r
27
i"
OVERZICHT HUIDIGE
SITUATIE
LEEFTIJD
6 j.
7 j. 8 j. 9 j. 10 j. 11 j.
12 j.
1
13 j. 14 j. 15 j. 16 j. J 17 j.
SCHOOLKLAS
2e 3e 4e 5e 6e
2e 3e
1
basisonderwijs
1 i
vervolgonderwijs 1 1
1 I
11
LEERPLICHT
9 JAAR VOLLEDIGE LEERPLICHT
(5 schooldagen per week)
I
2 jaar
I partiële
leer
plicht
(1 school
dag per
week)
nog
geen
leer
plicht
samen niet meer dan 8 uur per dag te
bedragen. Kiest iemand nu een school
type (bijvoorbeeld avond-Mavo), waarbij
meer dan 8 uur per week wordt lesgegeven,
dan is de werkgever niet verplicht meer dan
8 uur „vrij te geven".
Veelal zal de werkgever met partieel leer
plichtige jongeren dus een part-time-
dienstverbctnd aangaan van vier dagen per
week en bovendien 20% minder salaris
uitbetalen dan wanneer er van een full-time-
dienstverband sprake zou zijn geweest.
Zuiver formeel gezien is de werkgever
daarmee van alles af. Immers, als werk
gever heefl hij wettelijk slechts te maken
met de arbeidswet en niet met de leer
plichtwet. Van het inschrijven voor een be
paalde school, het aanvragen van kinder
bijslag voor één dag per week, e.d. behoeft
hij zich - als hij niet wil - niets aan te
trekken.
Het behoort echter onder meer tot een
goed sociaal beleid om daar waar nodig
de personeelsleden - en in het onderhavige
geval ook hun ouders - te adviseren, te
stimuleren en eventueel daadwerkelijk hulp
te verlenen.
Dat geldt vooral ook in verband met de
keuze van een bepaald schooltype.
Die keuze beperkt zich - voor bankperso
neel - tot drie schooltypen:
Vormingsonderwijs
- Avond-Mavo
- E.C.A.B.O.
In het bijzonder de laatstgenoemde oplei
ding eist begeleiding vanuit de werkgever,
indien zij optimaal tot haar recht wil komen.
Het E.C.A.B.O. (Economisch en Adminis
tratief Beroepsbegeleidend Onderwijs) is
namelijk een nieuwe tak binnen het kader
van het (in de ambachtelijke sfeer) reeds
tientallen jaren bestaande zogenaamde
leerlingenstelsel, waarbij de theoretische
en praktische opleiding voor een bepaald
beroep zoveel mogelijk op elkaar worden
afgestemd. Vooral in het meer praktische
gedeelte van de opleiding ligt voor de lei
ding van de plaatselijke bank een belang
rijke taak.
De partiële leerplicht is echter een tijdelijke
zaak. In de tachtiger jaren, wanneer de ver
lenging van de volledige leerplicht een feit
zal zijn, behoort de huidige problematiek
tot het verleden.
Dat betekent niet, dat er dan geen moeilijk
heden meer zouden bestaan. Een volledige
leerplicht tot en met 17 jaar impliceert, dat
de jongste arbeidskrachten 18 jaar oud
zullen zijn. Dat is zowel economisch (de
goedkoopste arbeidskrachten vallen weg)
als ook organisatorisch (wie doet het werk
op lager uitvoerend niveau) een probleem
van de eerste orde, zeker als men bedenkt
dat circa 20 van het huidige bankperso
neel 18 jaar of jonger is.
Behalve voor de bedrijven heeft de leer
plichtverlenging natuurlijk mede haar eco
nomische consequenties voor vele gezin
nen. Zij heeft een potentieel verlies aan
inkomen tot gevolg voor bepaalde jongeren,
of althans voor hun ouders. Ofschoon dit
verlies niet exact te berekenen valt, zal het
wellicht ook in de toekomst slechts ten dele
worden gecompenseerd, namelijk door
middel van kinderbijslag en belastingaftrek.
Ten slotte zij erop gewezen, dat de leer
plichtverlenging - hoe paradoxaal dit ook
moge klinken - in feite een middel is om
iedereen te dwingen van zijn recht op
onderwijs gebruik te maken. Sceptici heb
ben daarom reeds herhaaldelijk gewaar
schuwd voor mogelijk negatieve gevolgen
van een dergelijke „dwang", in het bijzon
der voor de studiemotivatie.
Het is echter onmogelijk deze leerplicht
verlenging op haar juiste merites te beoor
delen zonder haar te plaatsen binnen het
totale beleid van de overheid op dit terrein.
Met name bestaat er een duidelijk verband
met de in voorbereiding zijnde juridische
(meerderjarigheid met 18 jaar) en econo
mische (studiefinanciering vanaf 18 jaar)
onafhankelijkheid van jongeren. Indien een
en ander geheel is doorgevoerd, wordt de
jongere als het ware gedwongen naar
school te gaan tot het moment dat hij vol
ledig onafhankelijk in staat is (of geacht
wordt) zijn eigen beslissingen te nemen.
Gezien deze achtergrond is de verlenging
van de leerplicht als een belangrijke fase
te beschouwen, niet alleen in de ontwikke
ling van gelijke onderwijskansen voor ieder
een, maar ook in het breder kader van het
streven naar een meer algemene, sociale
gelijkheid.