blad volschreef. Dikwijls bestond die taak uit
het leveren van een commentaar op inmiddels
verschenen circulaires, die veelal ook door
een van de directeuren werden geconcipieerd.
Inderdaad was in die dagen de directeur van
de centrale bank niet alleen de voorbereider,
maar ook de uitvoerder van de besluiten van
het toenmalige bestuur. Daartoe behoorde
ook het schrijven van circulaires en artike
len in het maandblad.
In de vijftiger jaren is dat geleidelijk veran
derd. Er kwam een redactieraad, die nog lan
ge tijd onder leiding van een directielid maan
delijks bijeenkwam om de rollen te verdelen
en elkander te prikkelen tot het leveren van
kopij. Met het doorzetten van de stafvorming
bij de centrale bank werd de redactie meer
zelfstandig. Dat moest ook wel, omdat in
middels het personeelsbestand bij de centrale
bank van minder dan honderd personeelsle
den tot bijna 1000 was uitgegroeid. Op haar
terrein werd met de statutenwijziging van
1967 de directie verzelfstandigd en als ge
volg daarvan ook de redactie van het maand
blad.
Met de groei van de aangesloten banken en
499