37 de nederlandse champignonmarkt gevolgen voor de rentabiliteit ONTWIKKELING VAN DE VEILINGPRIJS EN DE KOSTPRIJS VAN CHAMPIGNONS (1973 PROGNOSE) 1966 A gem. veilingprijs B1 kostprijs bij opbrengst 14 kg/m2 per teelt B2 kostprijs bij opbrengst 16 kg/m2 per teelt I I 1968 1969 1970 1 1963 1964 J een gelijkblijvende produktie vanaf dit moment, nog geruime tijd zal duren, al vorens het evenwicht op de internationale (Westduitse) markt zal zijn hersteld. Vorig jaar ging evenals in 1971 weer 73% van onze champignonproduktie naar de Bondsrepubliek. Dit verklaart, dat de situatie op de Westduitse markt in sterke mate bepalend is voor de prijsvorming van de champignons in ons land, hetgeen tot uiting komt in de sterke daling van de veilingprijzen na het topjaar 1970. In dat jaar bedroeg de gemiddelde veiling- prijs 3,18 per kg, in 1971 daalde dit tot 2,90 per kg en in 1972 tot 2,39 per kg. Bij een 15% grotere aanvoer bleef het prijspeil in het afgelopen halfjaar weer 6 ten achter bij vorig jaar. Wanneer deze tendens zich voortzet, zal de gemid delde veilingprijs dit jaar op 2,25 per kg uitkomen, hetgeen is weergegeven in de grafiek. In de grafiek is naast de prijsontwikkeling tevens een beeld gegeven van de stijging van de kostprijs, die jaarlijks door het Proefstation voor de champignonteelt te Horst wordt berekend. Bij een opbrengst van 14 kg/m2 per teelt berekende het Proefstation in 1971 een kostprijs van 2,66 per kg champignons en in 1972 van 2,79 per kg voor een be drijf met 3 standaardcellen. Extrapolatie van deze cijfers geeft voor 1973 een kost prijs van 2,92 per kg. Door verbeteringen in de teelttechniek is voor veel champignonkwekers een op brengst van 16 kg/m2 per teelt mogelijk geworden. Op deze basis werd voor 1971 een kost prijs berekend van 2,39 per kg tegen 2,53 per kg in 1972. Extrapolatie leidt voor 1973 tot een kostprijs van 2,67 per kg- Vergeleken met de kostprijs bij een op brengst van 14 en 16 kg bedroeg het posi tieve verschil in 1971 met de veilingprijs respectievelijk 0,24 per kg en 0,51 per kg. In 1972 veranderde dit in een negatief verschil van respectievelijk 0,40 per kg en 0,14 per kg. De eerdergenoemde prognoses voor 1973 leiden tot een groot negatief verschil van respectievelijk 0,67 per kg en 0,42 per kg. Uit het voorgaande is wel duidelijk ge worden, dat de rentabiliteit van de 1.090 champignonbedrijven, die bij de C.B.S.- mei-telling van 1972 werden geregistreerd, in de afgelopen jaren snel verslechterd is. Dit komt vooral naar voren bij een verge lijking in de grafiek van de verwachte situatie voor dit jaar met de toestand in 1970. Het L.E.I. heeft op basis van een steek proef van 20 bedrijven uit Midden-Limburg en Oostelijk Noord-Brabant de rentabili teit over 1971 berekend. Daaruit kan voor deze bedrijven een on- gewogen gemiddeld netto-overschot van 20,- per 100,- kosten worden berekend. Uit de grafiek kan bovendien nog worden afgeleid, dat de rentabiliteit van de cham pignonbedrijven in 1969 en 1970 nog aan merkelijk gunstiger is geweest dan in 1971. Op basis van de veiling- en kostprijs ontwikkeling en een toenemende kg-op- brengst per teelt, is uitgaande van de L.E.I.-cijfers over 1971 een prognose ge maakt van de rentabiliteit in 1972 en 1973. Met deze uitgangspunten werd voor 1972 een gemiddeld ongewogen netto-overschot van negatief 6,- per 100,- kosten ge- prognotiseerd. Voor 1972 kwam de prog nose zelfs uit op een negatief netto-over schot van 12,- per 100,- kosten. Uit de L.E.I.-gegevens over 1971 kon wor den afgeleid, dat 15% van de onderzochte bedrijven verliesgevend was. Uit de prog nose voor 1972 en 1973 bleek een toename van de verliesgevende bedrijven tot res pectievelijk 65% en 90%. Daarbij werd voor 1973 berekend, dat bij ongeveer 30% van de bedrijven het nega tief netto-overschot meer dan 20,- per 100,- kosten zal bedragen. De champignonsector is vooral de afge lopen jaren sterk uitgebreid. Meer dan de helft van het huidige aantal champignon cellen is na 1965 gebouwd. Van de 4.516 champignoncellen, die per mei 1972 aan wezig waren, werden er 1.112 ofwel bijna 25% zelfs na begin 1970 gebouwd. Daar tussen begin 1970 en mei 1972 het aantal champignonbedrijven slechts is toege nomen van 1.003 tot 1.090, zullen de meeste champignoncellen op bestaande bedrijven gebouwd zijn. De totale investering in de champignon sector van begin 1970 tot mei 1972 kan ruwweg begroot worden op 63 miljoen. Een belangrijk deel daarvan werd met vreemd vermogen gefinancierd. Wanneer de huidige marktsituatie voor lopig blijft aanhouden, valt mede door de grote investeringen in de afgelopen jaren te vrezen, dat bij een aantal bedrijven liquiditeitsspanningen een ernstig pro bleem zullen gaan vormen. Hoewel de verwachtingen met betrekking tot de marktsituatie voorlopig niet hoog gespannen zijn, moge het tot troost dienen, dat in het verleden meerdere malen sterke fluctuaties zijn opgetreden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 39