de landbouwbank in Suriname 22 drs. j. r. van dommelen landbouwbank activiteiten Suriname is een land met circa 400.000 inwoners en een oppervlakte van 41/2 x Nederland. Het overgrote deel evenwel bestaat nog uit oerwoud en het leven speelt zich dan ook voornamelijk af in de kuststrook, die van Albina in het oosten tot Nieuw-Nickerie in het westen een lengte heeft van 383 km. De schrijver van het bijgaande arti kel, drs. J. R. van Dommelen, ver trok april 1972 naar Suriname om daar de leiding op zich te nemen van de jonge Landbouwbank. Eer der deed hij tropenervaring op in Kameroen. De Centrale Rabobank neemt deel in het aandelenkapitaal van de Landbouwbank te samen met het land Suriname. Een tweede project, waaraan de Centrale Rabobank me dewerking verleent, is de onlangs bekend gemaakte reorganisatie van Vervuurts Bank in Suriname. Het voornemen bestaat om tussen beide bankinstellingen een nauwe samenwerking tot stand te brengen. Van een regelmatige spreiding van de be volking over dit gebied is evenwel geen sprake. In de hoofdstad Paramaribo en directe omgeving wonen 250.000 mensen. Naast de voornaamste groeperingen, de Creolen en Hindoestanen, treft men er Java nen, Chinezen, Indianen, Libanezen en Europeanen aan. Een boeiende verschei denheid. Suriname is een vriendelijk land, met op gewekte, gastvrije mensen. Een voorbij- gaande toerist zou zich in een van proble men verschoond land kunnen wanen; doch dit is maar schijn. Zoals alle ontwikkelings landen, kampt ook Suriname met grote werkloosheid. In Suriname is daarenboven de leeftijdsopbouw van de bevolking zo danig, dat dit probleem ernstige vormen kan gaan aannemen, indien niet voor vol doende werkgelegenheid wordt gezorgd. Bovendien wordt het steeds moeilijker de verworven levensstandaard te handhaven, aangezien de te importeren produkten uit de zogenaamde „rijke landen" een op waartse druk op het prijspeil uitoefenen. Compensatie in loonstijging zoekt de ak- tieve vakbeweging bij bedrijven die het kunnen betalen, hetgeen leidt tot toe nemende inkomensverschillen tussen de verschillende bedrijfstakken en met name tussen overheid en bedrijfsleven. Het betreft hier niet meer dan het aanstip pen van een enkele probleem, zonder dat ik daarop dieper zou willen ingaan. Onze aandacht richtend op de landbouw, mede daaronder vattend de sectoren vis serij en bosbouw, kunnen wij ons gemak kelijk voorstellen, dat de behoefte aan een gespecialiseerde bank zich steeds sterker deed gevoelen, immers circa 30% van de beroepsbevolking is in de landbouw werkzaam. Als eerste aanzet tot de oprichting van de Landbouwbank kan worden genoemd de aanvaarding van het door de Surinaamse Regering tot de toenmalige Coöperatieve Centrale Boerenleenbank gericht verzoek voor het uitbrengen van een advies over een eventueel op te richten landbouwbank. In januari 1970 vertrok drs. A. J. Bierings daartoe naar Suriname. Mede op basis van het door hem uitgebracht advies, werd in februari 1972 te Amstelveen een joint venture-overeenkomst getekend tussen het Land Suriname, de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank en de Nederlandse Parti cipatiemaatschappij voor Suriname N.V. In het maatschappelijk kapitaal van Sf. 10.000.000,-, waarvan geplaatst Sf. 4.000.000,-, wordt op 50/50 basis door de huidige aandeelhouders, t.w. het Land Suriname en de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenlenbank G A. deelgeno men. Behalve deze financiële participatie, is van niet minder belang het feit dat de Coöpe ratieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank zich bereid heeft verklaard tot het verlenen van technische steun bij het opzetten en tot ontwikkeling brengen van de bank, o.m. tot uiting komend in de omstandigheid dat de Centrale Bank de directie van de Land bouwbank voert. Schrijver dezes treedt daarbij op namens de Centrale Bank. Daarenboven kan onze jonge bank zich erin verheugen, dat bereid waren in de Raad van Commissarissen zitting te nemen de heren mr. Ph. C. M. van Campen, president-com missaris, ir. R. Shankar, drs. R. W. Roseval, ir. G. D. Hindorie, C. G. A. Mertens, drs. H. C. A. Mollen, ir. G. P. Tiggelman. De formele oprichting van de bank vond plaats op 19 april 1972 te Paramaribo. Spoe dig daarna konden, na een provisorische verbouwing, in juli 1972 de deuren voor het publiek worden geopend. In oktober daar aanvolgend hadden wij het genoegen in Nickerie met ons eerste filiaal van start te gaan. Artikel 3 van de statuten van de bank geeft aan, dat de bank zich ten doel stelt de ont wikkeling van de landbouw, bosbouw en visserij te bevorderen en de produktiviteit en rentabiliteit van genoemde sectoren te verhogen. De bank streeft het bereiken van dit doel na door o.a. het verrichten van financieringen in de reeds eerder genoem de sectoren, het aantrekken van spaar- en depositogelden, alsmede rekening-courant- gelden en verder het uitoefenen van alle gangbare bancaire activiteiten. Tot de taak van de bank behoort eveneens het bevorderen van de oprichting van

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 24