5 f gekomen zijn, gemeengoed zijn gewor den, krijgen de achterliggende gedachten de volle aandacht. Je beseft dan, dat die vroegere „hervormer" ons ook nu nog veel te zeggen heeft en dat zijn denk- of handelwijze ook ons een basis geeft voor ons eigen handelen, leder die hierover nadenkt zal gemakkelijk namen uit de his torie kunnen noemen op wie het voor gaande van toepassing is. Wij noemen er een paar, willekeurig uit de rij gelicht: Willem van Oranje, Lenin, Martin Luther King, De Gaulle. Altijd moeten we echter bedenken, dat we zo'n historische figuur nu wel kunnen „ontleden", maar dat hij in zijn tijd een persoon was, die de door ons ontwaarde aspecten als één geheel in zich verenigde. Als wij ons niet vergissen maakt ook Raif- feisen zo'n historisch waarderingsproces door. Er is een hernieuwde belangstelling voor zijn persoon en werk. Merkwaardig is, dat dit tegelijkertijd ge beurt in de oude Europese landen, waar de coöperatieve gedachten van Raiffeisen al diep wortel hebben geschoten en in verre ontwikkelingslanden, waar men er nu pas oog voor krijgt, dat die gedachten ook daar bruikbaar zijn. Dat laatste zal niemand vreemd vinden. Raiffeisen leefde zelf in een streek met achterlijke omstandigheden. Zijn recept, onderlinge hulpverlening door coöperatie, kan heel vruchtbaar toegepast worden in landen, die er economisch misschien nog slechter aan toe zijn dan het Duitse platte land van de vorige eeuw. Het kost geen moeite daaruit te erkennen, dat Raiffeisen in onze tijd nog heel wat te zeggen heeft, al is het dan voor mensen, die een eind uit de buurt wonen. Maar ook in de welvarende Europese lan den, waar gevestigde grote bankcoöpera- ties op een breed terrein opereren, zien we dat Raiffeisen ook nu nog de aandacht waard wordt geacht. Uit verschillende bla den van buitenlandse Raiffeisen-organisa- ties blijkt, dat zijn grote sociale betekenis en invloed erkend worden - ook door der den - en dat zijn gedachten ook nu richt snoer kunnen zijn voor het hedendaagse coöperatieve handelen. Men kan naar aan leiding van een discussie over de beteke nis van Raiffeisen bijvoorbeeld lezen, dat de tijd gekomen is, dat ook de coöpera ties zich weer sterker met de menselijke achtergrond van hun bestaan moeten be zighouden en dat de eigenlijke coöpera tieve opdracht in deze wereld met zijn diep ingrijpende sociale tegenstellingen nog lang niet vervuld is. Dat stond in fe bruari in de Duitse Raiffeisen Rundschau naar aanleiding van een artikel van een hoogleraar in de sociale ethiek, getiteld „Was F. W. Raiffeisen soms een heilige?" Zulke diepzinnige vragen, hoe interessant ook, behoeven ons niet bezig te houden om toch Raiffeisen als een bijzonder man te erkennen. De coöperatieve bankorgani- saties in Europa, ook in ons land, zijn groot en volwassen geworden, dat is met vereende krachten en door goed zakelijk inzicht tot stand gebracht. Door de snelle groei is het inderdaad moeilijker gewor den de eigen identiteit op de oude wijze naar voren te brengen. Sommige ouderen, gewend aan de vroegere, intiemere orga nisatie, zullen het huidige grote coöpera tieve bankbedrijf mischien zelfs te zakelijk en te kil vinden. Daarom is die herlevende belangstelling voor Raiffeisen een belangrijk verschijnsel. Die gevestigde organisaties doen dit niet slechts omdat Raiffeisen hun stichter was, een man die zij daarom willen eren, maar omdat bij alle noodzaak tot zakelijk en efficiënt werken, een coöperatieve bank naar haar aard nu eenmaal sociaal in de maatschappij bezig wil zijn. Wij willen geen bankbedrijf in een kil keurslijf, maar een bedrijf dat de leden en de cliënten naar hun behoeften dient. Die opdracht ligt er ook in deze tijd. Om die goed te vervullen zullen we meer en anders dan vroeger moeten teruggrijpen op Raiffeisen. Het werk en de gedachten van deze man, die zijn sociale taak zo modern en daadkrachtig heeft aangevat, zijn te goed en te actueel om in een mu seum te worden bijgezet. Zij overschrijden zijn eigen tijd en oefenen nog steeds een krachtige invloed uit. Dat is te merken, zoals reeds gezegd, in omringende landen en dat komt ook door alle organisatorische fusieveranderingen heen in onze eigen Rabobankorganisatie aan de oppervlakte. Raiffeisen en alles waar hij met zijn banken voor stond, is die banken erfelijk meegegeven. Die eigen schappen moeten in iedere generatie tel kens weer tot ontplooiing gebracht wor den, in nieuwe vorm, modern, naar de eisen van de eigen tijd. Raiffeisen, met zijn geëngageerd staan in een maatschap pij van mensen, die allemaal hun finan ciële behoeften kennen, is voor ons onver kort het inspirerend voorbeeld. En Raif feisen betekent tevens een opdracht: het bankbedrijf uitoefenen in gezamenlijke in spanning, vóór en door en met je mede mens.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 7