22 algemene vergadering de resultaten het lopende jaar om u in staat te stellen uw oordeel daar over te geven. Dit is ook al in belangrijke mate gebeurd in de kringvergaderingen en de Centrale Kringvergadering heeft op grond daarvan een goedkeurend advies over de jaarstukken uitgebracht. Wanneer wij ons nog eens kort tot de gang van zaken bij de Centrale Bank in 1972 be palen zien wij dat de toevertrouwde midde len bij de Centrale Bank met 902 miljoen gulden toenamen; daarnaast werd 135 mil joen gulden bij bankiers opgenomen en was het eigen vermogen bijna 100 miljoen gul den hoger dan dat van de beide Centrale Banken op 31 december 1971. Dit alles be tekent dat in 1972 ruim 1 miljard gulden beschikbaar was voor kredietverlening en belegging. De kredietvraag was geringer dan in voorgaande jaren. Het totaal van de kredietverlening daalde dan ook met 124 miljoen gulden. Dit maakte het mogelijk om de effectenportefeuille met 224 miljoen gul den te doen stijgen. Doordat geen schat kistpapier werd afgegeven zijn de beleg gingen op langere termijn naar verhouding sterk gestegen. Dit was verantwoord omdat er in het afgelopen boekjaar een ruime li quiditeit van de organisatie moest worden geconstateerd. Ik heb u daarstraks geschetst dat wij in 1973 moeten rekenen met een toenemende uitzettingsactiviteit bij de lokale banken. Wij vertrouwen erop dat wij, gezien onze ruime liquiditeit, in staat zullen zijn om bin nen de door De Nederlandsche Bank ge stelde regels het door ons gefinancierde bedrijfsleven zonder moeilijkheden in een toenemende financieringsbehoefte tege moet te komen. De resultatenrekening geeft een netto winst aan van 26,2 miljoen gulden, hetgeen hoger is dan in voorgaande jaren. Wanneer men de winst echter plaatst tegenover het ge stegen balanstotaal is de winst en ook de bedrijfswinst na belastingen relatief gelijk gebleven. Hierbij moet ik wel noemen de sterke stij ging van de kosten, die overigens iets min der sterk was dan in 1971. Al het mogelijke wordt gedaan om deze kosten te drukken. De herstructurering van het bedrijf van de Centrale Bank, die met behulp van een extern adviesbureau gaande is, doet ver wachten dat over enkele jaren de voor delen, die ook in dat opzicht aan een fusie zijn verbonden, duidelijk zullen worden. Een beheersing van ons kostenpeil is een essentiële voorwaarde voor een goede uit oefening van onze taak in de toekomst. De sterke stijging van de post bedrijfskosten met 26,3 miljoen gulden zal voor een gering deel ook een gevolg zijn van functiewijzi gingen als gevolg van de fusie. Aan de Re serve Effecten is 5 miljoen gulden en aan de Voorziening voor Bedrijfsrisico's 19,5 miljoen gulden toegevoegd. Ondanks de geschetste zorgen over de bedrijfskosten, waarmee de herstructurering van het bedrijf samenhangt, mogen wij toch concluderen dat het jaar 1972 niet onbevredigend is ver lopen. Wanneer wij balans en resultatenrekening van onze Centrale Bank vergelijken met de balansen en de resultatenrekeningen van de beide in liquidatie getreden Centrale Banken, zien wij geen verschillen van fun damentele betekenis. Wanneer wij de cijfers van de gehele orga nisatie voor ogen nemen zien wij dat de vraag naar leningen op lange termijn zeer groot was. Hierbij moet vooral aan de finan ciering van het eigen woningbezit worden gedacht. Voor zover de aangesloten ban ken niet aan die grote vraag tegemoet kon den komen werden de leningaanvragen door één van onze twee hypotheekbanken overgenomen. De vraag naar leningen van de agrarische coöperaties was aanzienlijk lager dan in 1971. Het rekening-courantkrediet bewoog zich op een laag niveau en was lager dan in 1971. Dit moet tegen de achtergrond van de achterblijvende investeringen worden ge plaatst. De totale financieringsactiviteit van onze organisatie, gericht op de private sector, nam met 14% toe tot haast 17 miljard gul den. Hiervan namen de aangesloten banken nagenoeg 14,3 miljard voor hun rekening, de Centrale Bank bijna 2 miljard gulden en de gezamenlijke hypotheekbanken ruim 650 miljoen gulden. Bij een beschouwing over de resultaten in de eerste vier maanden van het lopende jaar moet ik wel de opmerking maken dat de cijfers over deze periode nog voorlopige cijfers zijn. De uitzettingen van de aangesloten banken zijn in de eerste vier maanden sterk ge groeid, namelijk met 770 miljoen gulden, tegen 550 miljoen gulden in 1972 en 530 miljoen gulden in 1971. Bij de leningen is sprake van een voortzet ting van de tendens die omstreeks het mid den van het vorige jaar intrad: grote vraag naar woningbouwleningen en aantrekkende investeringsanimo van bedrijven. De kredie ten in rekening-courant vertonen een nor male ontwikkeling. De effectenportefeuille blijft vrij sterk toenemen met pandbrieven Boeren-Hypotheekbank onder invloed van ruime liquiditeitspositie van een aantal banken. Over het gehele jaar 1973 gere kend, mag, evenals in 1972, op een sterke groei van de uitzettingen van onze aange sloten banken worden gerekend. De toevertrouwde middelen zijn in de eer ste vier maanden eveneens sterk toege nomen, namelijk met circa 1 miljard gulden, tegen 840 miljoen gulden in 1972 en 765 miljoen gulden in 1971. De groei van de spaargelden ligt, absoluut gezien, ongeveer op hetzelfde niveau als in de beide voorgaande jaren. Het relatieve groeitempo vertoont dus enige afzwakking, een tendens die zich reeds in het laatste kwartaal van 1972 begon af te tekenen en die verband houdt met het aantrekken van de conjunctuur. Hoewel de aanhoudende inflatie een negatieve invloed heeft op de spaarneiging, heeft zij anderzijds tot gevolg dat de nominale inlegoverschotten groter worden. De groei ten opzichte van de eerste vier maanden van 1972 en 1971 deed zich vooral voor op privé-rekeningen en op zakelijke rekeningen-courant. Deze groei is vermoe delijk voor een belangrijk deel veroorzaakt door incidentele factoren. Voor privé-reke- ningen is dat de inhaal van het B.T.W.-effect van eind 1972 en voor de zakelijke reke ningen-courant onder meer de valutacrises in samenhang met het buitenlands beta lingsverkeer. Het is dan ook niet te verwachten dat de totale middelenaanwas over het gehele jaar 1973 exclusief rente, belangrijk boven die van 1972 zal liggen. Het tegoed bij de Centrale Bank nam in de eerste vier maanden toe met circa 170 mil joen gulden, wat ongeveer evenveel is als in de beide voorgaande jaren. De liquidi teitspositie van de gezamenlijke aangeslo ten banken is nog steeds ruim. De rentabiliteit van de aangesloten banken zal vermoedelijk, absoluut gezien, ongeveer op hetzelfde niveau liggen als in 1972. Ener zijds staat de rentabiliteit onder druk van een enigszins verkrappende rentemarge en de mede onder invloed van de harmonise ring van arbeidsvoorwaarden stijgende kos ten, terwijl anderzijds de groei van de be drijfsomvang en de toeneming van de uit zettingsgraad een positieve invloed zullen hebben. Ik zou nu graag nog een korte toelichting willen geven op de balansen en de resul tatenrekeningen van de gelieerde instel lingen, die onder dit agendapunt worden behandeld. Bij de N.V. Boeren-Hypotheekbank zien wij

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 24