internationale samenwerking 18 mr. ph. c. m. van campen Reeds vanouds hebben de beide coöperatieve centrale landbouwkredietbanken samengewerkt met zusterorgani saties in het buitenland. Men zou kunnen zeggen, dat de internationale organisaties, waarin deze contacten werden onderhouden, hun taak en doelstelling vooral daarin hebben gezien, zoals ook nu nog sterk het geval is, dat zij aan vertegenwoordigers van kredietinstellingen, die hetzij gelijk geaard of een gelijke doelstelling hebben, de gelegenheid bieden om met elkander van gedachten te wisselen. Daaraan werd reeds gestalte gegeven in de periode tussen de beide wereldoorlogen. Al spoedig na de Tweede Wereldoorlog kwamen vertegenwoordigers van landbouwkredietinstellingen te Zürich bij elkander als ge volg waarvan in 1950 werd besloten tot de wederoprich ting van de Confédération Internationale du Crédit Agrico- le, gevestigd te Zürich, die in het Nederlands kan worden aangeduid als de „Internationale Vereniging van het Land bouwkrediet". Onder auspiciën van deze internationale vereniging wordt om de vijf jaar een wereldcongres gehouden voor het landbouwkrediet, om de twee jaar een algemene ledenvergadering en tussendoor studie-bijeen komsten, waarin bijzondere onderwerpen, die van belang zijn voor de ontwikkeling van het landbouwkrediet, wor den behandeld. Van deze Internationale Vereniging voor het Landbouwkrediet zijn kredietinstellingen lid, die zich onder zeer verschillende rechtsvormen bezig houden met de financiering van de landbouw. Voor Nederland waren van ouds lid de beide coöperatieve centrale banken; dit dubbel lidmaatschap is thans overgegaan op de Coöpera tieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank g.a. Daarmede was en is voor ons land de kous af. Het karakter van de Internationale Vereniging voor het Landbouwkrediet wordt het best getypeerd door de vertegenwoordiging daarin van een land als België. Namens onze Beneluxpartner maken deel uit van de Internationale Vereniging voor het Landbouwkrediet de Centrale Raiffeisenkas van de Belgische Boerenbond te Leuven, het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet te Brussel en de Spaar- en Lijfrentekas eveneens te Brussel gevestigd. Kan de Centrale Raiffeisenkas van de Belgi sche Boerenbond voor ons als een typische zusterorgani satie worden aangemerkt, geheel anders ligt dit voor de beide andere genoemde instellingen. Het Nationaal Insti tuut voor het Landbouwkrediet is een overheidsinstelling, die zich vooral in het Walenland bezighoudt met de verlening van het landbouwkrediet. De Spaar- en Lijfren tekas is eveneens een overheidsinstelling en kan worden beschouwd als een samenvoeging van onze Rijkspost spaarbank met de Sociale Verzekeringsbank. Het lidmaat schap van deze Belgische instelling van de Internationale Vereniging voor het Landbouwkrediet wordt daardoor gemotiveerd, dat de Spaar- en Lijfrentekas in het kader van haar beleggingsactiviteiten een afdeling kent, die zich speciaal bezighoudt met de financiering van land- en tuinbouw. Ditzelfde verschijnsel doet zich ook voor in andere landen, zoals bijvoorbeeld in Italië, waar de spaarbanken, die meestal regionaal werkzaam zijn, veelal ook een aparte afdeling kennen, die zich bezighoudt met de financiering van de landbouw. Uit het voorgaande blijkt, dat van de Internationale Vereniging voor het Landbouwkrediet deel uitmaken coö peratieve kredietinstellingen, die zich specifiek met land- bouwfinanciering bezighouden, overheidsinstellingen voor welke hetzelfde geldt en voorts spaarbanken, die in hun beleggingsactiviteiten bijzondere aandacht geven aan de financiering van de landbouw. Dit laatste is in een land als Italië bij de wet geregeld als een onderdeel van de wetgeving, die de kredietverlening aan land- en tuinbouw beheerst. Uit het voorgaande zal zijn gebleken, dat de Internationa le Vereniging voor het Landbouwkrediet als zodanig geen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1973 | | pagina 20