sterke kostenstijging
samenwerking noodzaak
33
r
produkten voor meer dan 90%. Hieruit mogen we
concluderen, dat het beroepsgoederenvervoer over de
weg van belangrijke betekenis is voor de distributie van
zowel onze consumptiegoederen als van de grondstoffen,
halffabrikaten en eindprodukten van onze industrie.
Wagenpark en ondernemingsgrootte van hei: beroeps
goederenvervoer over de weg in procenten van het totaal
ondernemingen vrachtauto's
Ondernemingen met: 1/1-1962 1/1-1971 1/1-1962 1/1-1971
5 of minder vracht-
auto's
89,6
81,9
58,3
41,5
6 t/m 14 vracht
auto's
8,8
14,4
24,3
29,5
15 of meer vracht
auto's
1,6
3,7
17,4
29,0
Totaal
100,0
100,0
100,0
100,0
Bron: N.O.B. Wegvervoer in cijfers 72/73.
Evenals diverse andere bedrijfstakken vertoont ook het
wegvervoer een duidelijke schaalvergroting. Het aantal
ondernemingen, dat toenam tot 12.000 in 1967, is daarna ge
leidelijk afgenomen tot 11.700 in 1971, terwijl het aantal
vrachtauto's nog steeds blijft toenemen. Het aantal grote
ondernemingen is zowel absoluut als relatief meer dan ver
dubbeld, waarbij nog kan worden aangevuld, dat deze cate
gorie ondernemingen ook een relatief steeds groter aantal
vrachtauto's in hun bezit hebben. Echter, vooralsnog blijft
de bedrijfstak gekenmerkt door een relatief groot aantal
kleine bedrijven met 5 of minder vrachtauto's.
Evenals de overige sectoren van het midden- en kleinbe
drijf, waartoe ook de vervoerssector behoort, ondergaan
de transportondernemingen sterke loonkostenstijgingen,
die in vele gevallen meer dan 30% van de vrachtop
brengsten uitmaken, waardoor de rentabiliteit onder druk
komt te staan. Enige indicatie omtrent de hoogte van de
rentabiliteit kan men het best verkrijgen aan de hand van
de door de onderneming opgewekte cash-flow (winst
afschrijvingen). Immers de afschrijvingen zijn belangrijke
kostenposten van de transportondernemingen (ongeveer
13,3% van de omzet). Het laaghouden van de afschrij
vingen heeft een positief effect op de winst, terwijl hoge
afschrijvingen vaak een lage winst betekenen. In de cash
flow worden deze mogelijke manipulaties met de afschrij
vingen en de winst uitgeschakeld. We kunnen ons daarom
afvragen, hoe groot moet de cash-flow zijn vooraleer er van
een rendabele onderneming kan worden gesproken. In
deze hanteert men algemeen een norm, dat de cash-flow
25 van de vrachtopbrengsten moet zijn. Kon in 1964 ruim
30 van de ondernemingen niet aan deze norm voldoen,
in 1969 was het reeds 39 van de ondernemingen, die
deze norm niet haalde, terwijl de gemiddelde bruto-winst-
gevendheid (cash-flow in procenten van vrachtopbrengst)
daalde van 29,4 tot 26,8
Verwacht kan worden, dat na 1969 deze gemiddelde
bruto-winst nog verder zal zijn teruggelopen tengevolge
van de toenemende kostenstijgingen, de conjuncturele
ontwikkeling en de toenemende concurrentie. In 1970
stegen de gemiddelde C.A.O.-lonen met 10%, in 1971
met 20% en in 1972 zal deze stijging minstens 15%
bedragen.
De vaste autokosten, motorrijtuigenbelasting, verzekering
enz. stegen eveneens met 15% in 1972, terwijl de
variabele autokosten, brandstof, onderhoud en reparatie
met gemiddeld nog eens 7% stegen. Uit deze cijfers
resulteert een weinig rooskleurig beeld van de ontwikke
ling van de rentabiliteit van het wegvervoer.
Verwacht mag worden, dat tengevolge van deze ontwikke
ling een aanzienlijk aantal kleine bedrijven zal verdwijnen.
Echter er zal ruimschoots plaats blijven voor een aantal
kleine vervoersbedrijven, mits zij goed en efficiënt geleid
worden. Vaak zijn de kleine bedrijven bij uitstek geschikt
om aan de grote verscheidenheid van de behoeften van de
verladers te voldoen, vooral wanneer snelheid van vervoer
noodzakelijk is.
Wat betreft de dalende trend van de rentabiliteit kan
worden opgemerkt, dat een vergaande samenwerking
tussen verschillende vervoersbedrijven en een daarop ge
bouwde planning van de activiteiten zal kunnen leiden tot
een verlaging van de kosten. Daaruit zal een rationeel
werkende - market oriented - vervoersorganisatie moeten
voortvloeien, waarbij de vraag, of het een kleiner of een
middelgroot, danwel een vervoersconcern is, van onder
geschikte betekenis is. Of daarmee een push aan de renta
biliteit kan worden gegeven, is voor een belangrijk deel
ook afhankelijk van de omzetten. Afgezien van de prijs
ontwikkeling van het vervoer, zullen de omzetten van het
totale goederenvervoer tot 2000, volgens de verkeers- en
vervoersstudie van het Nederlands Economisch Insti
tuut, verdrievoudigen. Het wegvervoer zal echter moeten
vechten om de concurrentie met vooral de binnenvaart
succesvol te kunnen weerstaan. Veel zal daarbij afhangen
van de organisatie van de individuele transportbedrijven.