coöperatieve organisatie duidelijk naar voren te brengen. Dat was van belang
voor de vele aanwezigen, die de coöperatieve banken alleen maar als
„buitenstaanders" kennen, maar het is ook voor alle insiders in onze
organisatie goed te horen wat de voorzitters van de Raad van Beheer en de
Hoofddirectie bij het overschrijden van de 75-jarige drempel over onze
organisatie te zeggen hadden.
De bewindsman van het ministerie van Landbouw en Visserij, mr. T. Brouwer,
behandelde de functie van onze banken voor het landbouwkrediet.
Duidelijk klonk door diens korte toespraak de waardering heen van hetgeen in
dit opzicht onze banken voor het agrarische bedrijfsleven betekend hebben
en nog betekenen.
Dr. Zijlstra begon met zich min of meer te verontschuldigen. Het feestelijk
karakter van deze bijeenkomst, zo zei hij, ontgaat me echt niet. Ik zou een
„feestrede" moeten houden, vervolgde hij onder gelach, maar mijn onderwerp
leent er zich eigenlijk niet voor, want de stof is aan de droge kant. De
President van De Nederlandsche Bank meende dat er terecht bij dit jubileum
trots en voldoening mocht zijn wanneer men de situatie van nu met die van
75 jaren geleden vergelijkt. Hij wenste de Centrale Bank geluk met het
75-jarig bestaan en sprak zijn waardering uit voor het werk van de
coöperatieve banken.
Ondanks de droge stof is het toch goed, dat dr. Zijlstra zijn gang is
gegaan. Hij heeft ons binnengevoerd in een gebied, dat alle banken
onvermijdelijk raakt of zal raken. Het was geen gemakkelijke rede, velen
zullen hem moeten herlezen om hem goed te begrijpen, maar wanneer men
een man als dr. Zijlstra deze stof als het ware van binnen uit hoort
behandelen en beheersen, is dat een voorrecht. Ook wanneer dit de nodige
inspanning van de toehoorders vergt. Wij hebben op de volgende bladzijden
van dit blad getracht beknopt de lijn van het betoog van dr. Zijlstra weer
te geven.
Na de sluiting van de officiële bijeenkomst verzamelden de velen zich in de
fraaie schouwburgruimten, waar al zeer snel de gezellige opgewekte stemming
ontstond, die kenmerkend is wanneer mensen elkaar onder prettige
omstandigheden voor het eerst of bij herhaling ontmoeten. Het was een
feest te zien hoe later in de grote foyer de honderden aanwezigen aan fleurig
versierde tafels ongedwongen bijeen waren. Ongedwongen, want evenals dit
in de jaarbeurshallen in mei jl. het geval was, bleken die toch altijd wat
formele bankmensen met hun gasten ook deze keer heel goed de sfeer te
kunnen scheppen die bij een jubileum past!
En daarmee was ook dit jubileum weer voorbij.