bij een afscheid
r*
Zoals reeds eerder werd vermeld is aan mr. Ph. C. M.
van Campen per 1 april 1973 op zijn verzoek op de
meest eervolle wijze ontslag verleend als lid van de
hoofddirectie van de Coöperatieve Centrale Raiffei-
sen-Boerenleenbank.
Velen zullen het met mij betreuren, dat de heer Van
Campen zo kort na het formele en feitelijke functio
neren van de Rabobank zijn functie als lid van de
hoofddirectie niet meer zal voortzetten. De Raad van
Beheer heeft echter gemeend de redenen waarom
de heer Van Campen tot zijn besluit is gekomen te
moeten respecteren.
Tot nu toe is er niemand bij onze bankorganisatie
geweest, die over zo'n lange periode van ruim 27 jaar
de hoogste verantwoordelijkheid heeft gedragen;
eerst als algemeen directeur bij de Coöperatieve
Centrale Boerenleenbank en na de oprichting van
de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank
tevens als lid van de hoofddirectie van de nieuwe
organisatie.
Van hem kan met recht gezegd worden, dat hij de
hitte van de dag gedragen heeft. Niet alleen in de
vroegere Eindhovense organisatie heeft de heer Van
Campen zijn kennis, ervaring en werkkracht ingezet;
hij deed dat ook bij de voorbereiding en de realise
ring van de fusie van de beide landbouwkredietorga
nisaties.
Zijn optreden werd vooral gekenmerkt door een
grote mate van deskundigheid, inventiviteit, snelheid
in beslissen en handelen. Naast een goed bankier is
de heer Van Campeb een inspirerend organisator.
Hij kende de verhoudingen in allerlei situaties in de
organisatie en voelde als geen ander aan, waar
moeilijkheden waren of dreigden; hij was ook als
geen ander in staat de moeilijkste problemen op
soepele, menselijke wijze op te lossen.
Als het waar is, dat de boerenleenbankorganisatie
duidelijk het stempel draagt - droeg moeten we nu
zeggen - van de heer Van Campen, dan mag ook
gezegd worden, dat dit niet slechts een verdienste
is van de heer Van Campen, maar dat dit vooral ten
voordele is geweest van de gehele organisatie.
De heer Van Campen onderhield vele contacten, zo
wel in ons land, waarbij ik denk aan de Overheid,
De Nederlandsche Bank, bankinstellingen en andere
relaties, alsook in het buitenland. Hij was - en is dat
nog - een uitstekend ambassadeur bij tal van buiten
landse organisaties of banken. Hij vervult in dit
kader verschillende belangrijke functies en zijn werk
wordt in vele kringen in en buiten de bankrelaties
zeer gewaardeerd.
De Raad van Beheer stelt het op hoge prijs, dat
de heer Van Campen zich desgevraagd bereid heeft
verklaard aan onze Rabobank verbonden te blijven
als algemeen adviseur.
Met dank voor het zeer vele, dat mr. Van Campen
heeft gedaan voor het coöperatieve landbouwkrediet
wezen nemen we afscheid van hem als lid van de
hoofddirectie, maar verheugen ons erover, dat hij op
een andere plaats zijn grote kennis en ervaring ten
dienste blijft stellen van onze gehele organisatie.
Mijnheer Van Campen: hartelijk dank voor uw inzet
in en voor onze organisatie gedurende 27 jaar.
Namens de hele Rabobank-organisatie wens ik u en
de uwen alle goeds voor de toekomst.
C. G. A. Mertens
Voorzitter Raad van Beheer