenoeg iedere Rabobank tevens de naam voert van het dorp, of de stad van haar werkgebied. Elke Rabobank, zo kan men zeggen, is met zijn gebied vergroeid, naar elders

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 21