11 vertegenwoordiging bij de Europese Commissie bereikt, die nu als een effectieve belangenbehartiging is georgani seerd. Dat komt onze eigen goede werking en standpunt bepaling ten goede. Ik heb ook altijd het gevoel gehad, dat we iets moeten geven aan de andere wereld. Zo zijn wij in de 50er jaren begonnen met de emigratiefinanciering en later is het fonds gekomen om een eigen bijdrage aan ontwikkelings landen te kunnen leveren. Stagiairs uit die landen kregen bij ons scholing. Graag heb ik meegewerkt aan de oprichting van de Landbouwbank Suriname als een joint venture van Suriname en de Centrale Bank. Ik vind het een hele prestatie van onze gemachtigde, de heer Van Dommelen, dat hij het klaar heeft gespeeld, dat deze bank al in zijn tweede levensjaar een redelijke rentabili- teitsbasis heeft bereikt. Hebben wij een taak, een plicht ten aanzien van de onder ontwikkelde gebieden? Op beperkte schaal, ja, dat is tot op zekere hoogte ook plicht. Wat wij hebben aan goeds, mogen we niet voor ons zelf houden. Dat is geen zaak van miljoenen guldens, maar vooral van de persoonlijke inzet van een beperkt aantal mensen. En dan mag het nog wat kosten ook op de koop toe. Aan coöperatieve zending- of missiebedrijverij als zoda nig heb ik geen behoefte. Misschien hebben wij op het kapitalisme, marxisme of mao-isme een streepje voor, dat we het dienen van mensen niet als een nationale zaak zien, maar we moeten ook niet onze eigen denkbeelden aan anderen willen opdringen. Wat we kunnen doen zie ik vooral pragmatisch. Daarom acht ik de samenwerking op Europees niveau ook zo belangrijk. De internationale geldstromen brengen mee, dat we als Centrale Bank niet alleen met het guldensysteem te maken hebben, maar ook met het Eurodollarsysteem. We moeten ons in die kapitaalstroom begeven, niet alleen, maar internationaal, in samenwer king met anderen, met name met zusterorganisaties. Dat zou betekenen, dat een internationale financiële instelling van coöperatieve en andere banken deposito's opneemt en deelneemt in financieringen, die in Eurodollars luiden, den. Het betekent niet je eigen geld over de grens brengen, maar wel het werken ook met internationaal geld. Ik zie dat als een nieuwe dimensie van ons eigen bedrijf, dat daardoor nog meer all-round wordt. We verschaffen ons daardoor tevens een internationaal platform om ook voor de Derde Wereld meer te kunnen doen. Hoe staat u tegenover uw afscheid als hoofddirecteur? Spijt het u? Kijk, ik ben ervar overtuigd, dat je na 27 jaar in directie en de hoogste leiding plaats moet maken voor anderen. Nee, ik heb geen spijt. Vooral de laatste jaren heb ik de contacten met ce Ondernemingsraad als een van de boeiendste elementen in het directeurschap ervaren en ik heb wel iets meer moeite gehad met het neerleggen van het voorzitterschap van de Ondernemingsraad dan met het neerleggen van het hoofddirecteurschap zelf. Dat wel! Voorlopig zal ik actief blijven als voorzitter van de vereniging van coöperatieve spaar- en kredietbanken in Brussel en ik hoop nog een bijdrage tot de verdere ontwikkeling van het coöperatieve banksysteem in ons land en in Europa te mogen geven, al ben ik mij er goed van bewust, dat er voldoende andere krachten zijn, die het ook zonder mij zouden kunnen. Het hangt van allerlei omstandigheden af, die ik niet kan overzien, of ik inderdaad geroepen zal blijven om de samenwerking in internationaal verband te bevorderen. Of ik memoires zal schrijven? Ik heb geen plannen, maar als ik over zeg tien jaar nog fit van lijf en geest ben, zal ik er graag over cenken. Ik besef, dat ik als het ware de periode van de pionierstijd naar heden heb overbrugd. Ik vond het altijd een voorrecht, dat ik ook nog met de generatie van de oprichters conta:t heb gehad. Dat ik in 1948 ben gaan zwoegen op het stuk geschiedschrijving bij het 50-jarig bestaan heb ik altijd ervaren als een fundament om op door te werken. Die samenwerking met Hollenberg en Kriellaars heeft me snel ingewerkt en mijn gemis aan ervaring aangevuld. De schoen van Eindhoven heeft me nooit gekneld. Juist omdat de opeenvolgende bestuursleden en de Raad van Beheer de ruim:e van blik bezaten om gelegenheid te geven aan een jonge directeur zich ruim en breed te oriënteren, kreeg je een gezichtsveld buiten je functie: politiek en bedrijfsleven. Je kon elders inbreng halen voor zover die bij jezelf of je eigen organisatie ontbrak. Ik heb die Einchovense schoen altijd als een ruim en aangenaam zittsnde levensgezel ervaren en gewaar deerd.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 13