rend toe, hetgeen het vertrouwen in deze va luta niet ten goede kwam. De rentepolitiek die Amerika voerde, belemmerde bovendien het terugkeren van deze dollars naar het land van herkomst. De Verenigde Staten kennen sinds 1933 de zogenaamde 'Regulation Q'. Op grond hiervan mag geen interest worden vergoed op direct opeisbare tegoeden en geldt een maximum interest voor termijnde posito's met een looptijd van meer dan dertig dagen. Deze (kunstmatig) lage rentevergoe ding maakte het voor ingezetenen aantrek kelijk om elders tegen een hogere vergoe ding dan zij in Amerika zouden kunnen krij gen, hun geld aan te bieden. Hierdoor ont stond een markt in dollars buiten de Verenig de Staten om, de zogenaamde eurodollar- markt. De Verenigde Staten stelden in 1967 alles in het werk om haar financiële contacten met het buitenland op bevredigender wijze te la ten verlopen. Een stringente monetaire poli tiek moest hiertoe bijdragen, wat tot gevolg had dat in 1969 het binnenlandse aanbod van kapitaal aanzienlijk was verkleind. Aangezien de Amerikaanse banken toch aan de vraag naar leningen wensten te voldoen, begonnen zij op de eurodollarmarkt te lenen. Het bedrag dat deze banken aan de Eurodol larmarkt onttrokken steeg hierdoor met 7 miljard. Deze onverwacht sterke vergroting van de vraag naar eurodollars, leidde tot een aanzienlijke stijging van de eurodollarrente, waardoor het voor Europese banken aantrek kelijk werd om hun gelden op de Eurodollar markt uit te zetten, zodat de stroom dollars naar Amerika nog meer kon toenemen. De monetaire politiek die Amerika voerde, was niet alleen op verbetering van de betalings balans gericht, maar had eveneens tot doel in het binnenland de inflatie te bestrijden, zodat op deze wijze twee doeleinden tege lijk verwezenlijkt konden worden. Helaas bleken de problemen niet zo eenvou dig op te lossen, want de werkeloosheid be gon steeds omvangrijker te worden, zonder dat de inflatie tot aanvaardbare proporties was teruggebracht. Bovendien bleef de be talingsbalans ondanks de eurodollarleningen ongunstig als gevolg van de verslechtering van de handels- en dienstenbalans en de bin nenlandse prijsstijgingen. Vandaar dat in 1970 de monetaire voorwaar den werden verzacht, hetgeen in combinatie met de dalende vraag naar investeringsgel- den tot een rentedaling leidde. De dure euro dollarleningen, die eerst een welkome aan vulling van de middelen hadden gevormd, wer den daarom in toenemende mate afgelost. Hierdoor werd de eurodollarmarkt in 1970 en 1971 met dollars overstroomd. Dit bracht niet alleen problemen met zich mee voor Europa, maar tevens voor Amerika waar het tekort op de betalingsbalans op transactiebasis in 1970 tot 10,7 miljard op liep en in het eerste kwartaal van 1971 reeds 5,7 miljard bedroeg. De dollars die in zo'n kort tijdsbestek weer naar Europa terugkeerden, gingen zich vooral op de landen met de hoogste rente voor kor te termijnbeleggingen richten. Dit waren met name de landen waar de monetaire autori teiten een krapgeld-politiek voerden om de inflatie te bestrijden. Waardoor deze dollar- toevloed een ernstige doorkruising van de monetaire politiek van de centrale banken vormde. Aangezien de dollars door hun gro te aanbod snel beneden de steunkoers daal- 534

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1971 | | pagina 40