storm op het valutafront 13 a. p. j. mol hoofd-arbitrageant van de centrale bank Ook de nog jonge wisselarbitrage-afdeling van de Cen trale Bank bleef niet onberoerd door de monetaire onrust van de afgelopen maand. Op rustige ogeblikken is er al sprake van drukte, die vooral reliëf krijgt door de ratelende telexen en zoemende telefoons op de achter grond. In perioden dat de valutamerkten over de gehele wereld sterk in beweging zijn, krijgt een bedrijf dat met deze markten verbonden is nog extra impulsen en moet men de ontwikkelingen op monetair gebied van minuut tot minuut volgen en interpreteren. Een valutacrisis als die, welke zojuist heeft plaatsgevon den roept bij het publiek vele vragen op. We willen hieronder proberen om op enkele van die vragen een kort antwoord te geven, waarbij we uitdrukkelijk willen vaststellen, dat het gaat om een persoonlijke visie. Een veelgestelde vraag is: „Hoe komt het, dat de Amerikaanse dollar zo onder druk is komen te staan?" De oorzaak van de druk op de Amerikaanse dollar is voornamelijk te wijten aan het grote tekort op de Amerikaanse handelsbalans, waar tot dusver niet veel verbetering in is gekomen, alsmede de speculatieve bewegingen van Amerikaanse dollars in het bezit van niet-ingezetenen van de Verenigde Staten, de zogenaamde multinationale ondernemingen, gevoegd bij het steeds groeiende vermogen van de energielanden, met andere woorden de oliesjeiks. De enorme bedragen aan Amerikaanse dollars in handen van die niet-ingezetenen zoeken steeds die landen op waar de meeste rente voor dit kapitaal te maken is, of op korte termijn een speculatiewinst is te behalen. Een goede maand geleden zag men de Zwitser se frank als een revaluatiecandidaat en plotseling werden er op grote schaal US dollars aan Zwitserland verkocht in de hoop, dat de Zwitserse frank opgewaardeerd zou worden. Dit is niet gelukt, want de Zwitserse regering liet de vaste aankoopkoers voor dollars (interventiepunt) los en liet de dollar zweven. Vervolgens ging het kapitaal naar andere landen. Eerst was Engeland aan de beurt, waar de rente hoog was, circa 10%, en toen men daar ook niet veel vertrouwen in had, ging de dollarstroom naar Duitsland, Japan en gedeeltelijk naar Nederland. Een goede vraag zou zijn, of er een mogelijkheid is om aan de nadelen van een revaluatie of devaluatie te ontkomen. Uit ervaring kan gezegd worden, dat diegenen die regelmatig hun toekomstige verplichtingen of vorde ringen in vreemde valuta op termijn hebben afgedekt, tot nu toe altijd vrij gunstig een eventuele re- of devaluatie- strop hebben weten af te wenden. Er wordt veel gepraat over zwevende koersen en vaste pariteiten. Om een tijdelijke druk op een bepaalde valuta te weerstaan, gaat men over tot het laten zweven van koersen om de valuta op grond van vraag en aanbod haar juiste waarde te laten bepalen. Deze periode van zweven mag niet te lang duren, daar dan de im- en expor teurs bijna niet meer in staat zijn hun verplichtingen en vorderingen op een redelijke prijs in te dekken, respectie velijk te calculeren. De koers van die valuta kan dan theoretisch van nul gulden tot een oneindige hoogte gaan en een goede kostprijsberekening is bijna onmogelijk. Met vaste pariteiten (een bekende hoogste en laagste koers) geeft men aan de im- en exporteurs veel meer zekerheid van wat hun produkten gaan kosten of op brengen. Wanneer er één Europese munt gaat komen, zullen mogelijk heel wat valutaproblemen worden opgelost. Helaas zal dit op korte termijn niet te verwezenlijken zijn; Europa is politiek nogal verdeeld en vooral nu Engeland, Denemarken en Ierland tot de E.E.G. zijn toegetreden, zijn er vele moeilijkheden te verwachten, voornamelijk op het gebied van de landbouwprodukten. Aangezien het opstellen van een agenda voor een Europese vergadering een zeer lange tijd van voorberei ding vergt, mag men aannemen dat één Europese munt niet haalbaar is voor 1980. Is de rol van het goud als verrekeningsunit uitgespeeld? Zoals bekend heeft Amerika op 15 augustus '71 de convertibiliteit van haar dollar in goud opgezegd, dat betekende voorheen, dat Amerika voor 35 dollars één troy ounce goud aan de Centrale Banken uitleverde. Dus zolang de V.S. bereid was voor dollars goud te leveren tegen een vaste prijs konden de Centrale Banken de dollar gebruiken als reservemunt of als verrekeningseen heid voor de clearing van schulden en vorderingen met andere landen. Nu is de prijs van het goud ongeveer 69 US en dit betekent dat ten opzichte van 1971 de dollar op de vrije markt circa 100% in waarde is gedaald. Wil de dollar haar status van verrekeningsstandaard vervullen dan dient de convertibiliteit hersteld te worden. Voorlopig zal daarvan echter geen sprake kunnen zijn door het grote tekort op de Amerikaanse handelsbalans.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 15