de
rijksbegroting
1974 voor de
landbouw
Ministers komen, ministers gaan,
maar de ambtenaren blijven en
drukken een stevig stempel op
b.v. de memorie van toelichting
welke de bewindsman
ondertekent. De memorie van
minister Brouwer verschilt in
opzet en indeling weinig van die
van zijn voorgangers: uit de
cijfers blijkt wel dat hij zijn
bewindsperiode is begonnen in
voor de land- en tuinbouw
economisch gunstiger
omstandigheden dan menige
voorganger. Zoals gebruikelijk
moet men te midden van een
massa nuttige informatie en
verslaggeving met enige moeite
zoeken naar uitspraken over
het beleid.
een gunstiger jaar
produktiviteit
drs. m. I. de heer
Uit de cijfers die door het L.E.I. zijn verzameld blijkt, dat
vooral het prijsniveau tot een gunstig 1972/1973 heeft
geleid. De prijsstijging bedroeg 11% (1971/1972: 4,5%).
Zoals de laatste jaren gebruikelijk is geworden, zijn naast
de absolute cijfers over de gemiddelde inkomens, die
altijd moeilijk op hun werkelijke waarde zijn te schatten,
ook vergelijkingen gemaakt met de ontwikkeling buiten de
landbouw. Door te berekenen wat de produktiefactoren in
de landbouw zouden verdienen als zij elders aangewend
zouden worden, heeft men een norm voor hetgeen de
landbouw zou moeten verdienen. Deze zgn. belonings
aanspraken kunnen worden vergeleken met het inkomen
dat voor de agrarische produktiefactoren in werkelijkheid
beschikbaar komt: het zgn. netto-overschot. Het blijkt dat
er dit jaar evenals vorig jaar een overschot is geweest.
Er kan op dit gunstige resultaat wat worden afgedongen,
want bij de beloningsaanspraak gaat men uit van het
C.A.O.-loon voor landarbeiders en wellicht zullen vele
zelfstandigen van mening zijn dat zij voor hun arbeid
hoger beloond moeten worden. Verder wordt voor de
grond en bedrijfsgebouwen de pacht als kosten genomen,
terwijl de eigenaren bepaald op hogere lasten zitten. Het
absolute verschil mag dan minder groot zijn, de trend is
duidelijk, zoals uit de percentages blijkt: het ging de
laatste twee jaren niet slecht in de landbouw (zie de tabel
op de pagina hiernaast bovenaan).
Naast het vaak tijdelijke gunstige prijsniveau van vele
produkten, met als belangrijke voorbeelden de zuivel en
de aardappelen, is de ontwikkeling van de produktiviteit
een structurele bijdrage tot meer inkomen in de landbouw.
In deze memorie wordt dit begrip wat. verder dan
gewoonlijk uitgerafeld.
De vermindering van het aantal werkenden in de land
bouw, terwijl de omvang van de produktie toeneemt, is
een belangrijke bijdrage tot de produktiviteit. Het arbeids
volume is in 1971/72 minder (nl. met 3%) afgenomen dan