bestuurders
conferenties
voor het eerst overdag in de
zuidelijke districten
28
Van Paterswolde tot Maastricht en van Schagen tot Goes
werden in het afgelopen seizoen oktober 1972 tot mei
1973 conferentiedagen georganiseerd voor leden van
besturen en raden van toezicht van de Rabobanken.
Tijdens deze dagen werd nader inzicht verschaft in de
werking van de Rabobanken en in een aantal algemene
aspecten van het bankbedrijf.
De belangstelling voor deze conferentiedagen bereikte het
afgelopen seizoen een recordhoogte. Niet minder dan
1.810 functionarissen namen deel.
Er werden 77 groepen samengesteld, die over 31 plaatsen
verspreid, elk twee bijeenkomsten hielden. Per gewest
waren de aantallen deelnemers als volgt: Brabant en Lim
burg: 521, West-Nederland: 546, Friesland: 102,Gelderland/
Overijssel: 450, Groningen/Drenthe: 191.
Bij de organisatie en de dagbegeleiding kon wederom ge
bruik worden gemaakt van de diensten van de Instituten
voor Landbouwcoöperatie, die evenals in vorige seizoenen
dit werk met veel belangstelling verrichtten. Dat de docen
ten bij een zo grote deelneming voor een niet gemakke
lijke taak stonden, laat zich denken.
De grote belangstelling van de zijde van de deelnemers
kan met name worden verklaard uit het feit, dat door func
tionarissen zowel van boerenleenbanken als van raiffeisen-
banken aan de eerstejaarsconferentiedagen werd deelge
nomen. Het gemengde karakter kwam niet overal even
sterk naar voren, doordat in de ene streek van ons land
de boerenleenbanken talrijker zijn dan de raiffeisenbanken,
terwijl in de andere streek juist het omgekeerde het geval
is. De eerste gemengde groep kwam op 3 oktober 1972
bijeen in Schagen.
De foto's op deze en de twee volgende bladzijden zijn
momentopnamen van de bestuurdersconferenties van het
afgelopen seizoen
In Brabant en Limburg nam het programma in afwijking
van vorige jaren nu steeds een hele dag in beslag. De
omschakeling van avondbijeenkomsten naar dagconferen
ties had de vraag opgeroepen of zich wel voldoende leden
van besturen en raden van toezicht zouden kunnen vrij
maken. Boven verwachting konden evenwel niet minder
dan vijftien groepen worden samengesteld, met in totaal
521 deelnemers.
Voor de organisatoren en de docenten is het belangrijk te
weten hoe de deelnemers over de eerste bijeenkomsten
denken. Vandaar dat aan het einde van elke eerstejaars
conferentie aan de deelnemers wordt gevraagd een „eva
luatieformulier" in te vullen. Uit de gehouden evaluatie
bleek dat vrijwel alle deelnemers het gewenst vonden dat
de conferentiedagen een vervolg krijgen. De organisatie