wob
3
hadden sterke banden met de lokale ge
meenschap, beide wilden, de een door
sparen, de ander door sparen en krediet
verlening, de brede bevolking op finan
cieel gebied vooruit helpen. Zonder winst
bejag, in het belang van de gemeenschap,
waarin wij werken.
Wij achten het een verarming en afbraak
van wat uit de maatschappij zelf ontstaan
is, indien de Bondsspaarbanken zouden
opgaan in de R.P.S. Want daar zou het op
neerkomen. Als onderdeel van de P.T.T.
zal immers ook de R.P.S. deel uit gaan
maken van de staatsbank, waar de P.T.T.
naar toe v/il werken. Onze bezwaren daar
tegen zijn inmiddels bekend en worden
nog versterkt, indien de P.T.T. op die weg
de Bondsspaarbanken zou meenemen. Dit
zou een vervlakking van het maatschap
pelijk leven betekenen, die wij voor ons
land zeer zouden betreuren. Een polarisa
tie in het bankwezen, die het beeld daar
van in ons. land beslist niet ten goede zal
veranderen. Het lijkt ons uitgesloten, dat
in deze conceptie enige bondsspaarbank
zelfstandig ter plaatse werkzaam kan blij
ven. De verambtelijking die de staatsbank
noodzakelijkerwijs met zich meebrengt, zal
dat reeds onmogelijk maken. Wij vragen
ons daarom af, hoe de aangesloten Bonds
spaarbanken bij nadere overweging op
deze fusiebesprekingen zullen reageren.
RENTE
Zoals bekend is in vrij korte tijd de rente op
de geld- en kapitaalmarkt aanzienlijk geste
gen. Deze snelle stijging noopte De Neder-
landsche E3ank tot een viermalige herzie
ning van haar officiële tarieven binnen een
periode van twee maanden.
Opmerkelijk was het, dat het renteniveau in
Nederland gedurende de eerste zes maan
den van dit jaar duidelijk achterbleef bij de
hogere rentestanden in het buitenland, al
waar het snelle aantrekken van de conjunc
tuur en het kredietrestrictieve beleid duide
lijk een opwaartse druk op de rente ten ge
volge had.
In Nederland was er in die tijd weliswaar
ook sprake van een versnelling in de in
dustriële bedrijvigheid, doch dit uitte zich
voornamelijk in een groter beroep op het
korte bankkrediet (kredieten in rekening
courant en <asgeldleningen). Deze voorkeur
hield ongetwijfeld verband met de zeer rui
me geldmarktpositie en derhalve met de
lage geldmarktarieven gedurende de eerste
maanden van dit jaar. Ook op de kapitaal
markt viel toentertijd, mede vanwege het
bij het aanbod achterblijvend beroep op de
kapitaalmarkt, geen duidelijke tendens van
een aantrekkende rente te constateren.
Omstreeks het midden van dit jaar kwam
hierin een sterke verandering: aan de ruime
liquiditeitspositie van het bankwezen kwam
door de kasreserve-politiek en de hoge
rentestand op de Eurodollarmarkt een ein
de. De geldmarkttarieven schoten snel om
hoog. Op de kapitaalmarkt viel een zekere
terughoudendheid met betrekking tot het
aanbod te constateren. De afvloeiing van
Meer en meer raakt het bedrijfsleven in
Nederland vertrouwd met de gedachte dat
het sociale beleid in een onderneming
een belangrijk onderdeel dient te zijn van
het totale bedrijfsbeleid. In de hoogste
leiding van grote bedrijven vindt men te
genwoordig dan ook vaak een functionaris,
wiens verantwoordelijkheid het gehele ter
rein van de sociale problematiek bevat.
Het sociale beleid heeft vooral de laatste
jaren een steeds groeiende betekenis ge
kregen.
In onze coöperatieve bankorganisatie is bij
de ontwikkeling van een verantwoord so
ciaal beleid duidelijk ingehaakt op de
eigen wensen en verlangens, evenals op de
externe impulsen. Bovendien gaf de plaats
gevonden fusie een directe aanleiding tot
herbezinning en vervolgens tot harmonisa
tie van de arbeidsvoorwaarden, in de brede
betekenis van het woord. Maar een sociaal
beleid bevat aanzienlijk meer dan het uit
stippelen van een goed salarisbeleid, het
scheppen van aantrekkelijke secundaire
arbeidsvoorwaarden en het samenstellen
van eigentijdse pensioenvoorzieningen.
Juist door de telkenjare stijgende welvaart
zijn andere elementen meer en meer op de
voorgrond getreden. Naast het aspect van
de sociale zekerheid werd geleidelijk meer
aandacht gevraagd voor optimale commu
nicatie en democratisering. Ondernemings
raad, werkoverleg, beoordelingssystemen,
sociale jaarverslagen, formulering van de
grondslagen van het te voeren sociale be
leid, tunctieonderzoek en bevordering van
een goede arbeidssfeer en daarmee van
een hogere arbeidsproduktiviteit zijn aan
gelegenheden geworden, die als belang
rijke onderdelen van een modern sociaal
beleid moeten worden beschouwd. Deze
en nog vele andere, per bedrijf vaak varië
rende, aspecten zijn aan voortdurende ver
andering onderhevig. Verfijningen, aanvul
lingen en wijzigingen zijn noodzakelijk om
eigentijds te blijven en in alle opzichten
te verantwoorden beleidslijnen te kunnen
trekken.
In de nieuwe organisatie-structuur van de
Centrale Bank heelt dit zijn weerslag ge
vonden in die zin, dat het werkgebied
Sociale Zaken naast het Directoraat Per
soneel - waaronder ook de Opleiding Aan
gesloten Banken ressorteert - een Staf-
groep Beleidsontwikkeling Personeel en
een Stafgroep Bedrijfsorganisatie en Ef
ficiency omvat.
De harmonisatie van de primaire en se
cundaire arbeidsvoorwaarden en van de
pensioenvoorzieningen is in 1972 tot stand
gekomen. Per 1 januari 1973 zijn de vruch
ten hiervan als dringend aanbevolen ad
viezen aan de aangesloten banken ter
hand gesteld. Deze arbeidsvoorwaarden
waren het resultaat van open overleg tus
sen vertegenwoordigers van de besturen
en van de directeuren van de aangesloten
banken en van deskundigen van de Cen
trale Bank. Reeds tijdens dit overleg bleek
evenwel dat nog vele andere personele
aangelegenheden de aandacht zouden
gaan vragen, zonder dat hiertoe pasklare
recepten zouden kunnen worden samen
gesteld. Ook bleek de behoefte aan des
kundige voorlichting op terreinen als ar
beidsrecht, sociale wetgeving, werving en
selectie, interpretatie van bepaalde onder
delen van de arbeidsvoorwaarden e.d. In
de behoefte aan een centraal punt van
waaruit deskundige advisering, voorlich
ting en begeleiding aan de aangesloten
banken zouden kunnen worden gegeven,
is door de Centrale Bank voorzien. Vorig
jaar is het bedrijfsonderdeel Personeels
aangelegenheden Aangesloten Banken in
het leven geroepen, dat nu in het werkge
bied Sociale Zaken is ondergebracht. Door
dit bedrijfsonderdeel is een optimale ser
viceverlening aan de aangesloten banken
mogelijk.
Reeds thans kunnen wij constateren, dat
van de aangeboden gelegenheid veel ge
bruik wordt gemaakt. Langs dit kanaal be
weegt zich intensief sociaal verkeer.
Op verschillende manieren manifesteert
zich de hier bedoelde communicatie. Er
wordt door middel van besprekingen ter
plaatse, telefonisch en schriftelijk bij voort
during advies en begeleiding verleend ter
zake van arbeidsrechtelijke kwesties, bij
personele wrijvingssituaties, inzake de wij
ze van toepassing van de arbeidsvoorwaar
den, van de sociale (verzekerings-)wetten
e.d. Dit is voor ons aanleiding geweest te
besluiten om geleidelijk personeetsadvi-
seurs in dienst te stellen, die regionaal
zullen worden gestationeerd, waardoor nog
slagvaardiger dan thans overleg met de
aangesloten banken over het sociale be
leid, het optimaal benutten van de interne
opleidingsmogelijkheden inbegrepen, kan
worden gevoerd.
De salarisadministratie van meer dan
10.000 personeelsleden, werkzaam bij ruim
700 banken wordt via Personeelsaangele
genheden Aangesloten Banken en met be
hulp van een adequaat automatiserings
programma verzorgd. Onlangs is de mo
gelijkheid geopend om directeuren deel te
laten nemen aan een uitvoerig, periodiek
terugkerend, medisch onderzoek, dat nauw
gezet is afgestemd op de arbeidssituatie
van deze functionarissen.
Duidelijk is dat in onze organisatie het
sociale beleid geen inhoud-arme en vage
aanduiding van goede voornemens is, maar
in concreto en in zo uniform mogelijke
beleidsadviezen tot uitdrukking komt.
Daarbij moet niet uit het oog worden ver
loren, dat - ik zei het reeds in het begin -
het sociale beleid onderdeel is van het
totale bedrijfsbeleid. Als zodanig dient het
sociale beleid gericht te zijn op het opti
maal verwezenlijken van het bedrijfsbelang.
Met andere woorden: het sociale beleid
zal niet in de weg moeten staan van het be
reiken van een optimaal bedrijfsresultaat,
maar zulks juist moeten bevorderen. Dit is
van het grootste belang ook voor de per
soneelsleden van de onderneming. Be
drijfsbelang en persoonlijk belang zijn zo
gezien volledig identiek aan elkaar. Op de
ingeslagen weg zal worden verder ge
werkt. Gezien hetgeen reeds tot stand is
gekomen, mag de toekomst naar mijn me
ning met vertrouwen tegemoet worden ge
zien.
T. J. Jansen Schoonhoven