borgstellingsfonds voor
de landbouw
35
b. varekamp
Uit het jaarverslag over 1972 van het Borgstellingsfonds
voor de landbouw blijkt, dat ondanks een afname van het
aantal verleende borgstellingen het totale bedrag aan
afgegeven garanties in dat jaar toenam met 8 miljoen
ten opzichte van 1971. Deze toename werd veroorzaakt
door een gemiddelde stijging per borgstelling voor de
sector landbouw met 34 procent en voor de sector tuin
bouw met 30 procent. De gemiddelde borgstelling bedroeg
voor de betreffende sectoren 60.000,en 57.800,
Indien cleze cijfers worden vergeleken met negen jaar
geleden, dan is gemiddeld per borgstelling het bedrag
met 45.000,toegenomen.
Gedurende 1972 werd voor een bedrag van 102 miljoen
aan garanties afgegeven, waarvan ten behoeve van de
Noord-Holland. Toegewezen werden 1.719 aanvragen. Het
aantal afgewezen aanvragen steeg ten opzichte van vorig
jaar met 1 procent en bedroeg 24 procent. De belangrijkste
reden voor afwijzing wordt gevormd door financiële om
standigheden. Hieronder worden verstaan een te gering
eigen vermogen, een matige rentabiliteit in het verleden
en te zware financiële verplichtingen.
Het schadebedrag gaf een nadelig saldo aan van 3,8
miljoen. Het belangrijkste gedeelte hiervan (ƒ2,7 miljoen)
komt voor rekening van de tuinbouw en met name van de
glasgroenteteelt 2 miljoen). Het totale verliessaldo
van het Fonds komt hierdoor op 11,5 miljoen. Krachtens
verhaalrecht werd totaal ontvangen 1,1 miljoen, waardoor
een nettoverlies resulteert van 10 miljoen. Rekening
houdende met een totale garantieverlening van 906 mil
joen sinds 1952 laat zich een verlies becijferen van 1,1 pro
cent.
sector landbouw 58,9 miljoen, de sector tuinbouw 42,6
miljoen en 0,7 miljoen in de sector handel en nijverheid.
Sinds de oprichting in 1952 werd in totaal voor 906 mil
joen aari borgstellingen verleend.
Hoewel iedere erkende bankinstelling garanties kan ver
krijgen van het Fonds voor individuele financieringen, be
droeg het aandeel van de Rabobanken 872 miljoen, ruim
96% van het totale bedrag aan financieringen.
De verstrekte leningen onder garantie van het Fonds wer
den in de sector landbouw vooral aangewend voor het
bouwen van rundveestallen. Voor de bouw van varkens-
en pluimveestallen was veel minder belangstelling dan in
de voorgaande jaren. In de sector tuinbouw hadden de
garanties vooral betrekking op de financiering van glas
opstanden. Gedurende het verslagjaar was het Fonds
betrokken bij de financiering van 88 ha glasopstanden.
Zowel voor de fruitteelt als de champignonteelt was een
verminderde belangstelling merkbaar. De garantieverplich
ting per ultimo 1972 bedroeg 462 miljoen.
Hiervan komt voor rekening van de sector landbouw 224
miljoen, de sector tuinbouw 229 miljoen en de sector
handel en nijverheid 8,6 miljoen.
Het aantal aanvragen in 1972 bedroeg 2.248, waarvan ruim
40 procent afkomstig is uit de provincies Zuid-Holland en