levendige
komkommertijc
De komkommertijd is weer achter
de rug. Het is de tijd waarin men
zegt dat niets van belang gebeurt
en uitzonderlijk lange
komkommers en andere
merkwaardige
natuurverschijnselen de
voorpagina's van de krant moeten
opvullen. Steeds weer blijkt,
dat dit een onjuiste voorstelling
van zaken is: er gebeuren wèl
belangrijke dingen, maar er is
geen belangstelling voor, want
men is met vakantie.
hervorming e.g.-beleid
8
drs. m. I. de heer
Ook in deze vakantie, die voor de boer en tuinder overi
gens een periode van extra aanpakken is, zijn op agra
risch gebied ingrijpende veranderingen te constateren. De
wereldmarkt is na de strop van de Amerikaanse soja-
uitvoer verder dol gedraaid. Hoewel de Europeanen, onder
meer in de persoon van de Europese landbouwcommis
saris ir. Lardinois, sussend door de Amerikanen werden
toegesproken, werd ook de graanmarkt door de paniek
stemming meegesleurd.
Het is een volkomen onoverzichtelijke situatie geworden.
De verwachtingen over de produktie op basis van inzaai
en opbrengstverwachtingen zijn in zo'n situatie vaak nog
van ondergeschikt belang, want speculatie overheerst
meestal het beeld.
Op 15 augustus bereikte de beurs van Chicago een hoogte
punt, waarbij de grens van 5 dollar per bushel werd door
broken. Daarvan schrokken de handelaars in termijn
transacties echter zo dat er weer snel werd verkocht en
de prijs weer tot onder de 5 dollar daalde.
Naast de speculatie over de toekomstige verhouding tus
sen vraag en aanbod voor soja en granen is er ook nog de
valuta-onzekerheid, die leidt tot een vlucht in goederen,
waardoor de prijzen op grond van wellicht tijdelijke fac
toren omhoog worden gestuwd.
Tegen deze achtergrond begint in september de discussie
over het Europees landbouwbeleid. Deze discussie werd
begin 1973 aangekondigd om een antwoord te geven op
de kritiek over de overschotten en de hoge kosten. Van de
overschotten is op het ogenblik alleen de botervoorraad
van belang, zij het in mindere mate dan men in het begin
van het jaar verwachtte. Boter is overigens in toenemende
mate een bijprodukt geworden van het schaarse produkt
dierlijk eiwit.
Wat de hoge kosten betreft: de prijzen op de wereldmarkt
zijn zo gestegen dat de E.G. de export van granen aan
vankelijk heeft moeten stoppen om de eigen voorzieningen
veilig te stellen. Nu zijn er uitvoerheffingen opgelegd ten
einde de E.G. tegen de hoge wereldmarktprijzen te be
schermen - het kan verkeren!
Wellicht komt men zover, of is men inmiddels zover ge
komen, dat bij import door de E.G. subsidies worden ge
geven. Het E.G.-verdrag spreekt niet alleen over redelijke
prijzen voor de producent, maar ook over redelijke prijzen
voor de consument en deze kunnen op het ogenblik alleen
worden verkregen door bij de import geld toe te geven.
Dit alles betekent overigens wel dat de kosten van het