ziekteverschijnsel onderkennen! E E 7 Wij, werkers in het bankbedrijf, hebben allemaal weer een na- indexering" achter de rug. De Cen trale Bank heeft per 1 juli de salarissen van haar personeelsleden verhoogd met 3,9 en heeft in navolging van het c.a.o.- bankbedrijf aan de aangesloten banken geadviseerd hetzelfde te doen met de salarissen van haar personeelsleden. We zijn dus weer „nageindexeerd" en dat betekent, dat we weer bij zijn bij de ge stegen kosten van levensonderhoud over de afgelopen periode van een half jaar! Een mooi systeem, zijn we geneigd te zeggen. We worden er wel niet beter van, het haalt ook niets uit voor het probleem van een andere inkomstenverdeling, maar het zorgt er dan toch maar voor, dat we ondanks de inflatie evenveel voor ons levensonderhoud kunnen verteren als vroeger. Een goede werkgever, die ons zo tegen de gestegen kosten indekt! En als onze vrouwen klagen, dat alles als maar duurder wordt, kunnen we hen fijn gerust stellen met op te merken, dat er immers ook iedere maand iets meer binnenkomt. Die prijsstijgingen zijn natuurlijk jammer - het moest niet voorkomen - maar we slik ken ze zonder al te veel morren, want wij hebben immers onze compensatie. Dit lijkt een beetje cynisch opge merkt en dat is ook wel wat de be doeling Een bedoeling, die tegen niemand in het bijzonder gericht is. Zeker niet tegen onze werkgevers, die de op zich zelf voortreffelijke intentie hebben om de beloning van hun personeel aan te passen aan de gestegen kosten. Ook niet tegen de werknemers zelf, die de 3,9% ontvangen. Voor ieder van hen is het bil lijk, dat hun inkomen het gestegen kosten- peil bijhoudt. In de E.E.G.-landen zijn er trouwens bijna 38 miljoen werkers, die zulke automatische loonsijtgingen krijgen als de prijzen voor het levensonderhoud omhoog gegaan zijn. Dat betekent, dat ongeveer een derde van de arbeidskrach ten in de E.E.G. onder zo'n automatisme valt. De andere tweederde valt er nog bui ten, maar die werkers zullen hopelijk in cidenteel ook wel aan hun trekken komen. De miljoenen echter, die een vast inkomen hebben, pensioen trekken of met een klein, marginaal loon moeten zien rond te komen, zijn telkens weer slechter af als de inflatie de prijzen doet stijgen. Zij zijn daarom maar in een hokje geplaatst: de vergelen groepen. En dan zijn er de velen, die zichzelf moeten helpen, de kleine en niet zo heel kleine zelfstandigen. Voor hen is er maar één oplossing: de eigen prijzen verhogen, want ook de eigen kosten wor den immers al hoger. Niemand is gelukkig met deze ontwikke ling, werkgevers niet en werknemers niet. Sterker nog, de hand over hand toenemen de inflatie is het grote probleem geworden in heel West-Europa en in vele landen daarbuiten. Afzonderlijke oorzaken voor die inflatie en dat al maar stijgend prijzen- peil, zijn er vele te noemen, maar het hui dige verschijnsel schijnt zich zelfs aan de knapste analyse te onttrekken. Volgens een Brits econoom lijken de gangbare economische spelregels tegenover de hedendaagse inflatie-problemen te ver schrompelen. Men ziet geen bijzondere reden, waarom het inflatieproces niet zou doorgaan; „Dat is wat het werkelijk veront rustend maakt," zo zei dr. Zijlstra deze zomer. We drijven blijkbaar op een infla toire stroom mee, die we geen halt toe weten te roepen. De vereende trek- en duwkracht van de vraag naar en de kos ten van goederen en diensten brengt de prijzen als langs een spiraal al verder om hoog. We spreken zelfs van de autonome inflatie, zoiets als „inflatie omdat er in flatie is", maar de term verandert niets aan onze onmacht. Dit stukje heeft ten doel ons iets van de achtergrond van die 3,9% salarisverhoging te doen beseffen. Laten ive allen goed weten, dat het in wezen een symptoom is van ons aller on macht. Een symptoom, dat die onmacht zelfs nog versterkt, want wij zijn er des te eerder door geneigd die inflatie als iets heel gewoons te aanvaarden. Het is als een ziekte, waar we gewend zijn mee te leven en waarvan we liefst willen vergeten, dat hij verergeren kan en accuut worden. Dat laatste doet zich voor als de stijgingen van prijzen, die van de lonen zullen gaan overvleugelen. Zal dat straks gebeuren? De deskundigen zijn zeer bezorgd. Individueel lijken we er niets aan te kun nen doen. Het zou Don Quichoterie zijn als enkeling een loonsverhoging te weigeren. Zelfs regeringen en de verschillende na tionale bankinstellingen als onze Neder- landsche Bank ondervinden dat hun in vloed tekort schiet tegenover de kracht waarmee- de inkomens en prijzen onge stoord omhoog gaan. Ook een in onze ogen toch niet geringe organisatie als de onze kan niet anders dan de „trend" vol gen. Zelfs al zou ze het kunnen, dan nog kan ze het zich niet veroorloven daar tegen in te gaan. Zolang niet een doeltreffend, desnoods hard middel gevonden is om het kwaad van de inflatie de kop in te drukken, is er echter één ding, waar we allemaal toch wel iets aan kunnen doen. Dat is een men taliteit bevorderen, die in plaats van de inflatie als een gegeven te aanvaarden, zich daartegen wil te weer stellen. Een mentaliteit, die zich niet alleen door direct eigen belang laat leiden, maar er oog voor krijgt, dat hier een maatschappelijk kwaad bestreden moet worden, dat ons allen aangaat. Pas als we overal, in Nederland en in het buitenland, daarvan doordrongen worden, zat het goede klimaat ontstaan, om de inflatieziekte in de kern aan te tasten. J. R. H.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 9