wob wob wob wob 4 de kapitaalmarktmiddelen die in 1972 reeds op gang kwam, zette zich voort terwijl te vens binnenlandse beleggers uit hoofde van rendementsoverwegingen een afwachtende houding aannemen. Aan de stijgende rentetendens op geld- en kapitaalmarkt kwam omstreeks de augus- tus-ultimo een eind: driemaands-kasgeld stabiliseerde zich op 10V2% terwijl de pandbrieven net 90% behaalden. In hoever re hier sprake is van een adempauze dan wel een voorlopige piek in de rentestanden is nog moeilijk te beantwoorden. Enerzijds is uit die miljoenennota op te maken dat het Rijk uit financieringsoogpunt geen beroep op de kapitaalmarkt behoeft te doen. An derzijds is het evenwel mogelijk dat de straffere kredietrestrictieve politiek uitein delijk ook de kapitaalmarktrente doet oplo pen. Daarnaast is de ontwikkeling van het inflatieniveau van belang. Bij het te maken rendement op beleggingen wordt thans in sterkere mate mede gelet op de geldont waarding. JUBILEUMVIERING IN STADSSCHOUW BURG TE EINDHOVEN In mei hebben we ons jubileum „in eigen kring" gevierd: een soort familiefeest, dat klonk als een klok en waar iedereen met genoegen aan zal terugdenken. Deze maand, in de middag van 18 oktober, dus omstreeks de verschijndatum van dit nummer, wordt het jubileum in ruimere, maar toch veel kleinere kring herdacht. Dat vindt plaats in de Stadsschouwburg te Eindhoven in een bijeenkomst, waar vele relaties van de Centrale Bank uit binnen- en buitenland aanwezig zullen zijn. Het doet ons veel genoegen en is ons een eer, dat Prins Bernhard bereid is deze jubileumviering bij te wonen, terwijl het ons ook zeer verheugt, dat de Minister van Landbouw en Visserij en de President van De Nederlandsche Bank, zich met een rede tot de aanwezigen zullen richten. In ons volgende nummer hopen wij van dit alles een uitvoerig verslag te brengen. Met de plechtige viering van 18 oktober, is het jubileum voorgoed achter de rug. De 75 jaar zijn nu definitief afgesloten. Al ligt op het moment van schrijven van deze regels de Stadsschouwburgviering nog voor ons, wij geloven nu al te mogen zeggen, dat we er met de hele organisatie in geslaagd zijn ons jubileum goed te her denken en te vieren. Voor hen, die het georganiseerd en voorbereid hebben, was het een enorme taak! Zij hebben een compliment verdiend! Jammer is dat niet allen, die bij onze banken betrokken zijn het jubileum heb ben kunnen meebeleven. Zelfs voor de massa-feestelijkheden van 24 mei in de reusachtige Jaarbeurshallen - zo'n 3.800 aanwezigen! - kon per bank maar een beperkt aantal mensen uitgenodigd wor den. Nog veel sterker is dat natuurlijk het geval bij de Schouwburgviering van deze maand. Men zal er begrip voor hebben: waar niet is, verliest zelfs de keizer zijn recht! De brede organisatie zal zich trou wens in Eindhoven vertegenwoordigd kunnen achten door de 132 Centrale Kringvertegenwoordigers en hun plaats vervangers., De feestelijkheden zullen vervagen in de herinnering. De geschiedenis van die 75 jaar zal, hopen wij, levendig blijven. Want tastbaar en leesbaar blijkt het indrin gende gedenkboek, dat prof. De Vries bij ons jongste jubileum geschreven heeft. En overigens, de volgende 25 jaar liggen nu voor ons! SAMENWERKING P.T.T. EN BANKEN: EEN ACCEPTGIROKAART In deze kolommen hebben wij de laatste tijd nogal eens bedenkingen geuit tegen de plannen van de P.T.T.die zich als een echte bank wil gaan gedragen. Wij hebben ook meermalen de ons inziens soms te ver gaande concurrentie tussen de bankinstel lingen betreurd en hebben daartegenover gepleit voor overleg en samenwerking tus sen P.T.T. en bankinstellingen op die pun ten waar dat mogelijk is. Het verheugt ons daarom zeer, dat on langs zulk overleg tot een zeer positief resultaat heeft geleid. De P.T.T. en de gezamenlijke banken zijn tot overeen stemming gekomen over het invoeren van een gemeenschappelijk acceptgirosysteem. Daarvoor is een uniforme stortings-accept- girokaart ontworpen, waarvan allen, die bij de postcheque- en girodienst of bij de banken een rekening hebben, mits zij vol doen aan de te stellen condities, gebruik zullen kunnen maken. Het belang van het publiek en van de incassanten is hier duidelijk mee gediend, leder die straks zo'n kaart invult, kan deze naar keuze zenden naar zijn girokantoor of zijn bank kantoor en men kan er desgewenst zowel op het postkantoor als op een bankkan toor stortingen mee verrichten. Tussen de betalingscircuits van de verschillende in stellingen, speciaal tussen die van de ban ken en de postgirodienst, is daarmee wat de cliënten betreft, een brug geslagen. Het zal nog even duren vóór de nieuwe uniforme kaart wordt ingevoerd. Inmid dels is er al wel een overgangsmaatregel getroffen. Op de bestaande stortings-ac- ceptgirokaart van de P.C.G.D. wordt na melijk ruimte gemaakt voor het opdruk ken of schrijven van het bankrekening nummer van de debiteur. Het vaak hin derlijke en lastige gebruik van verschil lende formulieren al naar gelang stor tingen of betalingen die de bank- of post girorekening betreffen, zal hierdoor sterk verminderen, wat ook aan incassanten als bedrijven en instellingen welkom zal zijn. Hier is in goed overleg, gevoerd in een commissie onder voorzitterschap van dr. W. H. van de Berghe, lid van de Raad van State, iets bereikt, dat weliswaar niet als al te opzienbarend behoeft te worden voorgesteld, maar dat toch met waardering mag worden vermeld. GARANTIEFONDSEN In de vroegere Utrechtse en Eindhovense organisaties waren voorzieningen getroffen voor bepaalde risico's die uit het bank bedrijf kunnen voortvloeien. De Raiffeisenorganisatie kende daarvoor het Onderling Raiffeisengarantiefonds, ver deeld in drie afdelingen, nl. een afdeling waarin voorzieningen getroffen waren voor schaden ten gevolge van diefstal, bero ving, frauduleuze en soortgelijke hande lingen alsmede een beroepsaansprakelijk heidsverzekering, een afdeling waarin een calamiteitendekking was ondergebracht en ten slotte een afdeling die als krediet verzekeraar functioneerde. In de Boerenleenbankorgansatie waren deze voorzieningen ondergebracht in drie afzonderlijke eenheden. De hierboven ge noemde dekking tegen van buiten komen de oorzaken werd gevonden in het Onder ling Waarborgfonds der Boerenleenbanken U.A. De kredietverzekering werd verzorgd door de N.V. Landbouwkredietverzekering „Eindhoven", een vennootschap welke ook delcredere-risico van buiten de organisatie in verzekering nam, terwijl de Reserve Boerenleenbanken als steunfonds fungeer de indien zich bij de aangesloten banken grote verliezen hadden voorgedaan. De fusie tussen de beide organisaties bracht mee dat ook deze regelingen ge harmoniseerd dienden te worden en voor de nieuwe organisatie moesten worden samengevoegd. In de algemene vergadering van 24 mei van dit jaar is dan ook besloten te komen tot twee fondsen, waarin al de hiervoor genoemde verzekeringen ondergebracht kunnen worden. De Onderlinge Kredietverzekeringsmaat schappij (O.K.M.) zal voor de aangesloten banken optreden als dekking voor de delcredere-risico dat aan daarvoor aan te wijzen financieringen verbonden is. Voor de regels waaronder deze Onderlinge die risico's verzekert zal zo veel als mogelijk aansluiting gezocht worden bij de bestaan de regelingen op dit punt. Aan de Centrale Kringvergadering is deze maand een uitspraak gevraagd over de technische opbouw van deze verzekering. In de statuten van de O.K.M. is immers vastgelegd dat de polisreglementen, waar in de verzekeringsvoorwaarden worden neergelegd, door de Raad van Beheer van het fonds eerst kunnen worden vastgesteld nadat de Centrale Kringvergadering van de Centrale Bank daarvoor is gehoord. Naast het toetsen van de „spelregels" van deze Onderlinge aan de mening van de vertegenwoordigers van de organisatie, is ook bij de feitelijke toepassing daarvan

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 6