23 de „annexatie" van maastricht na uitbouw thans „afbouw" narissen uit andere delen van het land gekomen en ook vele buitenlanders. De bevolking heeft daardoor al jaren een wat gemengd karakter. De boerenleenbank Maastricht is als een typische boerenleenbank door boeren en tuinders buiten de poorten van de stad in 1905 opgericht in de toenmalige gemeente Het Maastrichtse begin was heel beschei den, de toevertrouwde middelen bedroe gen in 1957 drie ton. Maar daarna is het snel gegaan: de boerenleenbank Maas tricht werd de snelst groeiende bank van Nederland! Doordat de gemeente Maas tricht verder is gegaan met het annexeren van kleine omliggende gemeenten, heeft de coöperatieve bank daar kunnen groei en doordat de verschillende vroeger in die gemeenten werkzame boerenleen banken zich aaneensloten. Naast de Links boven: de heer J. H. Schols Links onder: de heer mr. M. J. M. Smulders Onder: de brug over de Maas boerenleenbank Maastricht is thans alleen nog de boerenleenbank „Heer" zelfstandig werkzaam, al is de gemeente van die naam inmiddels bij Maastricht gevoegd. Die fu sies dateren overigens van de laatste drie jaar. Het is duidelijk, dat de bank sinds ze haar eigenlijke Maastrichtse loopbaan is begonnen een enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt. De derdengelden groeiden tot meer dan 68 miljoen bij een balans- verkregen. In de bankhal, modern inge richt, zou men zich overigens nauwelijks in een oud gebouw wanen. Wel bespeur den we dat historische nog heel goed in de bestuurskamer, waar de heren L. H. Basti- aens, president van de Raad van Toezicht, P. H H. Marx, bestuurslid en de beide al eerder genoemde directeuren ons ontvin gen. Wij vonden dat onze bank in Maas tricht, de enige ,,on-Nederlandse stad" van het land en voor velen daarom juist de mooiste, met haar gebouw heel goed voor de dag komt. Gezien haar stormachtige groei is het niet verwonderlijk, dat de cost voor de baet is uitgegaan. De rentabiliteit van de bank heeft in de laatste jaren sterk onder druk gestaan, maar ontwikkelt zich thans gun stig. Met de uitbreidingen en verbreding van ons terrein zijn we nu ongeveer klaar, zegt de heer Smulders. We hebben een voortreffelijk net van vestigingen, we gaan ons nu meer op de verdieping van ons werk concentreren. Hoe goed die expansie ook is, je moet er heel wat moeite voor doen om het hoofd bij alle stijgende kosten boven water te houden! De concurrentie op bankgebied is in Maastricht ook enorm groot: 85 bankkan toren op een bevolking van 110.000 men- St. Pieter. In dat kleine plaatsje heeft dat bankje jaren voortbestaan tot in het begin van de vijftiger jaren de oude gemeente werd opgeheven en bij Maastricht werd gevoegd. Resoluut is toen het besluit geno men: wij verleggen ons werkterrein naar de stad, wij „annexeren" Maastricht. De heer Schols, die nu samen met mr. Smulders, de directie van de bank vormt, heeft die beginjaren in Maastricht meege maakt. We hebben eerst nog de naam gevoerd: „Spaarbank St. Petrus van de boerenleenbank" en zijn begonnen in het „dodenwinkeltje", d.w.z. in een zaak, waar je lijkkisten kon uitzoeken.Toen in dat winkeltje eens iemand vroeg: wat doet nou zo'n boerenleenbank in Maastricht; hier zijn toch geen boeren? zei de heer Schols: en wat doet de Amsterdamse Bank hier dan? De vrager begreep het en open de een spaarboekje met een hele flinke storting! totaal van meer dan 70 miljoen per heden. Het personeelsbestand groeide na tuurlijk navenant, van één kantoorkracht tot 60 man (vrouw), terwijl thans 11 bijkantoren de stad bestrijken. Natuurlijk is ook het „dodenwinkeltje" al sentimentele historie geworden. Toch heeft ook het huidige hoofdkantoor iets heel bijzonders. Het is een pand, dat op een historische plek staat, die al in 1265 werd genoemd en dat, hoewel het van veel jongere datum is - vermoedelijk om streeks 1800 - een voorname indruk geeft. In de vorige eeuw is er o.a. jaren lang een logement in gevestigd geweest, terwijl het daarna o.a. een wijnhandel huisvestte. Het pand staat op de lijst van Monumentenzorg, wat de bank ook weer de nodige zorg geeft, want voor iedere verbouwing moet toestemming worden sen. De boerenleenbank heeft zich echter desondanks een goede plaats weten te veroveren. Haar betekenis voor het mid den- en kleinbedrijf is de laatste jaren een stuk groter geworden. De groei van de bank is ook sterk gestimuleerd door de toevloed van inwoners van buiten Maas tricht. Velen brachten, toen ze in Maas tricht kwamen wonen de „boerenleenbank bacil" mee. Van het coöperatieve karakter van de bank gaat overigens niet veel aantrek kingskracht uit: de Maastrichtenaar heeft daar geen belangstelling voor. Hij voelt er zich te zakelijk voor: wat kost het? Volgens de heer Bastiaens is in Zuid-Lim burg de coöperatieve gedachte nooit zo sterk op de voorgrond getreden als op veel andere plaatsen in ons land. Ver moedelijk komt dat, omdat men er in min dere mate de armoedige omstandigheden heeft gekend, die vroeger elders, bijvoor beeld in Brabant, voorkwamen. Het be-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 25