16 ontwikkelingen bij effectenzaken vijfentwintig jaar bankzaken laten meegroeien met de eisen die de aangesloten banken en de eigen cliënten van de Centrales daaraan stelden. Het was een proces van een geleidelijke groei en van een, noem het maar vrij passieve, aan passing aan de veranderende omstandig heden. Met name de laatste jaren ontwik kelden de beide organisaties zich ook op deze terreinen in een zodanig tempo, dat we het waarschijnlijk noch in Utrecht noch in Eindhoven zouden hebben gehaald met alleen maar voortbouwen op het bestaan de. De fusie gaf een zodanige verbreding en versterking van de basis dat daarmee de mogelijkheden zijn ontstaan voor een werkelijke nieuwe aanpak en voor een echt actief beleid ook op deze onderdelen van het bankbedrijf. In die zin is voor Buiten land en Effecten de fusie nog juist op tijd gekomen. Daarbij ben ik me natuurlijk wel bewust van de nevenmoeilijkheden, om niet te zeggen narigheden die onvermijdelijk aan een fusie zijn verbonden. Ze zijn ook ons niet bespaard gebleven en iedereen krijgt er zijn portie van mee. Nevenmoeilijkheden. Denkt u dan ook aan wat wel eens het mentaliteitsverschil tus sen Noord en Zuid of tussen Utrecht en Eindhoven wordt genoemd? In mentaliteitsverschillen tussen grote groepen mensen als die van Utrecht en Eindhoven geloof ik niet. Zowel in Utrecht als in Eindhoven kun je natuurlijk met wat moeite tegenstellingen constateren tussen bijvoorbeeld zeer bedachtzame en zeer im pulsieve mensen. Maar dan praat je over iets als karaktereigenschappen, die keurig over ons hele land en even keurig over wat wij „Utrecht" en „Eindhoven" noemen gespreid zijn. Wel waren in Utrecht en in Eindhoven ondanks al hun overeenkomsten in de loop van bijna 75 jaren werkmetho dieken en manieren van aanpak gegroeid, die je niet meer identiek kon noemen. En de fusie zou niet tot haar recht komen als er niet naar werd gestreefd zulke ver schillen - niet van de ene dag op de andere maar toch wel binnen een redelijke termijn - te egaliseren. Wij allen ervaren dus veranderingen, de een wat meer, de ander wat minder. En wanneer zulk een met een fusie onverbrekelijk verbonden verandering iemand in Utrecht of iemand in Eindhoven dwingt tot wijziging van zijn denk- of werkgewoonten, vink ik het nor maal dat hij zich afvraagt: hebben wij het in het verleden dan zo slecht gedaan? Maar dat noem ik geen mentaliteitsver schil. Hoe kun je van mentaliteitsverschil spre ken als je, gefusioneerd en wel, in ieder werkgebied weer ervaart dat men, of men nu van Utrechtse of van Eindhovense ori gine is, zoekend en discussiërend maar wel met inzet en overtuiging werkt aan een nieuwe eenheid, waarin het goed werken is en die naar buiten en in het bijzonder bij de aangesloten banken overkomt als een eerlijk en duidelijk op zijn doel ge richte werkgemeenschap. Kunt u iets zeggen over de nieuwe ont wikkelingen binnen uw directoraat, die het gevolg zijn van de fusie? Vanzelfsprekend leidt de fusie ertoe dat gelijksoortige werkzaamheden in het alge meen niet gespreid blijven over twee hoofdkantoren, maar worden geconcen treerd in één plaats. Dat is dan dat her structureringsproces waar we middenin zitten en waarvan men de technische maar vooral de persoonlijke moeilijkheden niet mag onderschatten. In dat proces dat op zich al vol problemen zit, gebeuren boven dien dan nog vaak meerdere dingen tege lijk. Voor de uit de concentratie van een Utrechtse en een Eindhovense afdeling voortkomende nieuwe eenheid moet wor den gekozen voor een bepaalde methodiek van werken. Dat kan een bestaande manier van werken zijn, maar heel vaak zal het geval zich voordoen dat voor de nieuwe, veel grotere eenheid een andere, een ver beterde of geheel nieuwe aanpak nodig is. Daarnaast zal dan soms worden gecon stateerd dat we destijds op de veel smal lere basis van het praefusie-verleden op bepaalde onderdelen niet compleet kon den zijn en goede mogelijkheden hebben moeten laten liggen of soms de uitweg van „uitbesteding" moesten kiezen. Het ligt voor de hand dat gepoogd wordt om tegelijk met dit proces van herstructurering zulke tekorten en hinderlijke schoonheids- fouten van het verleden weg te werken. En intussen staat de wereld niet stil. Be halve dat we moeten concentreren en tegelijkertijd verbeteren, moeten we ook nog inhaken op de nieuwe ontwikkelingen zoals die zich om ons heen voordoen ge durende het verloop van dit herstructure ringsproces. Wat betekent het voorgaande nu bijvoor beeld voor Effectenzaken? Besloten is om Effectenzaken zoveel mo gelijk te concentreren in Utrecht. Helemaal kan niet: we kunnen de Eind hovense effectenkluis nu eenmaal niet meenemen naar Utrecht en dus blijft bij de kluis in Eindhoven een bescheiden aan tal kluisbeheerders en administratieve begeleiders achter. Administratief zullen overigens alle stukken van de beide klui zen op basis van een zelfde systeem moe ten worden samengevoegd tot één be stand. Alleen daarmee al zal zoiets van anderhalf jaar zijn gemoeid. Daarnaast dwong het alsmaar groeiende en door de fusie nog eens samengevoeg de orderbestand van iedere dag ertoe, de handbewerkingen bij orderbehandeling, orderuitvoering (aan- en verkoopnota's) en stukkenlevering tot het uiterste te vermin deren. Juist deze maand komt in dit kader de terminalverbinding in bedrijf tussen Effectenzaken in Utrecht en het beurs- kantoor van de Centrale Bank dat in Am sterdam aan het Damrak is gehuisvest. Verder zijn we al in de periode Amstel veen begonnen met de opbouw van een nieuwe afdeling Effecten research en van een afzonderlijke groep Beleggingsadvise- ring. Dat hieruit geleidelijk Vermogens beheer gaat groeien ligt verder wel in de lijn. Sommigen in onze organisatie schijnen het pousseren van het effectenbedrijf te zien als eigenlijk vreemd aan het doel van de bank: het verschaffen van financieringen uit daartoe aangetrokken creditgelden. Wat vindt u daarvan? Om te beginnen wil ik het nog wel wat erger maken: voor onze organisatie als geheel zijn kleine effectenorders so wie so al verliesgevend; en daar komt dan nog het verlies van creditgeld bij. Als we er in

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 18