Bank. Wij lezen dat de banken in de toekomst meer gegevens moeten verstrek ken dan alleen debiteringen en crediterin gen op rekeningen; het systeem zal uit groeien tct een middel voor bedrijfsinfor matie en bedrijfsbeleid; na invoering van teleprocessing kan a la minute over alle informatie beschikt worden; enz., enz. Automatisering is uiteraard niet meer weg te denken Echter, binnen afzienbare tijd zullen in het centrum in Zeist in de „geheugenmachines" zoveel gegevens op geborgen liggen, dat het nodig is, dat de aangesloten banken weten: ten eerste hoe de visie van de beide beleidsorganen van de Centrale Bank is over dit magazijn met gegevens in verband met de geheimhou ding en ten tweede, uitgaande van de gedachte, dat het beleid maar één richting uit kan, hoe dan op het uitvoerende vlak garanties gegeven kunnen worden aan de aangesloten banken, dat alle gegevens haar eigendom zijn en nooit zonder haar toestemming gebruikt kunnen worden voor welk doel ook en ook niet voor derden toegankelijk zijn. Geachte Redactie, plaatsing in het maandblad in de daarvoor bestemde ru briek is te uwer beoordeling; behandeling van een en ander, maar dan wel in het maandblad zou ik ten zeerste op prijs stellen. Met hoogachting, P. J. van Maldegem Casteleynsweg 13 Emmeloord NASCHRIFT Gaarne geven wij, in het kort, commen taar op de zeer gewaardeerde beschouwin gen van de heer Van Maldegem. 1. Scherpzinnig merkt de inzender terecht op, dat volgens de statuten (zie art. 2) het sparen middel is voor het doel: het dienen van de belangen van de leden. Het over grote deel van de spaarders is echter geen lid, toch behartigen we de spaarbelangen van die spaarders niet minder dan die van de sparende leden. Als gevolg daarvan heeft onze spaaractiviteit veel minder het karakter van middel als wel van doel in zich zelf, natuurlijk naast andere doelein den. De motivering is dat het goed is dat iemand voor zich zelf een kleiner of groter spaarvermogen vergaart (dit heeft de heer Van Maldegem vergeten) en tevens dat men er de gemeenschap mee dient. Onder die gemeenschap vallen ook de leden, maar in wezen heeft, als we uitgaan van het sparen als algemeen verschijnsel, het woord „gemeenschap" wel een wijdere strekking. Ik meen, dat we ons altijd bewust zijn geweest, dat onze spaaractivi teit de gemeenschap diende, al ver vóór de tijd, dat het woord „progressief sociaal" in zwang kwam. Het is waar, dat deze kijk een andere is dan die van de heer Van Maldegem. Deze ziet het sparen enkel als middel voor de kredietverlening en zono dig voor de iiquiditeitshandhaving. Na tuurlijk gelden die motieven voor ons zeer sterk: we hebben immers de spaargelden nodig voor de kredietverlening en de li quiditeit, maar het zijn afgeleide motie ven. In het „pleidooi voor de gewone spaarder" is gesteld, dat het sparen al in zich zelf de motieven bergt, waarom we het ook moeten bevorderen. Principieel verschil? Misschien op papier, maar ik dacht dat onze praktijk al jaar en dag er vanuit gaat, dat het sparen op zich zelf al nastrevenswaard is. Een praktijk, die - daarin heeft de heer Van Maldegem gelijk - formeel niet duidelijk door de statutai re doel- en middelenomschrijving wordt gedekt, maar waarvan ik toch durf vol houden, dat ze in de geest van die bepalin gen ligt. 2. Natuurlijk zijn heel veel aspecten van de kwestie „sparen en fiscus" door mij onbesproken gelaten. Bij doordenken is de materie zeer complex en alle consequen ties van mijn suggestie kan ik nu ook niet overzien. Ik heb echter alleen een hoofd lijn getrokken: het gewone sparen is goed, het dient de spaarders zelf en ook de gemeenschap en het is daarom vreemd, dat de gewone spaarder niet (meer) begun stigd wordt door de overheid. Vreemd vooral, omdat het sparen door middel van bepaalde vormen van levensverzekering wel met faciliteiten is omringd. Waarom niet aan de gewone spaarder dezelfde soort faciliteiten gegeven? Erkend wordt, dat er enkele bijzondere premie-spaar- regelingen zijn. Er is ook een ontwerp „Algemene premiespaarregeling", maar toch werd geen open deur ingetrapt, want waar het artikel naar toeredeneerde, ligt in een ander vlak dan enige premierege ling. In zoverre is voorlopig de deur nog goed dicht! ik heb geen illusie, dat die deur gemakkelijk opengaat, maar meen wel dat men daar met een paar goede argumenten voor zou kunnen aankloppen. 3. Computer en geheimhoudingsplicht. Het is goed, dat de heer Van Maldegem hierop attendeert. De heer Sonnenschein, direc teur van de Centrale Bank, belast met het directoraat Administratie en Controle, waaronder de accountantsdienst ressor teert en tevens belast met de waarneming van de leiding van het directoraat Auto matisering, heeft ons toegezegd daarop in een van de volgende nummers nader te willen ingaan. J.R.H.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 35