31
historie
drs. f. j. van doorn
structuur
herstructurering
9,3% en het aandeel van de industrie van
6,8 naar 12,5
Dat de Finse landbouw aanzienlijke struc
turele veranderingen heeft ondergaan en
dat deze veranderingen gepaard zijn ge
gaan met een aanzienlijke groei van de
kredietverlening zal blijken uit het ver
volg van dit artikel.
Een van de allerbelangrijkste momenten
in de geschiedenis van het coöperatief kre
dietwezen van Finland was de oprichting
in 1902 van de centrale bank, Osuuskasso-
jen Keskoliits Oy (Oko) genaamd.
Bij de ontwikkeling van het coöperatieve
landbouwkredietwezen heeft de overheid
van oudsher een belangrijke rol gespeeld.
Bij de oprichting van de centrale bank
gebeurde dit door middel van het ver
strekken van een lening.
Niet alleen in deze zin, maar ook in
andere opzichten onderscheidde zich de
Oko van een Nederlandse opzet. Zo was
het deze centrale bank die de eerste stoot
gaf tot de oprichting van de plaatselijke
banken, welke daarvoor leningen kregen
van de Oko. Het aantal van deze plaatse
lijke coöperatieve banken bedroeg in 1930
ruim 1.400 tegenover 600 in 1920. Met de
toename van het aantal banken was ook
het aantal leden fors gegroeid en bereikte
het drievoudige van dat in 1920, te weten
145.000. Na deze periode van sterke expan
sie bleek dat een groot aantal plaatselijke
banken in de praktijk te klein waren en
onvoldoende levensvatbaarheid bezaten.
Fusies van plaatselijke banken hebben er
sedertdien toe geleid dat het aantal ban
ken sterk is gereduceerd. In 1968 bijvoor
beeld waren er nog 479 plaatselijke ban
ken met ongeveer 1.300 bijkantoren.
Het coöperatieve kredietwezen in Finland
is van oudsher nauw betrokken geweest
bij de vaak ingrijpende veranderingen in
de landbouw. Zo stond men in de tweede
helft van de veertiger jaren voor de
taak financiering ter beschikking te
stellen aan de landbouwers, die de
door Rusland ingenomen gebieden hadden
verlaten. Tegelijkertijd stond men voor
het probleem de zelfverzorgingsgraad van
Finland op te voeren tot het niveau van
voor de oorlog. In de vijftiger en in het
bijzonder in de zestiger jaren leidde de
snelle expansie van de landbouw tot over-
produktie op grote schaal. Voorts werd
het streven naar produktiviteitsverhoging
begeleid door een vertrek uit de landbouw
met alle gevolgen van dien. Aanzienlijke
bedragen zijn geïnvesteerd in het her
structureringsproces. In de periode 1960-
1971 verdrievoudigde het bedrag aan le
ningen dat werd verschaft aan de land
bouw en bereikte een niveau van 2,7 mil
jard F.M. (ruim 2 miljard gulden). Van dit
bedrag werd 700 miljoen F.M. uit staats
middelen gefinancierd tegen lage rente.
Daarnaast werd voor 100 miljoen F.M. uit
de eigen middelen gefourneerd waarover
de staat een rentesubsidie verleende. Het
resterende bedrag werd door het bank
wezen op normale condities verschaft.
Het coöperatieve kredietwezen heeft een
belangrijk aandeel bij de kredietverlening
aan de landbouw. Van het kredietbestand
in de landbouw was 54 afkomstig van
de coöperatieve banken. Daarnaast werd
ongeveer Va van het totaal verschaft door
de spaarbanken.
De Oko heeft de juridische vorm van een
n.v. met een aandelenkapitaal van 40
miljoen F.M., waarvan 0,25 miljoen in
handen is van de staat. De andere aande
len zijn in het bezit van de plaatselijke
banken die ook hun stemrecht aan dit
aandelenbezit ontlenen. De Oko fungeert
als centrale voor het betalingsverkeer van
de coöperatieve banken en verzorgt de
liquiditeitsvoorziening en clearing van
haar leden-banken. Tot de organen van de
Oko behoren de algemene ledenvergade
ring, het bestuur bestaande uit een alge
meen directeur en een aantal directeuren
en plaatsvervangende directeuren en de
raad van toezicht. Van de dertig leden van
de raad van toezicht benoemen het minis
terie van Financiën en van Landbouw en
een vaste commissie van bankaangelegen-
heden ieder één lid. Overige leden worden
door de algemene vergadering voor een
periode van drie jaar gekozen.
De toporganisatie in het Finse coöperatie
wezen is de O.k.L. (Osuuskassojen Kesko
liits Ry). Dit is de centrale bond voor
kredietcoöperaties welke het beleid be
paalt, advies geeft en de controle uitoe
fent.
Voorts zorgt de OkL voor het behartigen
van de public relations, voor de opleiding
en voor het marktonderzoek. De plaatselij
ke banken welke aandelen van de Oko
bezitten zijn tegelijkertijd lid van de OkL.
Deze OkL verricht met name de wettelijk
vereiste controle op de plaatselijke ban
ken.
Voor het verstrekken van langlopende
hypothecaire kredieten in landbouw, in
dustrie en woningbouw beschikt de Oko
over een dochter.
Voorts staan ter beschikking een onder
linge waarborgmaatschappij, een studie
stichting en een pensioenfonds, terwijl bo
vendien een grondbemiddelingsbureau
werd opgericht.
Het van kracht worden van een nieuwe
wet op het coöperatieve bankwezen per 1
januari 1970 heeft een aantal problemen
opgeroepen. Daartoe behoren de solvabili
teit van de coöperatieve banken, de verho
ging van het kapitaal van deze instellin
gen en het belang van de leden bij het
geheel.
Volgens de genoemde wet dient de solva
biliteit in 1979 ten minste 2% van de
verplichtingen (deposito's) te bedragen.
Per eind 1971 was de solvabiliteitsgraad
gemiddeld 1,6%. De solvabiliteit kan on
der meer worden opgevoerd door verho
ging van het aandelenkapitaal en door
inhouding van het exploitatie-overschot.
Reeds werd in de jaren 1970 en 1971 het
kapitaal met 1,4 miljoen F.M. tot 6,9
miljoen F.M. verhoogd. Dit werd bereikt
door het gestorte aandelenkapitaal te ver
hogen, nieuwe toelatingsmogelijkheden te
creëren, additionele aandelen bij de leden
te plaatsen en de koop van deze additione
le aandelen te koppelen aan het verkrij
gen van een krediet. Vanzelfsprekend
speelde de op de geplaatste aandelen te
vergoeden rente een bijzonder belangrijke
rol. De binding met de leden werd niet
alleen versterkt door de rentevergoeding
op de aandelen, maar ook door een rente
voordeel bij het verkrijgen van kredieten
en leningen en door de mogelijkheid van
het verkrijgen van bepaalde kredieten
zonder zekerheid te stellen.
Men heeft zich ook bezonnen op de pro
blematiek rond de uitbreiding van de
kring van de leden. Zo heeft men zich de
vraag gesteld of door een actief market-
ing-beleid de ledenkring steeds verder
zou kunnen worden uitgebreid in de sfeer
van de particuliere personen. Ook heeft
men zich afgevraagd of door uitbreiding
van de ledenkring de structuur van deze
kring beter overeen zou komen met die
van de cliëntèle.
Tot nu toe is het uiterste gedaan om het
hoofd te bieden aan de stijgende loonkos
ten en zich aan te passen aan nieuwe
technische ontwikkelingen. De dwingende
eis tot verdere rationalisatie dwong tot
een verdere bezinning op de structuur.
Volgens een nieuw structuurplan zullen
uit de 422 coöperatieve banken 80 in een
regio werkzame coöperatieve banken ge
vormd moeten worden. Dit is vooral nodig
om de concurrentie het hoofd te bieden.
Ten einde alle banken over deze plannen
te informeren is men in de zomer van 1968
begonnen de herstructureringsplannen
met de belanghebbenden door te spreken.
Voor dit doel werden door deskundigen
van de OkL berekeningen gemaakt over
de besparingen welke bereikt konden
worden door middel van de voorgestelde
fusies.
Dat de herstructurering geleidelijk aan
een feit wordt, blijkt uit de fusies welke
gedurende de afgelopen jaren plaatsvon
den. Naar verwacht wordt zal de kosten
besparing vooral meer ruimte bieden voor
een verbreding van het dienstenniveau.
Hiertoe wordt ook bijzondere aandacht be
steed aan het aspect van de opleidingen
van het personeel van de banken.