23
dan een algemene bank, tot een deel
terrein beperkt en dus op dat terrein als
specialist optreedt. Deze specialisatie
brengt een betere kennis van de marktsi
tuatie met zich mee, zowel ten aanzien
van de ondernemer, die zich in die markt
beweegt, als ten aanzien van de bedrijfs
middelen, die in die markt verhandeld
worden. Daarnaast is haar financierings
methodiek en kredietbewaking afgestemd
op de geldstroom, waaruit bedrijf of parti
culier zijn periodieke financieringsver
plichtingen moet voldoen. Bij stagnatie
kan daardoor snel worden ingegrepen.
Door haar kennis van de markt kan zij in
het ergste geval ingangen vinden om de
teruggenomen objecten tegen redelijke
prijzen te gelde te maken en daarmee
haar vordering op de debiteur afdekken.
Toch is daarmee het risico van roerende
objectfinanciering niet weggepraat.
Daarom blijft een belangrijk element in
de beantwoording van de hierboven ge
stelde vraag, dat het ondanks alles toch
aanwezige extra risico wordt verrekend in
de prijs van de financiering. En daarmee
is dan tevens de hogere rente van de
financieringsmaatschappijen ten opzichte
van de banken verklaard.
Wanneer en hoe kan nu De Lage Landen
haar diensten aan de Rabobanken aan
bieden?
Alvorens tot beantwoording van deze vra
gen over te gaan, is het gewenst een
onderverdeling te maken in consumptief
en produktief krediet. Heel eenvoudig ge
zegd: consumptief krediet heeft betrek
king op financiering van de particulier;
produktief krediet op de financiering van
bedrijfsmiddelen.
Consumptief krediet
Natuurlijk kent de plaatselijke bank voor
financiering van de particulier de per
soonlijke lening en de kredietfaciliteit van
een maandsalaris op de privérekening.
Uiteraard zal iedere bank in eerste instan
tie bezien of haar cliënt voor een van deze
twee vormen in aanmerking komt. In
bepaalde gevallen is dit echter niet moge
lijk, terwijl de bank toch deze cliënt
respectievelijk potentiële cliënt zou willen
helpen. Te denken valt daarbij aan ie
mand, die geen privérekening bij de bank
aanhoudt, maar bijvoorbeeld wel zijn as
surantiezaken via de bank regelt. Of aan
een cliënt, die wel een privérekening aan
houdt, maar dil nog te kort doet (nog geen
drie maanden) of niet aan de normen
voldoet, die voor verstrekking van de
persoonlijke lening gesteld zijn, terwijl
toch redelijkerwijs verwacht mag worden,
dat de verplichtingen nagekomen kunnen
worden.
Ten slotte kan het zo zijn, dat de bank
afspraken heeft met plaatselijke leveran
ciers om te bemiddelen voor financierings-
aanvragen ten behoeve van de cliënten
van die leveranciers; deze cliënten behoe
ven niet noodzakelijkerwijs tevens cliënt
van de plaatselijke bank te zijn. In al die
gevallen is het voor de plaatselijke bank
prettig toch een mogelijkheid te hebben
deze mensen met een financiering te kun
nen helpen. Niet alleen vanwege de provi
sie, die daartoe door De Lage Landen
wordt uitgekeerd, maar vooral om daar
door de cliëntenkring uit te breiden, res
pectievelijk te verdiepen. Hierbij kan bij
voorbeeld worden gewezen op de voor de
hand liggende afsluiting van een object
verzekering, die de cliënt toch nodig
heeft.
Produktief krediet
Bedrijfsfinanciering is van oudsher een
taak van de plaatselijke Rabobank. Finan
ciering van de roerende bedrijfsmiddelen
behoort daartoe. Toch blijkt regelmatig,
dat ook relaties van de plaatselijke bank
voor de financiering van hun roerende
bedrijfsmiddelen een financiering afslui
ten bij een financieringsmaatschappij.
Waarom doet men dit, terwijl een lening
bij een plaatselijke bank altijd goedkoper
is?
Het kan zijn, dat dit onbewust geschiedt,
omdat men de mogelijkheden van de
plaatselijke bank onvoldoende kent; het
kan echter cok zijn, dat men bewust voor
een financieringsmaatschappij kiest, om
dat deze een hogere verstrekkingsnorm
hanteert en/of sneller met geld over de
brug komt. De hogere kosten neemt men
daarbij voor lief, mede overwegend, dat
een gedeelte toch „door de fiscus betaald
wordt".
Het is duidelijk, dat het voor een bank
niet prettig is, wanneer meerdere finan
ciers op de bedrijfsbalans van haar cliënt
prijken. De bank kan immers haar cliënt
meer van dienst zijn naarmate het finan
cieel contact met hem inniger is en niet
verstoord wordt, respectievelijk verstoord
kan worden, door derde geldgevers, waar
mee de bank geen contact onderhoudt.
Men kan in een dergelijk geval natuurlijk
trachten de cliënt te bewegen al zijn
financieringen bij de plaatselijke bank
onder te brengen. Hierboven is echter
geschetst, dat dit vanuit bancaire financie
ringsmogelijkheden niet altijd kan of dat
Ook de publiciteit wordt zoveel mogelijk onder de Rabovlag gevoerd