wob wob wob 4 aanhangig hebben gemaakt, toch moet ge zegd worden dat de wijze waarop deze zes Friese banken hun gedachtengang in hun brief naar voren hebben gebracht, niet onsympathiek aandoet. Zij zijn er immers duidelijk niet op uit de harmonie door disharmonie te verstoren. Zij willen alleen bepaalde zaken nog eens aan de orde stellen, omdat zij menen dat de bij hen opgekomen vragen en opmer kingen nadere bezinning waard zijn. Dit laatste is ongetwijfeld waar. De brief van deze zes brengt ons nl. bij een aantal algemene punten van zeer actueel sociaal beleid, die buiten onze organisatie tegen woordig druk besproken worden. Het zal dan ook helemaal niet kwaad zijn, als ook onze organisatie verschillende onderdelen van de nieuwe geharmoniseerde arbeids voorwaarden nog eens in nadere studie neemt. Dat hoeft onze „harmonie" niet aan te tasten, het hoeft ook de nu geldende adviezen niet rauwelijks op losse schroe ven te zetten. Want de opgeworpen pro blemen zijn niet gemakkelijk, „men" wor stelt er mee, en ook onze zes briefschrij vers hebben niet de pretentie de oplossing bij de hand te hebben. Wij willen deze zes hun „schoonheids- fout" van hun rondschrijven buiten onze eigen overlegstructuur om maar niet te zwaar toe rekenen en menen dat indien de Centrale Kringvergadering een nader beraad over de opgeworpen vragen ge wenst mocht achten, zulks zeker zinvol kan zijn. In afwachting van de uitkomst van zo'n eventueel beraad zal men er echter met ons van overtuigd zijn, dat de aan de Commissie van 24 ontleende ad viezen voor uniforme arbeidsvoorwaarden als handleiding moeten blijven gelden. Het is immers een belang van de eerste orde, dat er op dit gebied één zelfde lijn in het beleid getrokken wordt. Nu die lijn door de adviezen getrokken is, kunnen we ons best nog eens op die harmonisatie-partituur bezinnen en daarin zo nodig en weloverwogen verbeteringen en retouches aanbrengen. Dat is vanzelf sprekend. DE BANKEN ZITTEN NIET STIL De onrustbarende toename van het aantal bankberovingen, zoals we die de laatste jaren in ons land en in de omringende landen meemaken, lijkt het bankbedrijf in een niet benijdenswaardige positie te brengen. In de eerste plaats natuurlijk omdat de banken zo dikwijls het mikpunt zijn van met schiettuig dreigende, op roof beluste figuren. Is een bank het slachtoffer, dan komt daarbij mededogen nauwelijks aan bod, omdat alle aandacht zich richt op de sensatie van het roofverhaal. Wie zou zich om de schade bekommeren, want een bank is toch zo rijk, die handelt zelfs in geldl Onprettiger nog wordt het voor de ban ken, wanneer zij ook nog het feit, dat al die berovingen plaats vinden, als een ver wijt te horen krijgen. Alsof de banken zelf dat ongewenste bezoek zouden willen uitlokken, alsof ze maar hadden kunnen voorzien, dat de zware en minder zware jongens het bancaire pad zouden inslaan! Natuurlijk, redelijke voorzorgen mag men van iedere bank verwachten, maar een bewering als zouden de banken zich liever verzekeren dan zich te beveiligen en ver der de hele soesah die een beroving ople vert maar aan de politie overlaten, is beslist onredelijk. Toch is zo'n bewering onlangs voor de T.V. door een hooggeleer de criminoloog geuit. De banken doen hun uiterste best om overvallen zo onaantrekkelijk mogelijk te maken. Maar publiekelijk, bijvoorbeeld voor de T.V., kan men moeilijk precies gaan zeggen wat er allemaal al aan de veiligheid gedaan is en wat de verdere plannen zijn. De lieden, die je buiten de deur wilt houden, luisteren immers ook mee. Eer men met verwijten komt aan een slachtoffer van een criminele daad, wat ethisch toch al gevaarlijk is, moet men er rekening mee houden, dat juist het slacht offer zich veel moeite getroost kan heb ben om die daad te voorkomen. Een bank kan niet iedere bezoeker op wapens gaan doorzoeken. Wel zijn er tal van andere maatregelen, die de banken op zeer grote schaal getroffen hebben om berovingen te voorkomen. Daarmee zi]n aanzienlijke bedragen gemoeid. Er is zelf3 een aparte commissie uit het hele bankbe drijf, die zich al sinds enkele jaren met het beveiligingsvraagstuk bezighoudt en waardevolle adviezen verstrekt. In samen werking met de politionele autoriteiten, waardoor ook de criminele technieken en de psychologie van de overvaller ter spra ke komen, is door de banken de beveili ging zeer actief en serieus aangepakt. Het effect daarvan zal, laat ons dat hopen, meer en meer gaan blijken, al zal onze veiligheid een voortdurende zorg blijven zolang de criminaliteit zelf niet vermin dert. Eén maatregel, die onlangs door alle ban ken aanvaard is om tot een grotere veilig heid te komen, willen wij hier noemen. Er is een uniforme gedragslijn opgesteld op het gebied van landelijke geldtransporten. Ook onze instelling heeft die gedragslijn aanvaard. Misschien betekent dit hier en daar afwijking van een gebruikelijk dienstbetoon aan een cliënt, misschien is het voor een bank zelf lastig en kosten verhogend, de veiligheid wordt er echter door gediend. En daarom werd ertoe be sloten. Zo doen de banken ook op andere, door ons met opzet verzwegen, onderdelen van hun bedrijf. „RABOBANK" OP T.V. Om de nieuwe (roep)naam van onze orga nisatie zo snel mogelijk algemene bekend heid te geven, is inmiddels een zeer groot opgezette reclamecampagne van start ge gaan. Niemand zal zich over de noodzaak daarvan verwonderen. De nieuwe naam moet een symbool worden, hij moet voor iedereen een bepaald begrip omvatten en dat brengt met zich mee, dat wij als grote, landelijke organisatie nu publiekelijk de aandacht moeten vragen voor ons nieuwe visitekaartje. Opmerkelijk is, dat wij bij deze campagne voor het eerst sinds 1969 weer gebruik maken van het televisiemedium. In dit jaar kwamen de Nederlandse bankinstel lingen onderling overeen, dat er door hen geen televisiereclame meer zou worden gemaakt. Èen afspraak waaraan ook wij ons willen houden. Evenwel, de introduc tie op de T.V. van een nieuwe (roep)naam als Rabobank is toch wel een zeer speciaal geval, men kan dit eigenlijk geen reclame noemen, het is in wezen niet meer dan het geven van informatie aan de relaties van de boerenleenbanken en raiffeisenbanken. Om die reden meenden wij het College van Overleg van de Nederlandse Ban kiersvereniging te kunnen voorstellen om - zeer tijdelijk, nl. voor de duur van de campagne - ons te willen ontheffen van bestaande afspraken. Wij hebben het zeer op prijs gesteld, dat dit College begrip voor ons motief heeft gehad en ons deze ontheffing heeft ver leend. Vooral ook zijn wij er erkentelijk voor, dat de beslissing zó snel genomen is, dat het ons mogelijk was én de juiste T.V.-zendtijd te verkrijgen én het infor matiefilmpje tijdig gereed te hebben. Moge de campagne tot effect hebben dat „Rabobank" binnenkort overal net zo'n bekende klank zal oproepen als „boeren leenbank" en „raiffeisenbank" zich al ver worven hadden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 6