36 de heer nijmeijer over de coöperatiefinanciering Coöperatiefinanciering is al een hele oude functie van onze organisatie. Doordat de land- en tuinbouwcoöpera- ties evenals de coöperatieve banken in ongeveer dezelfde tijd overal in den lande plaatselijk zijn ontstaan en aan hun doelstelling dezelfde gedachten ten grondslag lagen, hebben de diverse soorten van agrarische be-, verwer- kings- en dienstverlenende coöperaties zich haast van nature voor hun financiering tot het coöperatieve krediet wezen gewend. De coöperatieve banken van hun kant, met name ook hun Centrale Bank, hebben eveneens haast van nature de financiering van deze coöperaties altijd als een van haar belangrijkste speciale taken gezien; een bijzondere taak die het karakter van een plicht en een opdracht had. Wij menen te mogen zeggen, dat dit door de 75 jaren van ons bestaan heen onveranderd is gebleven. Wel is de problematiek rond de financiering sterk veranderd. Inge wikkelder geworden, want de te financieren coöperaties zijn met hun soms enorme bedrijven zelf veel groter en ingewikkelder dan vroeger. Daarmee zijn we op het terrein, dat in het bekende Rapport Struktuur van de Grote Landbouwkoöperatie van de Nationale Coöperatieve Raad is behandeld. De financiering van de coöperaties is een belangrijk onderwerp van dit rapport. De heer R. C. Nijmeijer, onderdirecteur van de Centrale Bank en belast met de leiding van het Directoraat Bedrijven, die dagelijks met de financiering van coöpera ties heeft te maken, heeft ons hieronder zijn mening willen geven over enkele actuele kanten van de financiering van coöperaties. Uw werkterrein bij de Centrale Bank ligt inzonderheich op het gebied van de financiering van de coöperaties. Kunt u iets over de omvang van die financiering vertellen? Veruit het grootste deel van de coöperatieve en daarmede gelijk te stellen ondernemingen wordt gefinancierd door de coöperatieve kredietorganisatie, deels door de Centra le Bank, deels door de bij de centrale aangesloten plaatselijke Rabobanken. De omvang van de door onze organisatie verstrekte financieringsmiddelen is globaal te stellen op 2,5miljard, voor de ene helft verstrekt in de vorm van middelen op lange en middellange termijn, voor de andere helft in de vorm van bedrijfskredieten. Hoewel het aantal coöperatieve ondernemingen -de coöperatieve banken niet meegerekend - in de laatste twintig jaren zeker met meer dan 1.200 is afgenomen tot ca. 1.000 op dit moment, is de financieringsbehoefte een veelvoud van die op het eerder bedoelde tijdstip. Zeker, er is nog een groot aantal kleinere ondernemingen bijvoorbeeld de werktuigcoöperaties - maar door schaalvergroting zijn er ook in de coöperatieve sector grote concerns ontstaan. Als u de lijst van de 200 grootste ondernemingen in ons land beziet, dan prijken daar meer dan twintig uit de coöperatieve sector op. De onderneming van vandaag werkt in een situatie, waar de technische, economische, sociale en politieke ontwik kelingen en veranderingen elkaar in een sneller wordend tempo opvolgen. Ja, als het ware over elkaar heen rollen. Dat stelt bijzonder zware eisen aan de topleiding. Tot een van de belangrijkste activiteiten van de leiding van een grote onderneming moet vandaag de dag de onderne mingsplanning worden gerekend. Ik bedoel in dit verband de planning op langere termijn. Daarmede geeft de toplei ding het door haar gewenste beeld van de onderneming op toekomstige momenten. Tot uitdrukking kan daarin bij voorbeeld worden gebracht een bepaalde groei van omzet, rentabiliteit en vermogen.Afwijking van de gewen ste richting zal tot beslissingen nopen, die er toe leiden dat het gewenste zo niet morgen dan toch overmorgen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 38