13 Illustratie uit het boek om ik minder dan de schrijver op het standpunt sta dat het verwonderlijk zou zijn, dat de samenwerking tussen Utrecht en Eindhoven niet veel eerder tot stand is gekomen. Veeleer deel ik de mening van wijlen ir. S. L.. Louwes, de grote man van de landbouwcrisispolitiek, die (pag. 13) op merkte dat „zich bij de stichting der twee centrales reeds het verschijnsel voordeed, dat op de Nederlandse landbouworganisa ties het stempel drukte, namelijk de orga nisatie in naar de confessies geordende groepen". Gelukkig doen zich ten aanzien van dit verschijnsel de laatste tijd grote veran deringen voor. Het verheugt mij, dat prof. De Vries hiervan een overtuigd exponent is gebleken. Al bij al is de Nederlandse literatuur over de naoorlogse ontwikke ling met een studie verrijkt, die zowel door meer deskundigen als door outsiders met veel genoegen zal worden geraad pleegd. Hoogleraar aari de Vrije Universiteit te Am sterdam Professor De Vries behoort tot de fine fleur van de groep schrijvers van weten schappelijke gedenkboeken, die ons land rijk is. Daarbi heeft hij zich op breed terrein bewogen: het Amsterdamse be drijfsleven, de Volksuniversiteit en Hoog ovens (zijn topprestatie). Verder is hij blijkens o.a. zijn pas verschenen boek over de Nederlandse economie tijdens de 20ste eeuw goed op de hoogte van de contempo raine economische geschiedenis. Raad van Beheer en Hoofddirectie van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boeren- leenbank hebben dan ook als goede ban kiers geen onnodig risico gelopen toen zij juist hem vroegen het gedenkboek te schrijven. En het is een goed gedenkboek geworden, dat een eigen plaats inneemt onder de werken van de auteur. In het eerste hoofdstuk neemt hij een aanloopje tot de eigenlijke stof, de periode 1948-1973, dat door levendige schrijftrant en bondigheid van opzet een schoolvoor beeld is hoe een schrijver „in medias res" kan belanden. Daarna schetst hij in duide lijke lijnen het wel en wee van de Neder landse landbouw en daarmee tegelijker tijd de achtergrond, waartegen de ont wikkeling van de jubilerende banken moet worden beoordeeld. En passant ver schaft hij ons daarmee het eerste algeme ne beeld van de na-oorlogse landbouw problematiek dat historische allure heeft. De eigenlijke bankgeschiedenis, die door het brede kader waarin zij is geplaatst ten volle tot haar recht komt, vormt een boeiend relaas: de geschiedenis van de Commissie landbouwkrediet, van de rela tie tot de handelsbanken, de branchever vaging - om ons te bepalen tot een opsomming van slechts enkele topics uit dit deel van het boek - het komt alles goed uit de verf. Zeer opvallend is daarbij de soepele manier waarop de instellingen zich per saldo aan nieuwe verhoudingen weten aan te passen. In de concurrentie om de spaarduiten kunnen zij het goed opnemen tegen de commerciële instellin gen (terwijl de algemene spaarbanken bij voorbeeld achterop raken); een coöperatie kan efficiënt en commercieel geëxploi teerd worden. Juist door de sterke nadruk die het functioneren van het instituut krijgt, raakt de lezer wel benieuwd wie nu eigenlijk de mannen zijn die achter de schermen de touwtjes in handen hielden. Dit persoonlijke element komt in het boek niet sterk naar voren. Wie andere boeken van De Vries heeft gelezen, zal het betreuren dat daardoor zijn rake typeringen van de dramatis personae ontbreken. Maar hier is van toepassing de opmerking van de befaamde Engelse historicus Wilson dat ook tabellen en grafieken hun dramatiek kennen en dat deze in de moderne economische ge schiedenis meer en meer op de voorgrond treden. In dit opzicht komt de lezer, die in het boek een aantal overzichtelijke tabel len aantreft, goed aan zijn trekken. Een enkele maal ziet De Vries wel kans de menselijke emoties op het toneel te bren gen (het blijft een uitzondering: in notu len en verslagen laten die gevoelens zich moeilijk betrappen). Het relaas over de moeilijkheden rond de Zuivelbank is er een goed voorbeeld van. Samenvattend: De Vries kan in zijn kast PROF. DR. J. A. DE JONGE: ...HISTORISCHE ALLURE, HOEWEL DRAMATIS FERSON/E ONTBREKEN

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 15