internationaal betalingsverkeer 30 betalingsbalans betalingswijze e. j. gantevoort Historisch gezien de oudste functie van het bankwezen is de zorg voor het betalings verkeer met het buitenland. Met het ontstaan van de internationale handel ontstond immers tegelijkertijd ook het internationale betalingsverkeer. Met de groei van de handel met het buitenland, vooral in de laatste decennia, nam ook het internationale betalingsverkeer sterk toe, niet alleen in volume, maar ook in het aantal diensten, die de banken aan hun cliënten verleent. Deze ontwikkeling is vanzelfsprekend ook bij de Rabobank waar te nemen. Naast de oorspronkelijk vooral op het binnenland gerichte dienstverlening is langzamerhand ook een belangrijk pakket van diensten op het gebied van het buitenlands betalings verkeer ontstaan. Deze op het buitenland gerichte dienstverlening aan onze cliënten zal zich, door de steeds verdergaande internationalisering van onze gehele sa menleving, in de toekomst nog verder uitbreiden. Internationale betalingen pleegt men in te delen naar de oorzaak van de schuld, die wordt voldaan. Met name is dit het geval in de betalingsbalans (staat van inkomsten en uitgaven ten opzichte van het buiten land. De betalingsbalans kan, populair gezegd, het huishoudboekje van ons land in het betalingsverkeer met het buiten land genoemd worden. De betalingsbalans wordt gewoonlijk onderverdeeld in: a) de goederenbalans: betalingen in verband met in- en uitvoer van goederen; b) de dienstenbalans: betalingen wegens het internationale dienstenverkeer, zoals voor assurantie, zeevracht, bankprovisies, reis- en verblijf kosten, etc.; c) de kapitaalopbrengstbalans: betalingen van kapitaalrevenuen, zoals di videnden of obligatierente; d) de kapitaaibalans: betalingen uit hoofde van kapitaaltransac ties, zoals aan- en verkoop van buiten landse effecten, investeringen, etc. In het internationale betalingsverkeer speelt de bank een grote rol. Niet alleen koopt en verkoopt de bank vreemd geld, zij heeft overal in de wereld correspondenten (buitenlandse banken), die zorgen voor de inning van het van Nederlandse exporteurs ontvangen en in het buitenland betaalbare papier, hetzij cheques, wissels of incasso's. Deze correspondenten nemen voorts de betalingen in het buitenland aan, die voor cliënten in Nederland bestemd zijn. Het hieruit voortspruitende bezit in vreem de valuta kan bij de bank op een rekening geplaatst worden (een zgn. vreemde valu ta-rekening), of voor een bepaalde termijn a deposito gegeven worden; ook kan deze vreemde valuta aan de bank verkocht worden tegen creditering op een guldens rekening. Importeurs worden voorzien van de bui tenlandse betaalmiddelen, welke zij voor hun invoerzaken nodig hebben; de bank trekt hiertoe op haar correspondenten cheques, of geeft orders tot uitbetaling langs schriftelijke of telegrafische weg. De afwikkeling van betalingen van en naar het buitenland geschiedt vrijwel uitsluitend met giraal geld; dus met boe kingen op rekeningen die de banken in binnen- en buitenland in eikaars boeken houden. Deze rekeningen onderscheidt men in no- stro-rekeningen en loro-rekeningen. Een nostro-rekening is een rekening, die de bank in de boeken van een andere bank houdt; bijvoorbeeld de Rabobank heeft een Duitse marken rekening o.a. bij de Commerzbank a.g. te Düsseldorf. Een loro-rekening is een rekening, die de bank in zijn boeken ten name van een andere bank voert; bijvoorbeeld de Kre dietbank s.a. heeft een guldensrekening bij de Rabobank. Het verschil tussen een nostro-rekening en een loro-rekening is dus geen eigenlijk verschil tussen twee geheel afzonderlijke typen rekeningen, maar eerder een ver schil in standpunt: één en dezelfde reke ning is steeds voor de ene partij een nostro-rekening en voor de andere partij een loro-rekening. De nostro-rekeningen bij buitenlandse correspondenten luiden in vreemde valuta en wel in de valuta van het land, waar de buitenlandse bank is gevestigd. Ontvangt de bank van een cliënt een opdracht om Duitse marken te vergoeden naar Duitsland, dan geeft zij aan haar Duitse correspondent (bijv. de Commerz bank a.g.) opdracht de betaling ten laste van haar nostro-rekening uit te voeren. Andersom kan de bank ook zo'n opdracht van haar buitenlandse correspondent ont vangen, bijvoorbeeld om DM 500.000,- aan een van haar cliënten te vergoeden. De correspondent heeft de bank dan reeds voor dit bedrag op haar nostro-rekening gecrediteerd. Wenst deze cliënt dan afre kening in guldens, dan koopt de bank van de cliënt de Duitse marken tegen haar aankoopkoers en crediteert de cliënt voor de tegenwaarde in guldens op diens gul densrekening. Wenst de cliënt geen afrekening in gul dens, dan worden de Duitse marken op zijn vreemde valuta-rekening in Duitse marken gecrediteerd. Behalve door middel van deze overboekin gen kan men internationale betalingen ook verrichten met behulp van cheques. Deze, door de bank op één harer corres pondenten getrokken cheque is een beta lingsopdracht, neergelegd in een speciaal, overdraagbaar formulier, dat aan de be gunstigde wordt toegezonden en door deze bij de betalende correspondent wordt aan geboden om betaling te ontvangen. Voorts kent men nog de wissel, welke in tegenstelling tot de cheque, geen middel tot betaling is, maar een middel om be taling te vragen. De cliënt kan cheques en wissels ter incasso aan de bank aanbieden; het zal dan enige tijd duren, alvorens hij zijn geld ontvangt. Het komt daarom ook vaak voor, dat een cliënt de bank verzoekt zijn, in de cheque of wissel aangeduide vordering van hem over te nemen, d.w.z. hem terstond af te rekenen. Is de bank hiertoe bereid, dan zal zij deze afrekening o.g.v. (onder gewoon voorbehoud) verrichten, d.w.z. onder het voorbehoud, dat zij afdekking ontvangt, doordat de cheque of wissel op tijd wordt betaald. Totdat deze betaling is geschied verleent de bank aan de cliënt dus kre diet. Dit afrekenen o.g.v. noemt men bij wissels,.disconteren", omdat de rente voor het gegeven krediet reeds bij het afreke nen als disconto wordt afgetrokken. De betalingen naar en vanuit het buiten land kan men in twee delen splitsen: op de eerste plaats de aan- of verkoop van de betrokken vreemde valuta en op de tweede plaats de eigenlijke betaling met die vreemde valuta. Het zijn de afdelingen wisselarbitrage en buitenland, welke hier de cliënt ten dienste staan. Naast de hierboven aangestipte betalings wijzen heeft de bank aan de cliënt nog een reeks van andere diensten in het internationale betalingsverkeer te bieden. Wanneer een cliënt voor zichzelf moet beschikken over geld in het buitenland, dan wel ergens ten behoeve van een relatie geld beschikbaar moet stellen, staat de bank voor hem gereed en opent een accreditief. Hierover kan ineens of bij gedeelten wor den beschikt. Accreditieven kunnen ook geopend worden voor bepaalde bedragen per dag, per week of per maand.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 32