16
uitgangspunt bij de
structurering van de centrale
bank
nieuwe structuur
De aangesloten banken zijn dus mede door
middel van de bovenstaande procedures in
staat het lange termijnbeleid te bepalen.
De Centrale Bank dient zich te richten
naar dit beleid, terwijl zij betrokken is bij
de voorbereiding ervan.
Ondanks de autonomie van de aangesloten
banken zijn bepaalde verantwoordelijkhe
den ten aanzien van de gehele organisatie
aan de Centrale Bank voorbehouden.
Zij is met name verantwoordelijk voor de
liquiditeits- en solvabiliteitspositie van de
gehele organisatie en zal hierop toezicht
moeten houden.
Hiernaast is de Centrale Bank door haar
uitvoerende, registrerende, controlerende
en toezichthoudende taken als enige on
derdeel van de organisatie in staat om de
in de doelstellingen genoemde continuïteit
van de gehele organisatie te bewaken. Dit
impliceert dat naast de bewaking van de
liquiditeit en de solvabiliteit ook de bewa
king van de rentabiliteit zal moeten beho
ren tot de functies van de Centrale Bank.
Om deze functie te kunnen uitoefenen, is
het noodzakelijk, dat de Centrale Bank
een op het lange termijnbeleid afgestemd
korte termijnbeleid ontwikkelt, dat de
basis vormt voor de liquiditeits-, solvabili-
teits- en rentabiliteitsbewaking.
De Centrale Bank wordt bij het uitoefe
nen van haar beleidsfunctie enerzijds ge
steund door de reglementen en statuten
van de organisatie en door de bevoegdhe
den, die haar door De Nederlandsche
Bank zijn verleend, maar anderzijds zal
zij onderdelen van haar beleid in de vorm
van advies aan de aangesloten banken
moeten overdragen.
Hierin schuilt een karakteristiek aspect
van de coöperatieve structuur. Deze kan
namelijk de beleidsfunctie van de Centra
le Bank als zodanig onverlet laten, terwijl
zij de wijze waarop de Centrale Bank
deze functie ten opzichte van de aangeslo
ten banken uitoefent in sterke mate be
paalt.
Hierdoor is het mogelijk om als grote
bankorganisatie een zeer uitgebreid net
van aangesloten banken met een sterk
gedecentraliseerd bestuurssysteem, opti
maal de lokale markten te laten bedie
nen.
ondersteunende functies
Naast haar beleidsfunctie en naast de
uitoefening van het toezicht op de nale
ving van dit beleid vervult de Centrale
Bank een aantal ondersteuningsfuncties
ten behoeve van de aangesloten banken.
Zij doet dit aangezien en voor zolang zij
deze uitsluitend of efficiënter kan uitvoe
ren dan ieder der aangesloten banken
afzonderlijk.
Deze functies kunnen naar aard worden
onderscheiden:
- ondersteuning van de aangesloten ban
ken bij activiteiten die zij in principe zelf
verrichten; voorbeelden hiervan zijn de
advisering ten aanzien van de dienstverle
ning, marketing, het management van de
aangesloten bank en technische interne
zaken zoals bouw, inrichting, administra
tieve procedures en interne organisatie;
- ondersteuning door het uitvoeren van
werkzaamheden van bancaire aard ten
behoeve van de aangesloten banken; voor
beelden hiervan zijn liquiditeitsbeheer,
transacties op de geld- en kapitaalmarkt,
en het buitenlandse betalingsverkeer;
- ondersteuning door het uitvoeren van
werkzaamheden van niet-bancaire aard
ten behoeve van de aangesloten banken;
voorbeelden hiervan zijn de centrale ver
werking van administratieve gegevens, in
koop, transport en de personeelsadmini
stratie.
Alle hiervoor genoemde functies van de
Centrale Bank worden verricht om de
aangesloten banken op directe wijze te
ondersteunen bij de realisatie van hun
doelstellingen.
overige functies
Voor de uitoefening van de hiervoor ge
noemde functies is vereist, dat de Centrale
Bank de beschikking heeft over informa
tie. Deze informatie kan bijvoorbeeld be
trekking hebben op de geldvoorraden en
geldstromen in de organisatie, op kosten
en opbrengsten, op de marktpositie van de
organisatie, en op de positie van de natio
nale economie.
Binnen de Centrale Bank zal dus een
aantal functies op het gebied van de
informatie-ontwikkeling, -verwerking en
-verschaffing moeten worden verricht, ten
behoeve van de gehele organisatie en ten
behoeve van het functioneren van de
Centrale Bank zelf in het bijzonder.
Slechts op basis van juiste informatie is de
Centrale Bank in staat om haar beleids
functie en haar ondersteunende functies
uit te oefenen ten opzichte van iedere
individuele bank en ten opzichte van de
organisatie als geheel.
Ten slotte is er een groep activiteiten, die
betrekking heeft op de begeleiding van
de mens in de organisatie. Binnen de
Centrale Bank zullen een aantal functies
moeten worden verricht, die erop gericht
zijn de mens optimaal in de organisatie te
laten functioneren. De besturing en bege
leiding van wat men het „sociale systeem"
van een organisatie zou kunnen noemen,
vereist een breed scala van onderling
samenhangende activiteiten.
Voorbeelden hiervan zijn: personeelsplan
ning, -werving, -selectie, opleiding, ver
zorging, salariëring; de ontwikkeling van
een juiste organisatiestructuur, van func
tiebeschrijvingen, prestatienormen en
prestatiewaarderingssysteem, een voort
durende bewaking van de kosten tegen
over de prestaties; verbetering van de
werkplek en de efficiency bij de functie
uitoefening; het geven van advies ten aan
zien van deze zaken ten behoeve van de
aangesloten banken.
Er kan een onderscheid gemaakt worden
in algemene en specifieke organisatieprin
cipes. Wij zullen hier voornamelijk aan
dacht schenken aan de specifieke organi
satieprincipes, dat wil zeggen aan prin
cipes, die specifiek voor de Coöperatieve
Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank zijn.
De structurering van de Centrale Bank
betekent het logisch groeperen van de
hiervoor genoemde functies.
Als eerste uitgangspunt is gesteld, dat de
verantwoordelijkheid voor de ondersteu
nende en toezichthoudende functies ten
opzichte van de aangesloten banken orga
nisatorisch dient te worden onderscheiden
van de verantwoordelijkheid voor de ban
caire functies, die de Centrale Bank zelf
standig verricht. Het voordeel hiervan is,
dat tegenstrijdige belangen worden voor
komen. De coördinatie van het Centrale
Bank-beleid ten aanzien van de binnen de
Centrale Bank te verrichten bancaire ta
ken, zal door het beleidsorgaan voor de
gehele organisatie in de top van de Cen
trale Bank-structuur dienen plaats te vin
den. Hiernaast moeten deze beide groepen
functies ieder in één organisatorische een
heid worden ondergebracht. Hierdoor
wordt gegarandeerd, dat de beleidsover-
dracht van de Centrale Bank naar de
aangesloten banken zo effectief mogelijk
plaats vindt en dat alle adviezen aan
aangesloten banken geïntegreerd en op
basis van dit beleid worden gegeven.
Evenzo wettigt de samenhang tussen het
middelenbeheer van de Centrale Bank en
de uitvoering van bancaire werkzaamhe
den het samenbrengen van deze activitei
ten in één organisatieonderdeel.
Ten aanzien van de informatiefuncties
kan men stellen, dat informatie-ontwikke
ling, -verwerking en -verschaffing nauw
verwante activiteiten zijn, die veelal vol
gens op elkaar volgende of geïntegreerde
processen verlopen. Bij de uitoefening van
deze functies zijn meestal specifieke en
gelijkgerichte deskundigheden vereist. Al
deze functies dienen in één organisatie
onderdeel te worden bijeengebracht, te
zamen met een aantal utvoerende taken,
die uit doelmatigheidsredenen niet kunnen
worden afgescheiden (voorbeelden van
deze laatste taken zijn bijvoorbeeld trans
port, magazijnen en archieven).
De functies die de mens in de organisatie
betreffen, vereisen een nauwe onderlinge
afstemming, terwijl ook hier alle vereiste
deskundigheden vaak een zekere verwant
schap vertonen. In verband hiermede en
om de noodzakelijke eenheid van beleid
op dit gebied te garanderen, moeten al
deze functies vanuit één organisatorische
eenheid worden verricht.
Ten slotte is het noodzakelijk, dat er coör
dinatie plaatsvindt tussen de vier eerder
genoemde organisatorische eenheden,
op basis van het beleid van de gehele
Centrale Bank en op basis van het beleid,
dat voor de gehele organisatie is opgesteld.