om zich geheel aan het hoofdredacteurschap
te kunnen wijden, is ons daarvoor een waar
borg. Ongetwijfeld zullen onder zijn leiding de
redactie-raden (een dagelijkse en een buiten
gewone) van het nieuwe maandblad een
boeiend periodiek weten te maken, dat
juist in de overgangsfase bijzonder nuttig
werk kan doen door het belichten, van het
hoe en waarom van allerlei besluiten die wor
den genomen om van de fusie van de beide
grote coöperatieve bankorganisaties tot één
groot coöperatief banksysteem, een succes te
maken.
Onze dank aan de opeenvolgende redactie
leden van 'De Boerenleenbank', die als zoda
nig hun werk beëindigd zien, gaat dan toch ge
paard met de beste wensen voor een goede
vaart aan de hoofdredacteur en aan de re
dactieleden (van de kleine en van de grote
redactieraad) van het maandblad van de
Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank. Mo
gen zij de hoofden en harten weten te be
roeren van allen die bij raiffeisenbanken en
boerenleenbanken erop uit zijn om hun bank
de beste dienstverlenende bank te doen zijn
voor iedereen.
Eindhoven, december 1971
Mr Ph. C. M. van Campen, algemeen directeur
501