ontmoetingen met kringbesturen 2 Gedurende de maand augustus heb ik, deugdelijk geassisteerd door een lid van de Hoofddirectie, waarbij de heren Bakx en Greven elkaar afwisselden, en een onder directeur, de heren Van der Linden of Kerk meester, gelegenheid gehad in een achttal bijeenkomsten nader kennis te maken en in kleine kring van gedachten te wisselen met de leden van de kringbesturen van onze Rabobank. Aanleiding tot het houden van deze bijeen komsten was de discussie op de Centrale Kringvergadering van 2 mei j.l., waarbij het ging over de taak en in het bijzonder over de samenstelling van de in te stellen struc tuurcommissie. Uit die discussie bleek, dat er enkele be zwaren bestonden tegen de door de Raad van Beheer voorgestelde samenstelling van de commissie. Tevens werd de wens uitge sproken, dat de kringbesturen in een vroeg stadium bij de kandidaatstelling van dit soort commissies zouden worden betrok ken. Een en ander overwegende meende ik er goed aan te doen om namens de Raad van Beheer het voorstel tot samenstelling van de commissie terug te nemen. Tegelij kertijd heb ik toegezegd over de kandidaat stelling nader te overleggen met alle kring besturen. Nu alle bijeenkomsten achter de rug zijn kan ik zeggen er allerminst spijt van te heb ben, dat ik die toezegging indertijd heb ge daan. Integendeel! Ik heb voor mijzelf de stellige overtuiging, dat deze wijze van con tact en overleg zeer nuttig is geweest. Alle bijeenkomsten werden gekenmerkt door een prettige, open sfeer. Heel duidelijk bleek ook hoe sterk de kringbestuursleden zich betrokken voelen bij onze gehele Rabobank-organisatie. In alle bijeenkomsten heerste een grote mate van vertrouwen en, van wat ik zou willen noemen, kritische welwillendheid ten aanzien van de voorstellen en opvattingen, die door de Centrale Bank ter tafel werden gebracht. Van de zijde van de Centrale Bank werden de volgende onderwerpen aan de orde ge steld: 1. Samenstelling structuurcommissie 2. Samenstelling commissie ter bestude ring van de liquiditeits- en renterege ling. 3. Bespreking inzake de mogelijkheid tot het voeren van een centrale publiciteit met betrekking tot de door de Centrale Bank geadviseerde creditrentetarieven. Zoals kon worden verwacht leverde de kan didaatstelling voor beide commissies wei nig problemen op. Uit de door de kring besturen gestelde namen zal de Raad van Beheer een definitieve voordracht opma ken, waarna de benoeming op en door de a.s. Centrale Kringvergadering kan plaats vinden. Bij deze kandidaatstelling viel het op, dat op vele bijeenkomsten nog eens na drukkelijk werd beklemtoond, dat bij de samenstelling van de betreffende commis sies, vóór alle andere overigens belang rijke criteria, gelet moet worden op de des kundigheid en de kwaliteit van de te benoe men personen. Voor wat betreft de vraag of al dan niet moet worden overgegaan tot het voeren van centrale publiciteit van de door de Centrale Bank aan de lokale banken geadviseerde creditrentetarieven bleek weliswaar geen algehele unanimiteit te bestaan, maar wel was het duidelijk, dat de overgrote meer derheid een centrale publiciteit als een dringende noodzaak beschouwt. Het ligt in de bedoeling van de Raad van Beheer en Hoofddirectie ten aanzien van deze kwestie een definitieve uitspraak te vragen aan de a.s. Centrale Kringvergade ring. Behalve de zojuist genoemde punten kwa men bij wijze van rondvraag nog tal van andere zaken ter sprake, die dikwijls aan leiding gaven tot zeer interessante en leven dige discussies. Met voldoening zie ik terug op deze bijeen komsten, waar ik veel bestuursleden heb ontmoet, die ik reeds kende en met vele anderen heb kennis kunnen maken. De dis cussies waren overal open, kritisch, maar positief gericht. Wanneer ook de leden van de kringbestu ren deze bijeenkomsten hebben gewaar deerd, zoals ik het heb ervaren, dan is zo'n 'tour d'horizon' zeker voor herhaling vat baar. C. G. A. Mertens, Voorzitter Raad van Beheer

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 4