landbouw
politieke
weerhaken
Men heeft er dit regeringsseizoen
wel de tijd voor genomenin
Den Haag met het samenstellen
van een nieuw kabinet en in
Brussel met een verlengd debat
over de prijzen voor het komende
oogstjaar.
De beslissingen zijn wellicht
reeds gevallenover de
voorbereidingen ertoe kan hier,
wat de landbouw betreft, een
enkele kanttekening worden
gemaakt.
geen demonstratie
10
drs. m. I. de heer
Op 6 april organiseerde de overkoepelende organisatie
van de Europese boeren, het COPA, een bijzondere
vergadering waar geprotesteerd zou worden tegen de
voorstellen van de Europese Commissie voor de nieuwe
landbouwprijzen. De pers en televisie waren bijzonder in
deze bijeenkomst geïnteresseerd, want een eerder pro
test van boeren in Brussel leidde tot massale demonstra
ties in de straten. Twee jaar geleden werd er dwars door
de Europese - onofficiële - hoofdstad een spoor van
vernielingen getrokken en tijdens schermutselingen met
de politie viel één dode. Het slachtoffer was, zoals dat
gaat, geen fanatiekeling maar een boer die op aandrang
van zijn Belgische collega's zich solidair toonde door die
dag mee naar Brussel te gaan.
Hoewel na deze uitbarsting van geweld de prijsvoorstel
len in het voordeel van de landbouw werden veranderd,
voelden de landbouworgansaties dit jaar kennelijk niets
voor een herhaling. In een comfortabele zaal, luisterde
een afgepast gezelschap van dertig afgevaardigden per
land naar de redevoeringen van de voorzitter van het
COPA, ir. Knottnerus, een van de vertegenwoordigers
van de negen aangesloten landen. Er werd een resolutie
aangenomen waarvan de laatste zin inhield, dat het
COPA alle „geëigende middelen" zou hanteren om haar
standpunt bij de Europese organen door te zetten Dat
klonk dreigend genoeg, maar de voor radio en televisie
gegeven uitleg door de boerenvoormannen repte alleen
van vreedzame middelen, zoals bezoeken aan de voorzit
ter van de Europese Commissie en aan de Raad van
Ministers.
De onvrede onder de landbouworganisaties was ditmaal
vooral veroorzaakt door het niet serieus behandelen van
haar voorstellen waartoe zij door veel interne discussie
gekomen waren. In een land als Frankrijk heeft het
langdurig overleg gekost voordat de landbouworganisa
ties zich bij het COPA-compromis hebben neergelegd. De
Britse, Deense en Ierse organisaties, die zich gemakkelijk
stil zouden kunnen houden omdat hun prijsniveau automa
tisch naar het Europese peil wordt gebracht, hebben in
een aparte verklaring het COPA-standpunt nog eens
ondersteund.
De methode van berekening (misschien nog wel belang
rijker dan het percentage van 7,5 dat eruit resulteerde)
werd door de Commissie niet genoemd.
Het Europees Parlement, dat onder leiding van de
kersverse voorzitter Berkhouwer, aan de prijsvoorstellen
één van zijn meest verwarde discussies besteedde, nam
in feite geen enkel standpunt in. Het Parlement heeft in
zijn uitgebreide samenstelling kennelijk nog niet de weg
naar effectieve meerderheden gevonden.
Een tweede reden tot onvrede is de vermenging van de
prijsvoorstellen met de gedeeltelijke oplossing van gevol
gen van het in verschillende mate herwaarderen van
Europese munten. In Duitsland en de Benelux betekende
dit dat de verhoging van 2,76% (voor enkele produkten
meer, gemiddeld 5,2%) in werkelijkheid geen of nauwe
lijks een stijging in guldens, franken of marken zou be-