15
betekenis van de fusie
heerlijke brede basisopleiding. Bij „Buiten
land" van de handel in Braziliaanse „rech
ten" en de accreditieven met ingewikkelde
Marshall-hulp documenten tot de simpele
verkoop van wat Belgisch bankpapier; in
de effectensector van Effectenregistratie
en Rechtsherstel tot de provisieberekening
bij het verzilveren van een couponnetje
aan de balie.
Ja, en hoe gaat het dan? De heer Gast
kreeg de handen vol aan een zeer snel
groeiende Boeren-Hypotheekbank n.v. en
hij verhuisde in verband daarmee naar
„de villa" aan de Parklaan; „Buitenland"
liet hij onder mijn hoede in de Dommel
straat achter.
Het pensioneringsjaar van de heer Faas-
sen naderde en ik had intussen aan mijn
bureau naast het zijne zoveel ervaring in
effecten- en geldhandel opgedaan, dat de
directie mij de leiding van „Bankzaken"
toevertrouwde. Daaronder ressorteerden
Buitenland, Effecten en de Kas met daar
naast als eigen directe taak het Middelen-
beheer.
Begin vijftiger jaren kreeg u eveneens te
maken met emigrantenfinanciering?
Ja, maar nu springt u weer een hele tijd
terug. Van de zojuist genoemde gebeurte
nissen weet ik de jaartallen niet zo pre
cies meer. Dat was meer een geleidelijke
groei. Het jaar 1950 staat me veel scher
per voor de geest (maar dat zal wel ko
men, omdat ik toen ben getrouwd). In dat
jaar kreeg ik voor het eerst te maken met
emigrantenfinanciering. Het ging toen om
de reorganisatie van een nog jonge emi
grantenkolonie in Brazilië. De kredietver
lening aan Nederlandse emigranten kwam
overigens pas echt op gang toen er enkele
jaren later in Nederland een rijksgarantie
regeling voor kwam.
Op basis van die regeling hebben we in
de loop der jaren direct en indirect (via
credit unions en zo) heel wat emigranten
geholpen aan de benodigde middelen
voor een eigen bedrijf. Voor de bank was
die emigrantenfinanciering echt geen
goudmijn. Maar je wist, dat met dit soort
financiering hele gezinnen werkelijk op
gang werden geholpen. En bovendien: het
is altijd mooi, lekker gecompliceerd werk
geweest. Je leerde er wat van voor de
rest van het buitenlandbedrijf.
Vond u buiten uw werk bij de bank nog
tijd voor andere dingen?
Als u naar zogenaamde nevenfuncties toe
wilt: met penningmeesterschappen en se
cretariaten ben ik in mijn Eindhovense
jaren rijk gezegend geweest. Om een rijtje
te noemen: Stedelijke Jeugdraad (een hele
tijd geleden), wijkwerk, maatschappelijk
werk, een Woningbouwstichting, een Sa
menwerkingsorgaan van Woningcorpora
ties en niet te vergeten E.T.O.S.
En ja, als ik één nevenfunctie heb gehad,
die mijn genoegen in het werken bij de
Centrale Bank nog heeft vergroot, dan is
het geweest mijn voorzitterschap van het
bestuur van de Boerenleenbank Stratum.
Het was juist in die jaren, dat ik, zonder
dit intensieve contact met een aangesloten
bank, alle gevaar zou hebben gelopen uit
te groeien tot een eenzijdig specialist.
Door de binding met Stratum bleef ik voe
ling houden met het wel en wee van de
aangesloten banken. Eigenlijk was het een
ontoelaatbare combinatie, waarin ik jaren
geleden verzeild was geraakt. Maar het
was voor mij zo boeiend en het werkte
voor mijn contacten met de aangesloten
banken in hun totaliteit zo vruchtbaar, dat
ik dat voorzitterschap (na bijna 14 jaar)
pas heb opgegeven toen het echt niet meer
kon en het, zoals dat heet, onverenigbaar
was geworden met mijn functie bij de Cen
trale Bank.
Hoe staat u vanuit uw werk, met name
vanuit de afdelingen Buitenland en Effec
ten, tegenover de fusie?
Als we praten over de naoorlogse jaren
tot zeg 1970, dan mag ik wel zeggen dat
zowel Utrecht als Eindhoven hun afde
lingen Buitenland en Effecten hebben