39 de heer nijmeijer 25 jaar in dienst van de centrale bank Zeer velen uit de kring van de Centrale Bank, de aangesloten banken en uit de hem zo bekende brede coöperatiewereld hebben de heer Nijmeijer op 23 mei, toen hij 25 jaar in dienst was bij de Centrale Bank, de hand gedrukt. En dat heeft niemand verwonderd. De heer Bakx wees er 's morgens in een aparte bijeenkomst al op hoe de heer Nijmeijer de Centrale Bank door de vele jaren heen van binnen en van buiten uitstekend kent en hoe hij zijn capaciteiten vooral op het gebied van de coöperatiefinanciering tot volle ontwikkeling heeft gebracht. Rustig, bedachtzaam, weloverwogen en systematisch gaat de heer Nijmeijer te werk, op een vriendelijke manier en in een prettige sfeer toch steeds vast houdend aan de essentiële punten. De heer Bakx memoreerde ook met name de belangrijke bijdrage die de heer Nijmeijer geleverd heeft aan het recente rapport Structuur grote landbouwcoöperaties. Die eigenschappen van de heer Nijmeijer zijn thans 25 jaar in onze organisatie naar voren gekomen. Begonnen op het bijkantoor Groningen werd hij na een aantal jaren bij de inspectiedienst in 1961 de interne accountant van de vroegere Utrechtse Cen trale Bank. Vervolgens werd hij in 1966 belast met de coöperatiefinanciering en in 1970 werd hij benoemd tot onderdirecteur. Thans heeft de heer Nijmeijer de leiding van het Directoraat Bedrijven. De heer Nijmeijer is een man die „elke dag weer met plezier tegemoet treedt". Dat zal uit zijn karakter voortvloeien maar ook uit zijn werk, want, zo zei hij: „Het geeft voldoening werkzaam te zijn in een grote organisatie, welke in onze maatschappij zo duidelijk een meervoudige en nuttige functie vervult." Collega's en relaties hebben de heer Nijmeijer goed laten merken dat ze hem zelf en zijn werk zeer waar deren. Of de financiële problematiek in de ene provincie, bijvoor beeld in Friesland, een wezenlijk ander karakter zou hebben dan in andere provincies en of daarenboven de problematiek voor de Friese coöperaties anders zou liggen dan elders zal uit de vervolg artikelen in „Bolwerk" moeten blijken. Hoe verwacht u, dat de financiering van de coöperaties zich verder zal ontwikkelen? Het zou heel interessant zijn om de hele geschiedenis van de coöperatiefinanciering eens te boek te stellen. Dat zou het verhaal zijn van de zeer nauwe verbondenheid tussen coöperatief bankwezen en het overige coöperatieve be drijfsleven. Er zouden ook duidelijke ontwikkelingen in aan te wijzen zijn. Vroeger was bijvoorbeeld de enige, althans belangrijkste voorwaarde voor de financiering, dat de aansprakelijkheid goed geregeld was. Daar zijn in de loop der jaren natuurlijk wel enkele foutjes bij gemaakt, maar in het overgrote deel van de gevallen heeft het goed uitge pakt. Ik geloof, dat het best eens gezegd mag worden, dat onze coöperatieve bankorganisatie met die financieringen veel goeds gedaan heeft, mede daaraan is het te danken, dat het coöperatieve bedrijfsleven zich heeft kunnen ontwikke len tot wat het nu is. De laatste jaren zijn er grote veranderingen gekomen. Lees maar na, wat het Struktuurrapport Grote landbouw- koöperaties daarover schrijft. Ook de wijze van financie ring ondervond daarvan de onvermijdelijke invloed en moest met tal van factoren rekening gaan houden. De geweldige uitgroei van de ondernemingen enerzijds en het voortdurend teruglopen van aantallen coöperaties en leden anderzijds, had tot gevolg dat de omvang van de aansprakelijkheid van het lid alsmaar omhoog gestuwd werd. In een aantal gevallen zijn de coöperaties tot nationale soms multi-nationale ondernemingen uitge groeid. Zo'n schaalvergroting heeft tot gevolg en gaat gepaard met omvangrijke investeringen. Denkt u maar eens aan de wijzigingen van het produkten-assortiment, dat voortdu rend op de behoefte van de markt moet worden afge stemd. Daardoor is thans de verhouding tussen financiering en aansprakelijkheid totaal gewijzigd. De hele ontwikkeling heeft met zich meegebracht, dat er andere eisen aan het financieringspatroon van de coöperatieve ondernemingen gesteld moeten worden. Ons beleid is er dan ook mede op gericht een eventueel be roep op de aansprakelijkheid zover mogelijk uit het beeld te houden. Daarom wordt tegenwoordig ook zo met nadruk de opbouw van reserves geproclameerd en worden in de eer ste plaats de in het bedrijf aanwezige zekerheden, in de vorm van hypotheek, cessie van vorderingen en overdracht van voorraden, vastgelegd ten behoeve van de verstrekte financieringen. Ik ervaar steeds, dat dit begrip ontmoet bij de leiding van de ondernemingen. Juist dat vermogen mentaal mee te groeien met de groei van het bedrijf en zich vertrouwd te maken met de veranderende eisen, die - ook in financieel opzicht - aan de moderne onderneming worden gesteld, doet mij niet somber zijn over de toekomstige financiering van de coöperaties. Vanuit die instelling is ook de huidige belang stelling voor de structuur van de grote coöperaties een gezond verschijnsel. Zeker, er zullen zich - net als vroeger - nu hier dan weer daar weieens knelpunten voordoen. De oplossing zullen we dan in gezamenlijk beraad zoeken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 41