opdrachtgever en adviseur 14 drs. i. a. van doorn wat is berenschot wat is de rol van de adviseur Het Raadgevend Bureau Berenschot B.V. heeft gedurende de tweede helft van 1972 een onderzoek verricht naar de meest wenselijke organisatiestructuur van de twee fusionerende Centrale Banken. De heer Van Doorn, de projectleider bij dit onderzoek, vertelt op ons verzoek het een en ander over dit adviesbureau en zijn activiteiten. Het Raadgevend Bureau Berenschot B.V., in de wandeling kortweg Berenschot ge noemd, is een adviesbureau dat in 1938 is opgericht door ir. B. W. Berenschot. Begonnen als een klein adviesbureau met een tiental medewerkers, is het in de na oorlogse jaren uitgegroeid tot een organi satie met ongeveer 400 medewerkers, waar van er meer dan 220 full-time adviseur zijn. Aanvankelijk lag het zwaartepunt van de activiteiten op het gebied van direct pro- duktiegerichte dienstverlening, zoals ar beidsanalyse, tijdstudies, arbeidstechniek en versnelde scholing. In de na-oorlogse jaren werd door overheid en bedrijfsleven namelijk veel aandacht geschonken aan de verhoging van de arbeidsproduktiviteit. In de zestiger jaren trad een verschuiving op binnen het door Berenschot aangeboden pakket adviesprodukten. Een steeds groter deel van de opdrachten had betrekking op aspecten van de algemene beleidsproble- matiek. Ook het aantal opdrachten met een specia listische inslag nam sterk toe. Deze ver schuiving heeft tot gevolg, dat men het Bureau Berenschot niet meer kan omschrij ven als een efficiency-bureau. Het werd een adviesbureau voor organisatie- en beleidsontwikkeling. Als zodanig is Berenschot uitgegroeid tot een organisatie, die een zeer breed pakket van adviesprodukten kan aanbieden. Bin nen Berenschot vindt men onder andere specialisten op het gebied van marketing, personeelsbeleid en -selectie, automatise ring, financiën, ondernemingsstrategie en administratieve organisatie. Daarnaast zijn er specialisten voor verschillende branches, zoals chemie, metaal, bouw, bank- en ver zekeringswezen, overheid, gezondheids zorg en onderwijs. Berenschot is verdeeld in een vijftal divisies, die ieder bestaan uit dertig tot veertig adviseurs, leder van deze divisies beweegt zich op een eigen adviesmarkt. Er bestaat een grote mate van flexibiliteit ten aanzien van de inzet van adviseurs in opdrachten die buiten hun eigen divisie vallen. Hierdoor kan een optimale benutting van specialisten plaatsvinden. De divisie die het structuuronderzoek bij de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank heelt uitgevoerd is de divisie „Financiële Instel lingen en Informatieverwerking". Deze di visie heeft onder andere als adviesmarkt banken en verzekeringsinstellingen. Hier naast worden door een groep automatise ringsspecialisten opdrachten uitgevoerd op het gebied van de informatieverwerking. Naast het Raadgevend Bureau Berenschot met zijn vijf divisies, bestaat de Berenschot organisatie nog uit een aantal andere on derdelen, waaronder het Management Op leidingscentrum, Berenschot-Bosboom Mci- nagement Consultants for Developing Countries, Berenschot Osborne en Bos boom, Berenschot Company U.S.A. en Bu reau d'Organisation Berenschot Brussel. Globaal kan men stellen, dat ongeveer 3/4 van de omzet van de organisatie op de Nederlandse markt wordt verkregen, ter wijl 1/4 voortvloeit uit opdrachten die buiten Nederland worden verricht. Opdrachten in Afrika, Azië en Latijns-Amerika maken hie'- van een zeer belangrijk deel uit. Op deze vraag is geen eenduidig antwoord te geven. De rol van de adviseur wordt in sterke mate bepaald door de opdrachtgever en door de aard van de opdracht. Velerlei uitvoerende werkzaamheden zoals tijdstu dies, functieclassificatie en programmering kunnen zodanig worden verricht dat er in feite geen sprake is van advieswerk. Het is dan beter om te spreken van uitbesteding van werkzaamheden. Er zijn opdrachten, die ten doel hebben een antwoord te formuleren op problemen van louter technische aard. Deze opdrach ten geeft men vaak aan een buitenstaander vanwege zijn deskundigheid en ervaring. Aangezien veelal duidelijke oplossingen voor het probleem kunnen worden gegeven, zal de rol van de adviseur zich meeslal beperken tot die van specialist. Een andere rol die de adviseur kan vervul len is die van arbiter. De opdrachtgever wendt zich in dat geval tot de adviseur met het verzoek als onpartijdig buitenstaander een oplossing te adviseren voor problemen waarover intern meningsverschillen be staan. Bij opdrachten, die de ontwikkeling van het ondernemingsbeleid ten doel hebben kan men de rol van de adviseur vaak omschrij ven als die van de „vernieuwer". Hierbij ligt het accent vooral op de inbreng van nieuwe ideeën, originaliteit en inzicht in de mogelijkheden die de buitenwereld aan de onderneming kan bieden. In dat geval is een vertrouwensrelatie tussen de opdracht gever en adviseur noodzakelijk. Als laatste voorbeeld van een rol, die de adviseur zal kunnen vervullen in een onder neming, kan die van de „ingehuurde mana ger" worden genoemd. De adviseur is in dat geval in feite geen adviseur meer, aange zien hij direct verantwoordelijk is voor de activiteiten die onder zijn leiding bij de opdrachtgever worden uitgevoerd. Men noemt dit soort opdrachten wel manage ment contracten. Terwijl in principe het management van een onderneming een per manente rol vervult, is een management contract altijd een tijdelijke zaak. In het voorgaande zijn een aantal voorbeel den gegeven van de geschakeerde rol, die een adviseur vervult. Deze blijkt in sterke mate te worden bepaald door het soort werk, dat hij voor de opdrachtgever ver richt. Dit kan variëren van eenvoudig uit voerend werk tot aan advisering op het gebied van het ondernemingsbeleid. Ook is de duur van de opdracht natuurlijk van invloed op de inhoud van het werk. Die duur loopt uiteen van een eenmalige opdracht van enkele dagen tot een vrijwel permanen te advisering van een vaste opdrachtgever. Hieruit blijkt dat men niet bij voorbaat kan vaststellen, welke rol men als adviseur bij toekomstige opdrachtgevers zal gaan ver vullen. Toch is het noodzakelijk dat hierover bij adviseur en opdrachtgever geen mis verstand bestaat zodra er van een opdracht sprake is, juist omdat er zoveel verschil lende mogelijkheden zijn. Dit is duidelijk gebleken bij een onlangs gehouden onderzoek dat antwoord diende te geven op de vraag: „Wat verwacht de industriële ondernemer van de externe organisatieadviseur?" Dit onderzoek werd verricht in opdracht van het adviesbureau Bosboom en Hegener door het Bureau Knapper en Mc Alley. De pers heeft enkele van de conclusies van het onderzoek ge publiceerd, waaruit onder meer bleek, dat opdrachtgevers teleurgesteld waren in de grote hoeveelheid werkzaamheden, die zij zelf dienden te verrichten ten behoeve van het onderzoek. Ook vond men de adviezen vaak weinig concreet en werd sterk de na druk gelegd op de behoefte aan radicale adviezen in het geval, dat dit noodzakelijk kon worden geacht. Ook bleek in een aantal gevallen een gevoel van onbehagen over het „rekken" van de assistentie, ofschoon de mogelijkheid van begeleiding bij de uit voering van uitgebrachte adviezen als zo danig waardering vond. Van de adviseur wordt een oplossing verwacht en men voelt weinig voor het zelf oplossen van proble-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 16