9 k -J cieringsaangelegenheden Midden- en Kleinbedrijf. Wij hadden de verwachting dat in een land, waarin reeds jaren een Wet op de Economische Mededinging bestaat, een advies te verwachten was dat een eind zou maken aan onnodige en onjuiste mono polies. Ik doel hierbij op het monopolie dat bij garantiekredieten aan de Nederlandsche Middenstandsbank is gegeven. Van onze kant is er al jarenlang op gewezen dat dit monopolie, dat een schrille tegenstelling vormt met wat er bij garanties in de finan ciering van het agrarische bedrijfsleven ge beurt, onjuist en ongewenst is. Ik duidde zojuist op het kartelrecht dat doet verwachten dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen ondernemingen zolang deze op een aanvaardbare wijze hun werk zaamheden ten bate van het bedrijfsleven uitoefenen. Eén van de motiveringen van dat monopolie is wel geweest, dat het ad ministratief moeilijk anders kon. Studies hebben uitgewezen dat hiervoor heel goede oplossingen kunnen worden gevonden. Deze studies zijn aan de betrokken autori teiten bekend. Nog erger dan het scheppen van een monopolistische positie acht ik het nadeel dat hiermee ook aan het te finan cieren bedrijfsleven kan worden toege bracht. Door de coöperatieve banken wor den in belangrijke mate middenstandsbe- drijven gefinancierd. In toenemende mate wenden de middenstandsbedrijven zich - om welke redenen dan ook - tot onze plaat selijke banken. Het blijkt dat ook de bege leiding van deze bedrijven bij onze organi satie in goede handen is. Ook al doordat wij een adviesdienst voor gefinancierde middenstandsbedrijven in ons apparaat hebben opgenomen is het onbegrijpelijk dat de zojuist genoemde Commissie advi seert om het monopolie bij staatsgaranties voor de financiering van middenstands bedrijven te handhaven. Opvolging van dit advies zou betekenen dat die middenstandsbedrijven, die aan een weloverwogen maar vrije keus het meest behoefte hebben, die mogelijkheid wordt ontnomen. Ik moet dan ook met vertrouwen de verwachting uitspreken dat de betrokken Nederlandse minister, na bestudering van het rapport, aan het Kabinet zal voorstellen om aan dit monopolie een einde te maken. Ik had behoefte om u de bij de leiding van de Centrale Bank bestaande opvattingen over de situatie, waardoor wij ons beleid moeten doen beïnvloeden, te verklaren. Ik had ook behoefte om op enkele urgente vraagstukken in te gaan, zoals de midden standsfinanciering. Hierbij mag niet worden vergeten dat in deze vergadering rekening en verantwoording over het achter ons lig gende boekjaar dient te worden afgelegd

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 23