pleidooi voor de 'gewone' spaarder E 7 Op een der andere bladzijden van dit blad kan men een uitvoerige be schouwing van drs. Freeman aan treffen over het sparen. Ik hoop niet, dat iemand deze ongelezen laat, enkel omdat hij het sparen als onderwerp al zo oud bakken en uitgekauwd vindt, dat het nau welijks interesse meer wekt. Het artikel leert wel anders en al kon de schrijver natuurlijk niet alles in finesses behandelen, hij maakt toch wel heel goed duidelijk, dat aan zo'n heel gewoon dagelijks verschijn sel als het sparen eigenlijk heel boeiende facetten zitten. En niet te vergeten: dat dit verschijnsel zeker niet gemakkelijk te door gronden is. Onze banken zijn met het sparen ver groeid. Immers sparen en kredietverlening zijn de oude pijlers van ons bedrijf. Men zou kunnen denken, dat het aantrekken van spaargelden voor ons middel is om de kredietverlening mogelijk te maken. Ik meen echter, dat dit in onze organisatie nooit zó is gesteld. Want het geven van gelegenheid tot sparen is uiteindelijk meer dan een middel; als zodanig is het gelijk waardig aan de kredietverleningsactiviteit. Zelfs al zouden de spaargelden niet of niet geheel voor de kredietverleningsactiviteit nodig zijn, dan nog is de spaaractiviteit een doel, dat door ons zeer hoog gewaar deerd moet worden. Waarom? Omdat men er zijn cliënten, de gemeenschap, mee dient! Freeman spreekt van een merkwaardige kronkel in het den ken van de spaarder als deze besluit om iets op dit moment niet aan te wenden, teneinde dat in de toekomst wél te kunnen doen. Het allermerkwaardigste is wel, dat die kronkel bij zo heel veel mensen voor komt, zodat de spaarneiging wel iets met de menselijke aard te maken moet hebben. Alleen al daarom is de stelling te ver dedigen, dat het bieden van spaarmogelijk- heden in een algemene behoefte voorziet. Het sparen is als het ware een medaille met twee glimmende kan ten. Aan de ene kant vormt de spaarder voor zich zelf vermogen, waar over hij de beschikking houdt en waaraan hij nu of in de toekomst zeil een bestem ming kan geven. Aan de andere kant - en we bepalen ons nu maar tot de gezins besparingen en met name die welke door sparen bij een bank geschieden - zijn de besparingen geen ,,dood kaptiaal", zij vor men te samen een reservoir, waaruit geput kan worden om anderen van dienst te zijn: de kredietverlening. Zonder besparingen, onverschillig voor welk doel zij geschie den, zou dit reservoir snel uitdrogen en zou het door de banken gestimuleerde be drijfsleven maar ook bijvoorbeeld de wo ningbouw tot stilstand komen. Ergo, het sparen bij banken, maar natuurlijk ook het sparen in zijn vele andere verschijnings vormen, is voor onze hele maatschappij onontbeerlijk. Deze conclusie zal wel nauwelijks bestrij ding ondervinden. Naast de begrijpelijke wens om voor elke burger een begin van j eigen vermogensvorming mogelijk te ma ken, zal deze overweging ongetwijfeld ook een belangrijke rol gespeeld hebben toen de overheid aan enkele bijzondere spaar regelingen een premiestelsel of fiscale taciliteiten verbond. Ik noem „De Zilver- vloot" en de ondernemingsspaarregelin gen. Toch zou men juist op grond van deze overwegingen, nl. het bevorderen van ver- mogensvorming en de algemeen maat schappelijke betekenis van het sparen, een veel verdergaande fiscale begunstiging van ook het gewonesparen mogen verwachten. Die is er echter totaal niet. De gespaarde bedragen zijn op geen en kele wijze aftrekbaar van het fiscale inko men en de gemaakte rente moet in prin cipe als inkomen worden aangegeven. Eén wijze van sparen heeft vanouds wel de fiscale begunstiging van onze fiscus genoten. Dat is het spa ren door middel van betalingen van premie voor bepaalde vormen van levensverzeke ring. Al jaar en dag laten de folders en reclames van levensverzekeringsmaat schappijen ons niet in het ongewisse over de fiscale voordelen, die het sluiten van levensverzekeringen kan opleveren. De premie voor een kapitaalverzekering is wel iswaar niet aftrekbaar, maar het interest bestanddeel van het kapitaal, dat later dan 5 jaar na sluiting tot uitkering komt, is liscaal tot 7,5% beperkt. En voor lijfrente verzekeringen of kapitaalverzekeringen met lijfrenteclausule mag jaarlijks de pre mie tot maximaal f 7.500,- worden afge trokken. Ontegenzeggelijk voorziet het sparen via een levensverzekering in een behoefte en het is begrijpelijk, dat de fiscus vooral deze vorm van sparen voor de oude dag, de lijfrente, heelt willen begunstigen. Geen bezwaar daartegen, alleen krijgt men wei eens de indruk, dat de belastingaftrek soms meer doel is dan de ouderdagsver- zorging. Ik meen echter wel dat de fiscale behan deling van de gewonespaarder daar te schril tegen afsteekt. Voor deze spaarder, meestal een zogenaamde „kleine spaar der", is er geen enkele aftrek van gespaar de bedragen en de rente behoort jaarlijks in principe volledig tot zijn belastbaar ver mogen, ook al laat hij het spaarbedrag vijl of meer jaren staan. Daar voel ik iets inconsequents in, als men er van uit gaat, dat het individuele sparen voor de hele samenleving noodzakelijk is en men bovendien een zekere vermogens vorming bij de brede massa voorstaat. Als we met deze zaken ernst maken, zou de fiscale behandeling van het gewone spa ren heel anders moeten worden en meer moeten aansluiten bij de behandeling, die de bedoelde vormen van levensverzekering krijgen. Het is hier niet de plaats om dit nader uit te werken, maar waarom zou niet overwogen worden om de rente op spaar gelden (tot een zeker maximum) in prin cipe onbelast te laten? Waarom kan een jaarlijks gespaard bedrag (weer gebonden aan een maximum) niet aftrekbaar zijn van het fiscale inkomen, wanneer bepaald wordt, dat bij opname van een spaar bedrag later, dit weer in het inkomen valt? Te ingewikkeld? Mogelijk, maar een com puter kan bijna alles uitschiften! Dit is een kant van het sparen, die beslist waard is om ook door de overheid eens nader bekeken te worden. De kleine spaar der zou er in ieder geval bij gebaat zijn en het sparen zou nog meer dan nu zijn be vruchtende functie voor onze economie vervullen! J.R.H.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 9