het nieuwe systeem van indirecte kredietbeheersing 18 drs. h. visser Medio juli maakte De Nederlandsche Bank in een pers communiqué bekend dat in het kader van de uitvoering van het sociaal-economisch toezicht op het kredietwezen met de representatieve vertegenwoordigers van handels banken en landbouwkredietbanken en met de P.T.T. over eenstemming is bereikt over de invoering van een zoge naamde liquiditeitsreserve voor bovengenoemde banken en de Postcheque- en Girodienst. Met andere woorden, een periode van kredietbeheersing of zo u wilt een periode van kredietrestrictie is ingeluid. Volgens De Nederlandsche Bank bestond er uit conjunc tureel oogpunt behoefte aan een lichte vorm van krediet beheersing. Alvorens de grote lijnen van het nieuwe systeem van indirecte kredietbeheersing te schetsen, wordt in herinne ring gebracht dat in juli 1972 het toentertijd geldende systeem van directe kredietbeheersing mede op conjunctu rele gronden werd opgeheven, na gedurende een periode van drie jaar effectief te zijn geweest. Het systeem van di recte kredietbeheersing kende een tweetal richtlijnen, te weten een gedragslijn voor de korte kredietverlening en de regeling voor het lange bedrijf. Bij de gedragslijn voor de korte kredietverlening werd een percentage vastgesteld waarmede in een bepaald aantal maanden de kredieten in rekening-courant aan de private sector ten opzichte van een bepaald basisbedrag mochten toenemen, terwijl de regeling voor het lange bedrijf inhield dat de lange activa niet meer mochten toenemen dan de lange passiva. Als groot bezwaar tegen het systeem van directe krediet beheersing werd aangevoerd dat bij langdurige hantering een zekere verstarring optreedt. Vrijwel ongeacht de aan was van toevertrouwde middelen kregen alle onder de regeling vallende kredietinstellingen dezelfde norm voor de toegestane uitbreiding van de kredieten in rekening courant, hetgeen duidelijk ten nadele is voor de sneller expanderende kredietinstellingen. Bij het systeem van indirecte kredietbeheersing wordt wel rekening gehouden met de groei van de toevertrouwde gelden. Immers, de liquiditeitsreserve wordt gerelateerd aan de toevertrouwde gelden, waarbij een onderscheid is gemaakt tussen de zogenaamde korte toevertrouwde gelden en de zogenaamde lange toevertrouwde gelden. De korte gelden bestaan bij onze organisatie voornamelijk uit rekening-courant gelden, terwijl de spaargelden als lange toevertrouwde gelden zijn te beschouwen. De liqui diteitsreserve bestaat grotendeels uit schatkistpromessen, -biljetten en, tot een bepaald plafond, kortlopende vor deringen op de lagere overheid. De bepaling van de groot te van de liquiditeitsreserve geschiedt op basis van de dagelijkse standen in een vier weekse periode terwijl de toevertrouwde gelden worden gemeten aan de hand van de standen op de maandultimo's. De werking van het systeem van indirecte kredietbeheer sing kan als volgt worden geschetst. Via verhoging van het liquiditeitsreserve-percentage tegenover de korte toevertrouwde gelden worden de kredietinstellingen be perkt in hun mogelijkheden om beleggingen te doen en kredieten te verstrekken. Op het moment van introductie bedroeg het bovengenoemde percentage 8 Het zal voor zover de omstandigheden daartoe aanleiding geven, ge leidelijk aan worden verhoogd tot - onder de thans getrof fen regeling - 14%. Voorts kent het systeem een liquidi- teitsreservepercentage, dat aan de lange toevertrouwde gelden is gerelateerd, en in beginsel niet voor wijziging in aanmerking komt; het bedraagt thans 7%. Het mede opnemen van dit laatste percentage voorkomt volgens De Nederlandsche Bank, dat de uitkomsten van de regeling worden beïnvloed door de liquiditeiten, die in het kader van het spaarbedrijf van de betrokken (groepen van) in stellingen, worden aangehouden. Tot zover de grote lijnen van het nieuwe systeem van indirecte kredietbeheersing. Over een aantal wezenlijke punten zal nog nader overleg plaatsvinden. Niet voor niets is de mogelijkheid open gelaten nog wijzigingen in de regeling aan te brengen. Het staat vast dat met de introductie van een krediet beheersingssysteem de rentabiliteit in het bankwezen on der druk komt te staan en het verschijnsel „near-banking" weer manifest zal worden. Voorts zal het thans van kracht zijnde kredietbeheersings systeem ongetwijfeld de concurrentiestrijd om de toever trouwde gelden, met name de spaargelden, nog hoger doen oplaaien.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 20