3
RENTESUBSIDIE EN
ZIJN GEVOLGEN
Dat de Nederlandse boer niet afwijzend
staat tegenover de rentesubsidie blijkt uit
het feit, dat op 1 mei 1973 reeds 2.175
aanvragen hiervoor waren ingediend, na
dat op 15 november 1972 hiertoe de moge
lijkheid was opengesteld. Ook voor de
tuinbouw is sinds 1 mei 1973 de rentesub
sidieregeling van toepassing en reeds op 4
mei waren 66 aanvragen ingediend.
De overheid tracht de aanvragen zo snel
mogelijk af te werken. Zo kon de pas be
noemde directeur-generaal van de land
bouw en de voedselvoorziening van het
Ministerie van Landbouw en Visserij, ir.
A. de Zeeuw, op 24 april jl. de officiële
opening verrichten van de eerste ligboxen-
stal, welke met behulp van rentesubsidie
was gefinancierd.
Bij deze gelegenheid is de directeur-gene
raal nader ingegaan op de rentesubsidie
en zijn gevolgen. Het zwaartepunt van de
aanvragen ligt bijna geheel bij de melkvee
houderij. Een sector, waar produktietoe-
name niet dringend is en waar de markt
reeds verzadigd is. De investeringen heb
ben volgens een voorlopig onderzoek tot
gevolg, dat het aantal melkkoeien per be
drijf verdubbelt, de veebezetting toeneemt
met 1 melkkoe per ha en als gevolg daar
van de melkproduktie stijgt met 5.000 kg
per ha. Macro-economisch gezien kan men
zich afvragen of deze produktiestijging wel
verantwoord is. De heer De Zeeuw stelde,
dat sterke argumenten lijken te pleiten
voor het tegendeel.
Een ander verschijnsel, dat hiermede sa
mengaat, is de opwaartse druk op de
bouwprijzen van deze stallen, op de vee-
prijzen en op het vee-uitstoot. De bouw
prijzen van deze stallen zijn sterk geste
gen, de veeprijzen bewegen zich op een
hoog niveau.
Hierdoor kan het gevaar ontstaan, dat het
voordeel van de rentesubsidie komt te ver
vallen en deze slechts bijdraagt tot een
versnelde ontwikkeling van de bedrijfs-
exploitatie en bedrijfsomvang zoals die
zich op langere termijn zou hebben voor
gedaan. De Nederlandse boeren en tuin
ders hebben daarbij wel het voordeel, dat
zij de eersten zijn die hiervan kunnen pro
fiteren. Hun concurrentiepositie wordt daar
door verbeterd. Vooral een exportland van
agrarische produkten kan dit ten voordele
strekken.
Voor de rentesubsidie komen slechts in
In de kolom in het vorige nummer kon ik
enkele punten naar voren halen uit alles
wat er gebeurd is nadat de fusie formeel
rond gekomen was. Dit is gevolgd door de
eerste Algemene Vergadering van onze
Centrale Bank, een Algemene Vergadering
die tegelijk de viering van ons 75-jarig
bestaan in eigen kring was.
Ik haak hierbij aan, omdat mij na die
vergadering en na die interne jubileum
viering een gevoel van grote dankbaarheid
is bijgebleven. Dankbaarheid allereerst om
de wijze, waarop wij allen te zamen - met
onvermijdelijke strubbelingen - hebben
kunnen overleggen hoe in een harmonisa
tie de structuur van een zo grote coöpera
tieve bankorganisatie zal moeten zijn.
Wanneer wij nu straks in de te vormen
structuurcommissie nader gaan overleggen
waar verbeteringen mogelijk zijn en wat
de toekomst van ons zal vragen, dan geeft
de geest van de vergaderingen van de laat
ste maanden en van de Algemene Vergade
ring ons vertrouwen dat ook dat werk in
grote onderlinge samenwerking zal kun
nen gebeuren. Dat is zo nodig, omdat
alleen onderling vertrouwen het mogelijk
maakt om met vrucht over verschillen
van inzicht te kunnen praten.
Er zijn nog meer redenen voor mijn
gevoelens van dankbaarheid. Alle mede
werkers van de Centrale Bank en ook die
van verscheidene lokale banken zijn door
een periode van onzekerheid gegaan en
verkeren gedeeltelijk nog in onzekerheid
over hun taak en plaats in het bedrijf. Er
is getracht om door zo snel mogelijke
beslissingen een einde aan die onzekerheid
te maken. Hiermede zal worden voortge
gaan. Voorts is er naar gestreefd om
moeilijkheden door herstructurering zo
goed mogelijk op te vangen. De reacties
van het personeel van de Centrale Bank
en van de medewerkers van lokale ban
ken, die bij de jubileumviering tot uiting
kwamen, geven het vertrouwen, dat de
nieuwe structuur snel een vorm zal heb
ben die elkeen weer duidelijk een eigen
taak stelt. Dit is nodig om de voortgang in
het bedrijf - in het belang van ons allen!
- zo snel mogelijk te verzekeren.
Met dankbaarheid heb ik ook gedacht
aan de gegroeide samenwerking in de
topleiding van onze organisatie. Ik bedoel
hiermede allereerst de samenwerking tus
sen de Raad van Beheer en de Hoofddirec
tie. Er is een nieuwe structuur met ver
antwoordelijkheden, die vroeger slechts
voor een deel bestonden. Ook hier moest
een weg gezocht worden. Met grote erken
telijkheid heb ik na deze Algemene Ver
gadering voor mij zelf vastgesteld, dat die
samenwerkingsvorm is gevonden. Wan
neer ik dat zo zeg, dan bedoel ik dat het
overleg er niet alleen zó is dat ieder
orgaan de eigen verantwoordelijkheid kan
dragen, maar dat het overleg tussen beide
organen tegelijkertijd gegroeid is tot ge
sprekken, waaruit naar beide kanten niet
alleen vertrouwen maar ook begrip naar
voren komt.
Ditzelfde geldt voor de dagelijkse samen
werking in de Hoofddirectie. Ik hoef niet
veel te zeggen om aan te duiden dat in die
samenwerking moeilijkheden van beteke
nis naar voren hadden kunnen komen. Ik
ben al mijn collegae bijzonder erkentelijk
dat zij er aan hebben medegewerkt om
snel een Hoofddirectieteam te vormen
waarin wij op zakelijke, op vruchtbare,
bovenal ook op vriendschappelijke wijze
kunnen samenwerken. Het vinden van de
samenwerkingsvorm met de directeuren en
onderdirecteuren, die in belangrijke mate
de uitvoering van beleidsbeslissingen heb
ben te verzorgen, was eerst niet zo gemak
kelijk. Door regelmatige en enge contac
ten zowel tussen hen en de leden van de
beheersorganen individueel als in geza
menlijke vergaderingen hebben wij hier
de weg gevonden.
Ik had behoefte om dat ook in dit blad
naar aanleiding van mijn overpeinzingen
na de Algemene Vergadering naar voren
te brengen. Mijn hoofdreden is dat dit het
vertrouwen wettigt dat wij met de éne
coöperatieve bankorganisatie in Nederland
op de goede weg zijn. Als ik dan bedenk
wat ik in het jubileumnummer heb ge
schreven over de toekomst van onze ban
ken dan zult u begrijpen dat bij alle
dagelijkse zorgen vertrouwen in die toe
komst bij mij zeer overheerst.
A. J. Verhage