amerika's zondeval 12 sahel soja, wisselkoersen en voedselhulp zijn gelijkgeschakeld en de wisselkoersen weer op het niveau van 1969 zijn teruggebracht. En dat kan wel eens omstreeks sint-juttemis zijn. De enige die aan dit alles plezier schijnt te beleven is West-Duitsland. DeWestduitse minister van Financiën, Hel- muth Schmidt, heeft op een bijeenkomst van de Duitse Boerenbond op 5 juli jl. de E.G.-landbouwmarkt zijn kritiek niet gespaard. De Duitse regering, die binnenkort een vol le dag gaat uittrekken om over de hervorming van de Euro pese landbouwpolitiek na te denken, wil deze kans waar nemen om de landbouw voorlopig weer uit het integratie proces te halen. Politiek blijft de Europese Gemeenschap voor de Duitse regering wel aantrekkelijk, met name als rugdekking voor de ,,Ost-Politik", maar voor de landbouwintegratie heeft dat land nooit veel belangstelling gehad. Voor Frankrijk is de verbrokkeling van de E.G.-landbouwmarkt wel nadelig, maar daar ontbreekt een werkelijke politieke interesse voor de E.G. Er is sinds de oprichting van de E.G. in dit opzicht weinig veranderd. Het prestige van de Verenigde Staten in de handelspoli tieke wereld heeft een nieuwe deuk gekregen. Na de een zijdige monetaire en handelspolitieke maatregelen van augustus 1971, heeft president Nixon door eind juni van dit jaar de Amerikaanse export van soja sterk af te rem men, wederom de handelspolitieke normen overtreden, waarvan de V.S. de afgelopen vijfentwintig jaar zelf de be schermer zeiden te zijn. De reeds afgesloten contracten werden gehalveerd, dit ter bescherming van het Ameri kaanse prijspeil van voedingsmiddelen ten nadele van bui tenlandse afnemers in Japan en West-Europa. Al met al moeilijk uit te leggen, waarom de V.S. zich met een zekere mate van heilige verontwaardiging druk maken over de bescherming van de Europese markt van landbouwproduk- ten. Wat zullen de gevolgen zijn? Op korte termijn (wij schrij ven nu begin juli) zal bekend worden of ook mais en even tueel andere voedergranen onder het embargo vallen. Zo wel van buiten de V.S. als door de nog steeds machtige groepen van Amerikaanse exporteurs zal op een verrui ming van de exportmogelijkheden worden aangedrongen. Op iets langere termijn, omstreeks september, zal de Ame rikaanse regering na de nieuwe oogst, die zich niet on gunstig laat aanzien, ongetwijfeld zo gauw mogelijk aan de bijzondere maatregelen een einde willen maken. Ook al zou op deze wijze het nadelig effect op b.v. de Europese voederpositie vervallen, de gevolgen van de sojacrisis zullen op handelspolitiek gebied nog lang door werken. In september a.s. worden de GATT-onderhandelingen over verdere vrijmaking van de wereldhandel geopend. De V.S. willen dat de landbouw daarbij wordt betrokken en dan niet zozeer uit het oogpunt van vrijmaking maar ter ver wezenlijking van een effectieve vergroting van de agra rische export van de V.S. In z.g. wereldwijde goederenover eenkomsten zijn de V.S. niet geïnteresseerd, omdat daar mede beperkingen aan regeringen worden opgelegd, waar aan deze zich als de nood aan de man komt, toch niet houden. Dit laatste is volgens de V.S. in het verleden vaak gebleken. In het eerste mandaat voor de Europese Commissie, dat de Raad van E.G.-ministers in juni jl. vaststelde, staat een pasage waarin deze wereldgoederenovereenkomsten wel voorop worden gesteld. De E.G. en de V.S. stonden dus reeds ver van elkaar; de soja-maatregelen zullen de Euro pese houding alleen maar doen verstrakken. In de Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara, kortweg Sahel, is een hongersnood uitgebroken, die weliswaar maanden te voren is voorzien, maar die toch de welvaren de landen voor grote problemen stelde bij de hulpver lening. Een grote droogte in een gebied zo groot als de Verenigde Staten dreef tientallen miljoenen mensen tot wanhoop en eist nog steeds vele slachtoffers. Een dergelijk calamiteit leidt ertoe dat in het getroffen ge bied ook de voedselmogelijkheden voor de toekomst, zo als vee en zaaizaden, moeten worden aangesproken, voor zover de droogte daar nog wat van overliet. De nadelige gevolgen van de huidige situatie zullen zich daarom nog jarenlang laten voelen. De F.A.O., de wereldvoedselorganisatie, heeft een hulp verlening op touw gezet waaraan vele landen medewerk ten. De E.G. draagt hierbij een bijzondere verantwoorde lijkheid omdat de getroffen landen voor een deel z.g. ge associeerde landen zijn, of landen met bijzondere banden met het Verenigd Koninkrijk. Vele tonnen voedsel zijn naar de Sahel-landen verscheept. Zoals bij bijna alle voedselhulp, bleek ook hier de versprei ding in de hongergebieden zelf het grote knelpunt. Vlieg tuigen zijn in deze armste gebieden van de wereld het beste vervoermiddel en een aantal hulpverlenende landen zette daarvoor militaire vliegtuigen in. Ons land heeft bij deze hulpverlening aanvankelijk niet zo'n goed figuur geslagen. Wel is er spoedig via de F.A.O. voedsel naar deze gebieden gegaan, maar aan de oproep

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 14