28 amsterdamse effectenbeurs min of meer ingrijpende nieuwe regels gaan gelden. Landelijke organisatie De effecten-organisaties te Amsterdam, Den Haag en Rotterdam worden samenge smolten tot de Vereniging voor de Effec tenhandel; de overkoepelende Nederlandse Organisatie van het Effectenbedrijf zal te zijner tijd worden ontbonden. Lidmaatschap Om duidelijk onderscheid te verkrijgen tussen ter beurze uitgeoefende functies resp. de verschillende categorieën leden, zijn definities en criteria opgesteld. Een wezenlijk onderscheid, dat hieraan ten grondslag ligt is een gewijzigde indeling in bedrijfsleden en beursleden. Bedrijfsleden kunnen zijn alleen handelen de natuurlijke personen, vennootschappen onder firma, commanditaire vennoot schappen en rechtspersonen als naamloze of besloten vennootschappen en coöpera tieve verenigingen. Beursleden zijn alleen handelende natuur lijke personen, die ook bedrijfslid zijn, alsmede de beherende vennoten van ven nootschappen en de bestuurders van rechtspersonen en degenen die door het bedrijfslid voor die beherend vennoten en bestuurders als plaatsvervangers voor het beurslidmaatschap zijn aangewezen. Indeling in categorieën In de Statuten worden onderscheiden de volgende categorieën bedrijfsleden: a. zij die als commissionair als hoofdbe drijf de commissiehandel in effecten uitoefenen en/of als handelaar de han del in effecten bedrijven voor eigen rekening en niet zijn ingeschreven in één der door De Nederlandsche Bank gehouden registers, als bedoeld in de Wet Toezicht Kredietwezen; b. zij die als commissionair, bankier of bankinstelling als belangrijke tak van bedrijf de commissiehandel in effecten uitoefenen en/of als handelaar de han del in effecten bedrijven voor eigen rekening en zijn ingeschreven in één der door De Nederlandsche Bank ge houden registers, als bedoeld in de Wet Toezicht Kredietwezen; c. zij die als hoekmansbedrijf uitsluitend voor rekening van medeleden de com missiehandel in effecten uitoefenen en als handelaar de handel in effecten bedrijven voor eigen rekening. De betekenis van deze indeling is, dat bedrijfsleden, genoemd onder a. en b., geen activiteiten mogen uitoefenen, welke tot het terrein van de onder c. vallende bedrijfsleden behoren, en omgekeerd; ter wijl met de indeling van a. en b. onder scheid wordt gemaakt tussen commissie huizen/bankiers, die niet, respectievelijk wél zijn ingeschreven in de registers van De Nederlandsche Bank. Categorie b. om vat dus de bedrijfsleden die zich effecten kredietinstelling en ook bank mogen noe men. Wij komen op deze indeling onder „Solvabiliteit der bedrijfsleden" nog te rug. De hoekmansfunctie Een consequentie is ook, dat hoekmansbe- drijven voortaan geen particuliere cliën ten meer mogen bedienen. Voor de daaruit voortvloeiende inkomstenderving is een schaderegeling getroffen. Duidelijk blijkt, dat de Commissie Herzie ning Beursstructuur in de huidige constel latie de hoekmansfunctie - het bijeen brengen van vraag en aanbod en daarbij eventueel zelf positie nemende, het bepa len van een prijs (koers) - van wezenlijk belang acht. In afwijking overigens van de mening van vele beursleden lijkt het de Commissie wenselijk om voor het meren deel der fondsen tot één hoekman te komen en voor de actieve tot ten minste twee. Voorlopig zal aan deze gedachte alleen gestalte gegeven worden door bij toewijzing aan hoeklieden van nieuw geïntroduceerde fondsen in die zin te han delen. Om geen brokken te maken wil men op deze geleidelijke wijze tot een logischer verdeling van fondsen over hoekmansbedrijven geraken. Solvabiliteit der bedrijfsleden In het Ledenreglement is ten aanzien van de hierboven onder a., b. en c. genoemde categorieën inzake de solvabiliteitscriteria het volgende bepaald: voor categorie a. een risico-dragend vermogen van ten minste f 50.000,- moet aanwezig zijn in dien de onderneming wordt gedreven door een alleen handelend persoon; ten minste f 100.000,- moet aanwezig zijn indien de onderneming gedreven wordt in de vorm van een vennootschap of een rechtspersoon; voor categorie b. ongeacht de vorm waarin de onderneming wordt gedreven dient aan risico-dragend vermogen ten minste aanwezig te zijn het bedrag, dat is voorgeschreven bij of krachtens de Wet Toezicht Kredietwezen, zoals deze thans luidt of in de toekomst zal luiden; voor categorie c. een risicodragend vermogen van ten min ste f50.000,- per beurslid, ongeacht of het betrokken hoekmansbedrijf in de vorm van een vennootschap op een rechtsper soon wordt gedreven. Volgens het ontwerp Wet Toezicht Kre dietwezen, hetwelk niet alleen van toepas sing zal zijn op de algemene banken, de coöperatief georganiseerde banken, de ef fectenkrediet-instellingen en de spaar banken, zijnde kredietinstellingen, maar dat zijn invloed ook uitstrekt tot de R.P.S. en de girodiensten en andere, aan krediet instellingen verwante bedrijven, komt een krediet-instelling in aanmerking voor in schrijving in de registers van De Neder landsche Bank, indien o.m. aan bepaalde absolute en relatieve balansnormen wordt voldaan, waarvan de volledige vermelding in het kader van dit artikel te ver zou voeren. Ten aanzien van de hierboven onder b. vermelde bedrijfsleden geldt bij voorbeeld, dat 1. zij een eigen vermogen dienen te bezit ten van ten minste f 500.000,-; 2. zij een door een register-accountant goedgekeurde jaarrekening dienen te publiceren; 3. zij geleid worden door een bestuur van ten minste 2 personen en - voor N.V.'s - ten minste 3 commissarissen. Daar verschillende bedrijfsleden, die on der de oude bepalingen als kredietinstel ling functioneerden, onder de nieuwe be palingen deze status zullen verliezen, is er een tendens tot samengaan van verschil lende commissie-huizen waarneembaar, die zal resulteren in het ontstaan van meer solvabele bedrijven met twee- of meerhoofdige leiding. Interprofessioneel Instituut en de overige instellingen Hoewel individueel reeds vele commissio nairs gebruik maken van de Kas-Associa- tie N.V. om hun effectenrekeningen voor hun cliënten te voeren, krediet aan die cliënten te verlenen, eigen financiering te verzorgen en effecten-administratie te voeren, heeft de Vereniging besloten ten behoeve van haar leden onder eigen ver antwoordelijkheid vergelijkbare mogelijk heden te scheppen. Met name voor de niet-effectenkredietinstellingen zal deze stap betekenis krijgen. Momenteel zijn besprekingen met de Kas-Associatie N.V. gaande, die er toe kunnen leiden, dat deze als derde deze diensten blijft verle nen onder verantwoordelijkheid aan en in opdracht van de Vereniging. Als begrip waaronder men deze plannen denkt te realiseren, wordt wel gehanteerd: Bank voor de Effectenhandel. Een aantal bestaande activiteiten, zoals het Centrum Fondsenadministratie, CF- ruildepöts en de effectenclearing en nog te ontwikkelen activiteiten zoals bijvoor beeld giraal effectenverkeer, wil men ten slotte rangschikken onder de volgende nieuwe begrippen: NIGEF Nederlands Instituut voor Giraal Effec tenverkeer; RUILBUREAU Roepnaam, gekozen voor alle werkzaam heden, welke nu door de Kassa-Trust (CF-ruildepots) worden verricht en welke werkzaamheden geleidelijk zullen afne men; NESIBEF Nederlands Service Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf, waaronder de administraties van effectenclearing, CF, Nigef, Bank voor de Effectenhandel en Ruilbureau zullen ressorteren. Doorlopende notering Binnen niet al te lange tijd zal in beginsel voor alle ter beurze verhandelde fondsen doorlopende notering plaatsvinden in af wijking van de notering in twee tijdvak ken, die voor het merendeel der fondsen nu nog plaatsvindt. In de praktijk zal voor minder courante fondsen de situatie blijven bestaan, dat slechts één keer per

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 30