3
het optreden van de heer Van Campen
zijn te danken. Hij getuigde van de goede
teamgeest, die deze onder de medewer
kers heeft ontwikkeld.
Dit laatste kwam vele malen naar voren.
De secretaris van de Eindhovense Onder
nemingsraad, mr. Engels, vertelde hoe de
raad eerst alleen maar aanvaard werd,
maar al snel door de heer Van Campen
positief werd gewaardeerd. De heer Van
geldbedrijf is, maar ook een sociaal-eco
nomische zin heeft".
De heer Van Campen legde alle nadruk op
de toenemende hulp, die verleend is door
een bekwame staf van vele medewerkers
en van de Ondernemingsraad. „Die Onder
nemingsraad is meer en meer een stuk
ondernemingsgebeuren geworden. Dat wij
als directie meer zijn geweest dan rent
meester van een geldinstelling, dat wij
Campen was tot voor kort de voorzitter
en, zo zei de heer Engels het op z'n
Brabants: „Ne vinnige voerman hè 'n
vinnig perd", dat betekent de kwaliteit
van de voerman bepaalt de waarde van
het paard!
En mr. Bartholomeus, de voorzitter van de
Ontspanningsvereniging, sprak er in een
geestige speech met name zijn dank voor
uit, dat ons bedrijf „onder uw algemene
leiding een sterke expansie heeft gekend,
zonder dat dat betekende, dat de mensen
van hun werk en elkaar vervreemdden".
Esprit en ernst vonden wij terug in de
woorden, die de heer Van Campen zelf
sprak: „De Raad van Toezicht was voor
mij het oudste en erg gewaardeerde li
chaam. waardoor je je bewust werd voor
wie en waarvoor wij werkten. En steeds
vond ik het hartverwarmend een aandeel
te mogen leveren bij discussies van de
Centrale Kring en de kringen. Wie de
sfeer kent, neemt daarvan slechts node
afscheid.
Sleutelfiguur? Misschien, maar dan in die
zin, dat ik blij ben, dat ik heb mogen
meesleutelen. Want wij werken samen in
ons bedrijf, dat niet een louter technisch
metterdaad ondernemer zijn geweest, dan
ken wij als directie-team mede aan het
inspelen van de Ondernemingsraad, die de
directie noopte zich werkelijk als onder
nemer te gedragen.
Eigenlijk is 27 jaar deelnemen in de
leiding van een bedrijf te lang. Wij zullen
immers door de toenemende personeelkos-
ten en hogere eisen van de werknemers,
bijtijds moeten denken aan nieuwe orga
nisatievormen voor de bedrijfsleiding. De
ze dient zich daarbij ook voor te bereiden
op veranderende structuren en moet goed
geïnformeerd zijn over te verwachten so
ciale patronen. Men mag niet passief
wachten tot de veranderingen hebben
plaatsgehad.
Ik zeg dit vooral daarom, omdat ik mij
ervan bewust ben, dat alleen in een orga
nisatie en in een bedrijf, zoals die zijn
ontstaan na de fusie het mogelijk zal zijn
om werkelijk moderne samenwerkings
verhoudingen tot stand te brengen.
Dat vraagt soms persoonlijke offers. Weesl
er echter van overtuigd, dat die offers
mogen en moeten kunnen worden be
schouwd als de prijs voor de ontwikkeling
van de bankbediende van weleer tot de
medewerker, die zijn zegje heeft in de
leiding van het bedrijf. Het zal bijdrager
tot een hogere werk- en levensgedachte
voor al diegenen, die in het bedrijfsgebeu-
ren betrokken zijn.
La Fontaine heeft het ons in één van zijn
fabels voorgehouden: Wij stralen allen
iets af van de arbeidzame mier. Maar de
krekel kan animerend zijn! Meer dan het
werken zelf is de vreugde, die men uit zijn
werk put. Voor ons mensen is het de
kunst een beetje mier én krekel beide te
zijn.
En dan bij mijn afscheid getuig ik er
gaarne van in dankbaarheid, dat er Eén is,
die ons leven heeft gegeven. Mijn diepste
wens is die dankbaarheid met allen te
mogen delen!"