[wat ons bezighoudt) wob 2 JAARVERSLAG 1972 VAN DE NEDERLANDSCHE BANK Het jaarverslag van De Nederlandsche Bank dwingt elk jaar weer groot respect af voor wat betreft de veelheid van feite lijke informatie over de economische ont wikkeling in ons land. Wat het verslag bovendien interessant maakt, is de beoor deling van deze economische ontwikke ling. In het algemeen overzicht noemt de Presi dent van De Nederlandsche Bank de con juncturele ontwikkeling gunstig, de loon- en prijsinflatie alsmede de internationale monetaire toestand daarentegen ongunstig. Alle drie de onderwerpen, dus conjunc tuur, inflatie en internationale monetaire toestand worden in het verslag uitvoerig besproken. De gunstige conjunctuurontwikkeling wordt geplaatst tegen de achtergrond van evenwicht op bestedingsgebied in de Ne derlandse economie. Van 1964 af is er een hardnekkige overbesteding geweest, waar aan in het verslagjaar een einde kwam vooral door toedoen van het financierings beleid van de overheid. Met betrekking tot de inflatie wordt ge steld, dat de loon- en prijsinflatie auto noom geworden zijn. Een uitspraak die tot veel nadenken stemt, omdat - volgens het verslag - aan de autonome inflatie een zichzelf versnellend karakter verbon den is. De President voert dan ook een krachtig pleidooi voor inflatiebestrijding. De soms wel gehoorde argumenten ten gunste van een voortgaande geldontwaarding - het bereiken van belangrijke reële doeleinden als werkgelegenheid en inkomensverde ling - worden door de President sterk bekritiseerd. De huidige inflatoire ontwik keling leidt tot onbestuurbaarheid en tot ontwrichting in staat en maatschappij, aldus het verslag. Het derde hoofdonderwerp vormt de in ternationale monetaire ontwikkeling. Het Bretton-Woods-systeem is geleidelijk uit gehold door afneming van de bereidheid in verschillende landen tot het aanvaarden van discipline om de betalingsbalans in evenwicht te houden. De kans op een spoedige hervorming van het monetaire systeem wordt door de President van De Nederlandsche Bank niet hoog aangeslagen. Hij verwacht niet dat binnen afzienbare tijd de hervor mingsbesprekingen met succes zullen wor den bekroond. Ook deze uitspraak geeft veel stof tot nadenken. In de analyse van de monetaire ontwikke ling in 1972 valt op, dat de liquiditeitsquo te per de ultimo van het jaar onder het niveau van ultimo 1971 lag. De liquidi teitsquote is een belangrijk gegeven bij de beoordeling van het binnenlandse krediet verloop, mede tegen de achtergrond van de ontwikkeling van het nationaal inko men. Een daling van de liquiditeitsquote houdt in, dat de toeneming van het totaal van de liquiditeiten is achtergebleven bij de toeneming van het nationaal inkomen. Het jaarverslag maakt melding van het voornemen van De Nederlandsche Bank om het systeem van kredietbeheersing in de toekomst te wijzigen. Overleg over de indirecte methode van kredietbeheersing, die met behulp van een veelheid van instrumenten kan worden gevoerd, is in een vergevorderd stadium. De indirecte methode van kredietbeheersing werkt via verruiming respectievelijk verkrapping van de liquiditeitspositie van de geld- scheppende instellingen. Bij verruiming is het de bedoeling om tot expansie van de omvang van de kredietverlening te ko men; bij verkrapping zal het omgekeerde moeten plaatsvinden. Ook wordt melding gemaakt van voortzet ting van het overleg met de representatie ve organisaties op het gebied van het kredietwezen over nieuwe solvabiliteits- richtlijnen. Dit overleg is volgens het verslag nu praktisch afgerond. Minder ver staat het met de bespreking van nieuwe liquiditeitsrichtlijnen. Met het mondeling overleg hierover is een aanvang gemaakt, aldus het verslag. Al met al een veelzijdig en boeiend relaas dat De Nederlandsche Bank over het eco nomisch gebeuren heeft gepresenteerd. Bij de bestudering van tal van onderwerpen zal nog dikwijls een greep naar dit boek werk worden gedaan. NOGMAALS DE NAAMGEVING De naam Rabobank is er ingegaan, hij is al een heel eind op weg om gemeen goed te worden. Bedoeld als gemeenschappelij ke roepnaam voor al die boerenleenban ken en raiffeisenbanken, die zich in één organisatie verenigd hebben, was niet ie der er direct enthousiast voor. De Espe- ranto-kenners hebben er zelfs een milde spot mee kunnen drijven, omdat de naam in hun ogen nou niet direct bij zo'n brave geldinstelling past. Ook daardoor is de nieuwe naam echter snel op veler lippen gekomen, is een huishoudwoord gewor den. En wat de betekenis betreft: verba valent usu, zeiden de Romeinen al. Het gaat erom, waar een woord in het gebruik voor staat! Wij zijn met de andere roep naam toch dezelfde banken gebleven. Aanvankelijk is er niet veel aandacht besteed aan de uniformering van de statu taire naam. Omdat echter de statuten van de banken toch gewijzigd moesten wor den, zijn daarvoor in de laatste maanden ook wat vragen los gekomen van de zijde van de banken. Sommige willen gewoon de oude naam houden, andere de combi natie Raiffeisenbank-Boerenleenbank, weer andere voelden er voor nu ook maar ineens Rabobank als statutaire naam te aanvaarden. Op de jongste Centrale Kringvergadering van 2 mei jl. bleek, dat men graag een eensluidend advies van de Centrale Bank zou hebben. Een Salomo's oordeel heeft de Centrale Bank daarvoor gelukkig niet hoeven te vellen. De zaak is minder gecompliceerd dan het lijkt. Voor ogen dient te worden gehouden, dat een statutaire naam iets anders is dan een roepnaam, de functie is verschillend. De roepnaam moet in ieder geval kort en krachtig zijn: Rabobank, maar de statutaire naam kan heel goed wat langer zijn. Daarom is geadviseerd als statutaire naam te kiezen: Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank W.A. of Coö peratieve Raiffeisen c.q. Boerenleenbank (desgewenst met de plaatsnaam) en daar bij de toevoeging op te nemen „bij verkor ting genoemd Rabobank". De roepnaam krijgt op deze wijze een statutaire basis, maar de volledige statutaire naam brengt de „soort" en de historische afkomst van onze banken duidelijk tot uitdrukking. Dat zou men missen, indien de statutaire naam uitsluitend Rabobank zou luiden. Iedere bank kan overigens zelf over zijn statutaire naam beslissen. Het advies van de Centrale Bank is bedoeld als richtlijn. Het doet echter een goede oplossing aan de hand voor allen, die nog over de statutaire naamgeving mochten piekeren.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 4