29
gezicht van de stad. Deze mensen, die hier
gekomen zijn destijds voor het aanleggen
van de spoorlijn, hebben nu de handel
voornamelijk in handen. Ook zie je vele
moslims en oosterse typen.
De City-Market is dan ook op Oosters-
Egyptische manier opgezet: een rijtje sla
gers, een rijtje groentemannen, enz. Wel
hangt in iedere winkel een portret van
president Kenyatta.
Komt men meer naar het zuiden, dan
verslapt dit en is het vooral de oorspron
kelijke cultuur en levenswijze van de
inboorlingen, die je ziet.
Toch is de Masai lang geleden uit Egypte
verjaagd, „hierheen'' gevlucht en heeft
zich „hier" heer en meester gemaakt.
De Masai heeft een lang lichaam en laat
daardoor ook zijn hautaine karakter zien.
Het is echt 'n natuurvolk; koeien bepalen
de rijkdom van de man en kralen hals
banden die van de vrouw. Ze begraven of
cremeren hun doden niet, maar brengen
ze naar het bos: teruggeven aan de na
tuur.
Het is (oorspronkelijk) een nomadenvolk,
dat met de koeien naar groen gras trekt.
Toch zijn ze niet arm. De lodges (hotels in
reservaten) betalen vaak pacht aan hen.
Wij, toeristen, zijn dus niet ongunstig voor
ze. Maar ze blijven zichzelf, alhoewel ze
zich toch waarschijnlijk niet zullen kun
nen blijven handhaven. Je mag ze niet
fotograferen. Maar met veel geld, krijg je
ze toch wel zo ver, dat ze hun toestem
ming geven. Krijgers in uitrusting, die we
meerdere malen gezien hebben, zijn ook
echt de moeite waard. Hun rijzige gestalte
en mooie krijgstooi is erg apart.
Midden in de vrij moderne stad kon je
plotseling een Kikuyu vrouw zien met
grote zakken sprokkelhout op de rug aan
'n band aan 't voorhoofd. De Kikuyu is de
grootste stam in Kenya, dan zijn er ook
nog de Luo's en Somali.
Maar u zult nu denken, dat de mensen de
meeste indruk op me gemaakt hebben.
Nee, de dieren- en de plantenwereld „hier"
is zó groot, zó mooi en zó overweldigend,
dat dit toch wel de meeste indruk op mij
heeft gemaakt.
In de stad Nairobi, de hoofdstad, stonden
op de middenbermen van de wegen knal
rode hibiscusbomen en prachtige bougain
villes.
En wouwen en maraboes (aasetende ooie
vaars) en ibissen ziet men veel in de stad.
De ibis was vroeger bij de Egyptenaren
heilig, omdat, wanneer deze trekvogels
kwamen, dat altijd was tegen de natte tijd
en zo de bevolking dus waarschuwden
wanneer de kans bestond, dat de Nijl ging
overstromen.
Nairobi trouwens, ligt op 1.600 m. hoogte,
is 79 jaar oud en heeft zo'n 100.000
inwoners. Bij Nairobi ligt het Nairobi Nat.
Park - waarvan men tegenwoordig bij
Artis acres kan kopen.
Dit park bevat zeer veel dieren; en het is
dan ook bijna onmogelijk, dat je geen
dieren te zien krijgt. Van Nairobi zijn wij
naar het Amboseli reservaat geweest,
waar we in een tentenkamp geslapen
hebben. Het kamp staat midden in de
wildernis en een rijtje witte stenen geeft
de grens ervan aan. Eén stap over 't witte
lijntje en je staat op de savanne en weer
een stap terug en je staat in „Europa".
Maar er zitten leeuwen en die kunnen ook
dat stapje over de witte lijn maken,
vandaar de nachtwakers en uitkijktorens,
's Nachts hoorde je hyena's janken en
leeuwen in de verte grommen en vogels
fluiten. Dat was een enorm sensationeel
gevoel. In Amboseli Game Reserve zagen
we onze eerste en enige cheetah, jacht
luipaard, die op volle snelheid 110 km per
uur rent. Hij houdt dit echter slechts 450 m
en de ezel zijn daar de enige inheemse
huisdieren, de andere huisdieren zijn inge
voerd. Natuurlijk ziet men ook de struis
vogel, de grootste vogel die we kennen.
Na de safaridagen zijn we naar het strand
gegaan. Daar kon men genieten van schel
pen en vooral het koraalrif. Dat is onbe
schrijflijk mooi, tientallen kleuren, vor
men en maten onder de vissen zowel als
onder de koralen.
De Indische Oceaan daar is ook heerlijk
zwemwater, zodat we de hele dag zowat
zwommen. Verder maakten we strand-
vol. Een zeldzaam dier is het, vooral, erg
genoeg, door de jacht op bont, enz.
Van Amboseli gingen we naar Tsavo N.P.,
waar we vooral olifanten zagen. Olifanten
kunnen zo'n drie meter hoog worden en
zo'n vijf ton wegen. Ze worden wel 50
jaar oud. Het zijn ruwe eters. Ze vernielen
meer dan dat ze eten. Ze eten graag de
apenbroodboom, waarvan ze dan ook alles
eten.
De inboorlingen zeggen van deze „bao-
bab", dat hij ruzie met de duivel heeft
gehad en dat deze de boom daarom ver
keerd om in de aarde heeft gezet.
In Tsavo zijn we naar Mzima Springs
geweest. Hier zagen we nijlpaarden.
Tsavo is een zeer vulkanisch gebied, met
vulkanen, die tot voor 100-200 jaar nog
actief waren. Bij de Mzima watervallen
stonden veel geelbastige accacia's, ook
wel koortsboom.
Deze bomen komen alleen in vochtige
gebieden voor, waar natuurlijk ook mug
gen en dus ook malariamuggen zijn; in de
buurt van die boom, die er de schuld van
kreeg, kwam veel malaria voor.
In de parken vindt men ook zéér veel
vogels, zoals de Europese scharrelaars,
zwaluwen en ooievaars.
Want het is hier nu winter en dan zijn
veel van onze vogels in het zuiden. Ook
ijsvogeltjes en kolibries, de daar wat meer
inheemse vogels, gieren, arenden, haviken,
kwartels en parelhoenders. Het parelhoen
Een korte, gedwongen wandeling in het
Amboseli Wild Park. Op weg naar Nairobi
naar de Amboseli Lodge, aan de voet van
de Kilimanjaro, stuitte de safariploeg op
een bijna onbegaanbaar, modderig stuk
weg. ledereen moest uitstappen om de bus
lichter te maken.
wandelingen op zoek naar schelpen. Het
zand is daar spierwit; het stikt daar van
de krabbetjes; langs het strand staan pal
men, waarin de apen zitten.
Ja, we hebben 16 heerlijke dagen gehad,
waarin we veel indrukken hebben opge
daan. Waarin we een land hebben leren
kennen, dat voor de toekomst nog vele
mogelijkheden biedt, zowel op toeristisch
als ook op industrieel gebied.
Waarin we kennis gemaakt hebben met
een vriendelijk volk, dat hoewel in ver
schillende stammen verdeeld door de wa
penspreuk Haramber (zoiets als; „Een
dracht maakt macht) onder leiding van de
president Kenyatta een goede toekomst
tegemoet gaat.
Tot slot zou ik, ook namens de andere
prijswinnaars, de directie van de Rabo
bank en alle anderen, die deze reis moge
lijk hebben gemaakt en vooral ook de
reisleiding willen bedanken, langs deze
weg, voor de vele tijd en moeite, die
te zamen deze 16 dagen tot onvergetelij
ke dagen hebben gemaakt.